Achtergrond Medicast-project
moet onnodig overlijden in ziekenhuizen voorkomen
|
Data mining: spitten in databases Een van de partners in het Medicast consortium is KiQ. Dit van oorsprong Engelse bedrijf is gespecialiseerd in data mining, een techniek om automatisch relaties te leggen tussen gegevens uit grote data bases. Dat blijkt ook in de zorg zo goed te werken dat er een grote kans is dat dit een aparte afdeling bij KiQ wordt. Ir. Paul de Clercq (links) en prof.dr. Erik Korsten Jacqueline van Wees, medewerkster van KiQ die meewerkt aan Medicast: Bij data mining doorzoek je een grote berg data om voorspellingen te doen. Je hebt exploratieve data mining, waarbij je vaak van alles ontdekt wat je al wist of vermoedde. In de trend van een significant aantal van alle Belgen woont onder de grote rivieren. De tweede vorm is voorspellende data mining, waarbij je van tevoren zegt wat je te weten wil komen, bijvoorbeeld wanneer iemand misselijk wordt na anesthesie. Terwijl je niet weet welke variabelen die uitkomst beïnvloeden. Een ziekenhuis heeft wel honderd informatievelden per patiënt terwijl er misschien slechts tien een rol spelen. Het gaat om een combinatie van logistieke gegevens van het ziekenhuis (operatieduur, medicijngebruik) en persoonlijke gegevens (leeftijd, sekse). Van Wees: Niet alle persoonlijke gegevens zijn van belang in zorgtoepassingen; de kleur haar bijvoorbeeld gewoonlijk niet. Onze technologie vertelt je welke velden van belang zijn, zodat je je kunt concentreren op het verzamelen van vooral die gegevens. En hoe meer gegevens er verzameld zijn, hoe beter je kunt voorspellen wanneer een bepaalde complicatie zal optreden, zodat er preventieve maatregelen en betere beslissingen kunnen worden genomen. Zo is bijvoorbeeld te voorspellen of het risico op overlijden tijdens een operatie voor een bepaalde patiënt niet groter is dan dat van de kwaal zelf. In dat geval kun je uiteraard beter niet opereren. Algoritmes KiQ werkt met genetische algoritmes, een techniek die werkt volgens Darwins principe van survival of the fittest. Telkens als er een nieuwe formule is gevonden die beter werkt dan de oude(n) gaat het systeem daarmee door. Op deze manier worden in feite miljoenen jaren van evolutie gesimuleerd, met als gevolg formules die aanzienlijk beter voorspellen dan mensen. Dit bleek bijvoorbeeld in het Diakonessenhuis in Utrecht waar KiQ voorspelde welke patiënten misselijk zouden worden na een anesthesie. Daarvoor koppelden ze persoonlijke patiëntengegevens met algemene medische gegevens. Maar ook voor een verzekeringsmaatschappij voorspelde KiQ beter welke mensen schade aan hun auto zouden claimen en voor welk bedrag dan de ervaren schade-experts. Van Wees: Je laat data mining los op bestaande gegevens en dat blijkt prima te werken. Binnen het consortium is er genoeg kennis, kunde en ervaring om deze technologie nog verder geschikt te maken voor medische toepassingen en om het te combineren met andere technieken om Medicast tot een succes te maken. Van Wees erkent dat privacy een issue is, maar vervolgt: Dat is vooral een zaak van de ziekenhuizen; die zijn en blijven eigenaar van de gegevens. We gaan er nu alleen slimmer mee om. En iedereen wil uiteindelijk betere zorg. Maar we praten wel degelijk over privacy en daar is al contact over geweest met het College Bescherming Persoonsgegevens. Medicast wordt uiteindelijk een uitgebreid platform en we denken erover om daar overal veiligheidsmaatregelen in te bouwen. Naast het leveren van de data mining technologie zal KiQ zich ook bezighouden met het ontwikkelen van monitoringstechnieken. Wat er gebeurt tijdens een operatie of op de IC wordt online geregistreerd en bijgehouden. Zo kan een arts meteen zien of alles volgens verwachting gaat. Afwijkingen van dat pad worden meteen vastgesteld, zodat hij in kan grijpen. De taak van de onderzoekers van de TU/e-faculteit Elektrotechniek is ervoor zorgen dat de beste behandelmethoden geïmplementeerd worden in een kennissysteem waar de clinici soepel mee om kunnen gaan. De bijdrage van de faculteit BMT, waar deeltijdhoogleraar prof.mr.dr. Bas de Mol samenwerkt met KiQ, is om vast te stellen wat nu die beste behandelmethoden zijn. Een objectieve manier om die te vinden kan met de tools van KiQ: bepaal de factoren die het succes van medisch handelen bepalen. Zo kun je achterhalen dat een bepaald medicijn echt beter is voor een bepaalde doelgroep, of dat je een bepaalde klasse patiënten het beste op deze manier kunt behandelen en niet op de manier die men tot dusverre het beste achtte./. |
