/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 1 nummer 6

Jaargang 44, 17 januari 2002


Opinie

untitled

En ik vind...

Je komt op een maandagavond net voor sluitingstijd het Studenten Sportcentrum uitlopen en je ziet iemand aan een fiets morrelen. 'Niets aan de hand', denk je nog, maar als je even verder loopt en de persoon in kwestie hoort roepen dat 'ie nog maar drie minuten werk nodig heeft, gaat er toch een belletje rinkelen. Letterlijk in dit gevalÖ De fiets was blijkbaar niet zijn eigendom, omdat het openen van het slot met het nodige geweld gepaard ging en dus ook de nodige herrie. Een zojuist hardhandig gedemonteerde standaard heeft nu eenmaal weinig overeenkomsten met een fietssleutel.

Je raapt je moed bijeen en roept dat je het toch echt niet eens bent met zijn activiteiten. Ik bedoel: het had mijn fiets kunnen zijn. Als dat jochie dan beweert dat zijn fiets net gestolen is en dat hij liever heeft dat dan iemand anders maar te voet naar huis moet, knapt er toch echt iets.

Onze eigen alcoholconsumptie was deze avond beperkt tot slechts één biertje. De persoon in kwestie had zeker voor een grotere omzet gezorgd in de kantine. Waarschijnlijk lag hier de verklaring voor het feit dat hij absoluut niet over te halen was om zijn activiteiten te staken. Hij probeerde ons op zijn beurt zelfs duidelijk te maken dat hij het de normaalste zaak van de wereld vond. Een opmerking als 'Maar dan blijven we fietsen jatten, totdat iedereen zijn eigen fiets weer heeft', was aan hem niet besteed.
Na een hopeloze discussie zag één van de omstanders de TU/e-bewaking langs het TeMa-gebouw rijden en iemand wist hun aandacht te trekken. De persoon in kwestie was ondertussen door zijn vriendjes wel zover gekregen dat hij te voet huiswaarts ging, maar toevallig stopte het busje van de bewaking precies voor zijn neus. De bewaking werd snel duidelijk gemaakt wat er aan de hand was. Ondertussen probeerde onze dronken vriend op zijn beurt de bewaking van zijn gelijk te overtuigen: hij was nog steeds van mening dat hij meer recht had per fiets naar huis te gaan dan de rechtmatige eigenaar van het rijwiel. Quote: ìIk heb liever dat iemand anders zijn fiets kwijt is dan ikî, hetgeen de bewaking nog kon begrijpen ook.
Nu vraag ik je: dan breekt toch je klomp???

'De maatschappij, dat ben jij!' knalt de laatste maanden regelmatig uit de tv. Ik hoef echt geen standbeeld of een lintje of zo, maar ik zou het prettig vinden als in het vervolg die ene fietsendief die betrapt wordt, en dat bovendien nog toegeeft ook (!!!), harder aangepakt wordt dan met 'daar heb je gelijk in, maar je moet maar aangifte doen van de diefstal van je eigen fiets'. Ik bedoel: volgende week staat hij wellicht aan jouw fiets te morrelen!

Paul van der Krogt en Rody Brinkhof.

untitled

Samenwerking universiteiten met bedrijfsleven

Drs. Suzanne Udo
Directeur Bedrijfsvoering van de faculteit Wiskunde en Informatica
Er is veel kennis op de TU/e die toegepast kan worden bij problemen in het bedrijfsleven. Omgekeerd kunnen de problemen in het bedrijfsleven ook interessante onderzoeksvragen opleveren voor de universiteit. De kennis van mensen in het bedrijfsleven veroudert en zij kunnen bijgeschoold worden op een universiteit; levenslang leren kan gerealiseerd worden door de samenwerking. Ik denk niet dat het bedrijfsleven kan beslissen wat er in de toekomst op de universiteit gaat gebeuren, zover is het nog lang niet. Ik heb het schrikbeeld nog niet in beeld.

Paul Enders
Vierdejaars student Technische Bedrijfskunde en voorzitter van studievereniging Industria
Studenten komen na hun studie toch voor een groot deel terecht in het bedrijfsleven en ik ben ook van mening dat de sociale vaardigheden van studenten sterker ontwikkeld worden tijdens bijvoorbeeld een stage bij een bedrijf dan tijdens colleges op de universiteit. Het niveau in de samenwerking moet wel bepaald kunnen worden door de universiteit zelf. Het gezegde 'bedrijven vragen, wij draaien', moet niet op kunnen gaan. Als wij iets hebben ontwikkeld wat bedrijven graag willen hebben, kunnen we mooi samenwerken. Als een student in het bedrijfsleven op stage gaat, moet de universiteit een stem houden in de opdracht waar de student zich mee bezig gaat houden.

Prof.ir. Theo Boshuisen
Hoogleraar faculteit Werktuigbouwkunde
De universiteit heeft als hoofdtaak het opleiden van de student en het doen van lange termijnonderzoek. Ik vind dat het bedrijfsleven wel kan aangeven welke kant het onderzoek op gaat, maar de universiteit moet altijd de eigen verantwoordelijkheid behouden.

Ing. Elke van de Sande
Student Technische Bedrijfskunde
Op zich vind ik dat universiteiten meer moeten gaan samenwerken met het bedrijfsleven, aangezien dit kan zorgen voor meer inkomsten die in het geval van de TU/e goed bruikbaar zijn. De samenwerking mag echter niet ten koste gaan van de vrijheden van de universiteit. Het moet dus niet zo zijn dat bij gesponsorde onderzoeken alleen de betalende partij het voor het zeggen heeft. Ik vind dat onderwijs uit het vaste curriculum niet gesponsord mag zijn, maar dat dit voor keuzevakken wel zou mogen. Hierbij moeten er natuurlijk wel duidelijke afspraken gemaakt worden wat betreft de zeggenschap over de exacte inhoud, deze moet niet bij het bedrijfsleven liggen.

Juliënne Brouwers
Studente Biomedische Technologie en medewerker Integrand Eindhoven
Ik denk dat studenten en bedrijven veel voor elkaar kunnen betekenen. Studenten zijn flexibel, wat handig is voor bedrijven. En voor studenten zelf is het denk ik goed om praktijkervaring op te doen. Op de TU/e zelf word je tijdens je studie maar heel beperkt voorbereid op het bedrijfsleven.

untitled

Stofzuiger

Het schurende geluid is weer te horen
van automobilisten die hun ruiten
bevrijden van het ijs dat 't zicht naar buiten
belemmert. En het starten der motoren

die stokkend protesteren voor ze aanslaan.
De gladheid doet over de files klagen.
De mensen ogen depressief en aangeslagen
en zeker 's ochtends als ze naar hun baas gaan.
Maar dan de fietser! Die beleeft een groot geluk.
Het is wel koud maar het is helder weer.
Een ijsmuts en een das. Goed warm gekleed.

Twee aalscholvers! De dag kan niet meer stuk.
Wat een gekwetter! Ha! De kauwtjes zijn er weer.
De winter is een feest voor wie van wanten weet.

untitled

Ach en Wee

door Paul Weehuizen














Website Cursor