untitled
Joep Huiskamp
"Een klein boekje ontstaan uit liefhebberij"
Monique van de Ven
Foto: Maarten van Loosbroek
Vlak na zijn afstuderen, zo'n twintig jaar geleden, kwam hij voor het eerst
in Portugal. "Ik voelde me er meteen op mijn gemak", zegt drs. Joep Huiskamp, stafmedewerker
van het College van Bestuur. In de twee decennia die volgden, verdiepte Huiskamp
zich in de historie en de cultuur van Portugal, maakte hij zich de taal eigen, leerde
hij azulejos -Portugese siertegeltjes- maken en publiceerde hij onlangs zijn eerste
vertaling: 'De mandarijn' van Eçá de Queiroz.
Eind jaren tachtig kwam Huiskamp voor het eerst in aanraking met het werk van José
Maria Eçá de Queiroz. Hij kreeg 'De relikwie' in handen, waarschijnlijk
de bekendste roman van deze Portugese schrijver. Zo'n negen jaar geleden ging Huiskamp
bovendien Portugees leren en is hij zich in een aantal zaken gaan verdiepen.
"Eçá is een negentiende-eeuwse schrijver en ik vind die tijd erg interessant",
verklaart Huiskamp. "Het is de eeuw van de grote veranderingen, van de grote doorbraken
op bijvoorbeeld cultureel en indu-strieel gebied. Portugal was destijds een nogal
stoffig en arm land, waar de kerk veel invloed had. Eçá kwam daartegen
in opstand, ook in zijn romans. Zijn gevoel voor humor, de ironie in zijn beschrijvingen,
spreekt mij enorm aan."
Eçá bracht als diplomaat een groot deel van zijn leven door in het buitenland.
'De mandarijn' schreef hij in Frankrijk. In een boekhandel in Porto vond Huiskamp
in 1993 een druk uit 1926 van 'O Mandarim'. Het verhaal gaat over een arme, onbeduidende
klerk die op een dag bezoek krijgt van een duivelsachtige figuur. Die biedt hem aan
een bel te rinkelen. Als de klerk dat doet, sterft op hetzelfde moment in China een
rijke mandarijn -een hoge staats-
ambtenaar- wiens geld hij zal erven. Dat aanbod verandert het leven van de klerk
totaal.
Zijn vondst in Porto zette Huiskamp pas écht goed aan het zoeken en verzamelen.
"Met kritisch commentaar van mijn lerares ben ik het boekje gaan vertalen. Dat ging
heel gestaag. Het is een boek uit 1880; in een bibliotheek in Lissabon heb ik bijvoorbeeld
uren zitten zoeken naar de juiste Nederlandse vertaling voor een bepaald soort koets."
Ook bezocht Huiskamp plaatsen, straatjes en huizen die met de schrijver en diens
werken te maken hebben. In 1999 kwam hij zodoende in Evora, waar Eçá zijn
eerste baantje als journalist had. "Op een snikhete middag heb ik daar in een oude
bibliotheek, zittend tussen de eeuwenoude boeken, leggers met zijn kranten doorgespit."
In Portugal werd het jaar 2000, precies een eeuw na de dood van 's lands grootste
negentiende-eeuwse schrijver, tot 'Eçá-jaar' uitgeroepen. Voor Huiskamp
aanleiding om zijn vele uren 'veredelde hersengymnastiek' publiek te maken en een
uitgever voor zijn vertaling te zoeken.
Hoewel zijn boek volgens hem 'een leuke binnenkomer' is voor mensen die nog nooit
iets van Eçá gelezen hebben, verwacht Huiskamp niet dat mensen ervoor in
de rij zullen staan. "De belangstelling voor vertaalde literatuur is niet groot in
Nederland, zeker niet voor het werk van negentiende-eeuwse schrijvers." Jammer, vindt
hij, "maar daar doe je niks aan. Je moet het mensen niet door hun strot willen duwen".
Huiskamp is trots op zijn boekje, "maar ik wil het niet overdrijven. Het is maar
een klein boekje ontstaan uit liefhebberij. Ik vind het nou eenmaal leuk om me af
en toe ergens helemaal in vast te bijten"./.
'De mandarijn' van Eçá de Queiroz, een vertaling van Joep Huiskamp (uitgeverij
IJzer, Utrecht), is voor 13,50 euro verkrijgbaar bij de TU/e-boekhandel.