Gaston: intelligente en gebruiksvriendelijke hulp voor artsen Dr.ir. Hans Blom vroeg aan ir. Paul de Clercq om Simplexys door te ontwikkelen. Van de eenvoudige als dit - dan dat programmeertaal maakte hij een complexer geheel dat veel meer mogelijkheden biedt. Het systeem kan nu ook protocollen als de bloeddruk moet zoveel procent stijgen in x-aantal dagen kunnen bevatten. Of deze patiënt moet medicijn x minimaal zoveel keer per dag hebben, gedurende zoveel weken. Tegelijkertijd zorgde De Clercq ervoor dat het systeem, dat hij Gaston doopte, zeer gebruiksvriendelijk bleef. Van links naar rechts: prof.dr. Erik Korsten, dr.ir. Hans Blom, dr.ir. Harrie Kuipers, prof.dr.ir. Jan Bergmans De Clercq besteedde vooral aandacht aan de architectuur van het kennissysteem. Gaston kan nu regels en meer complexe protocollen opstellen en hanteren, op een overzichtelijke manier. Het basisidee hiervoor is de scheiding van domeinspecifieke kennis en redeneerspecifieke kennis. Domeinspecifieke kennis is bijvoorbeeld de intensive care (IC) met zijn specifieke ziekten en medicijnen en de relaties daartussen (zoals tegenstrijdige toepassing van medicijnen). De redeneerkennis bevat de redeneerstappen van mensen en algemene strategieën om problemen op te lossen. Gaston hanteert geen regels, maar is ingedeeld in blokjes die een deel van een redeneerproces vertellen. Algemeen gezegd: er is achtereenvolgens sprake van een gebeurtenis, beslissing en actie. Concreet: iemand heeft last van zijn luchtwegen (gebeurtenis), de arts stelt een diagnose en vermoedt een longziekte (beslissing) en laat vervolgens tests doen (actie). Door de twee soorten kennis te scheiden, werd Gaston een generiek systeem. Het wordt inmiddels toegepast in de psychiatrie, de intensive care, anesthesie, een aantal huisartsenpraktijken in Zuid-Limburg gebruikt het, maar ook de afdeling interne geneeskunde, bijvoorbeeld voor diabetes en hoge bloeddruk. Het werd mede ontwikkeld door de universiteit van Maastricht, waar De Clercq parttime onderzoek deed. Het belangrijkste doel is momenteel het volwassener maken van Gaston, vertelt De Clercq en vervolgt: Het moet nog aangepast worden aan moderne systemen en meer op internet gebaseerd worden. De temporele regels wil ik beter uitwerken zodat er real time gegevens, bijvoorbeeld van de IC, aan toegevoegd kunnen worden. Daarna moet het op een hoger niveau getild worden, zodat het de intenties van artsen kan beredeneren. Een arts kan verschillende manieren volgen naar een genezing. Als hij voor manier A kiest, past het systeem zich daarop aan en loopt als het ware met de arts mee en geeft foutmeldingen die bij die geneeswijze passen. Methode B kan anders zijn, maar heeft dezelfde intentie en ook daar past het systeem zich op aan. Ook de interface krijgt nog aandacht, want de diverse informatiesystemen hebben verschillende concepten. Het ene gebruikt temperatuur, de ander koorts; het ene hypertensie, de ander hoge bloeddruk. Die interfaces moeten wel alles aan kunnen. Dat is een heel moeilijk proces, waar veel universiteiten al lang mee bezig zijn. Met KiQ gaat De Clercq volgend jaar samenwerken om alle onderdelen (data mining, monitoren) met elkaar te integreren. Daarnaast heeft ook het Amsterdams Medisch Centrum hem benaderd om Gaston de implementeren. Medicast Speciaal voor het Medicast Consortium richtte De Clercq Medecs (Medical Decisions Support Systems) op. De Clercq: Dan heeft het een meer officiële status. Maar het is ook spannend of je ontwerpen te commercialiseren zijn. Daarnaast werkt De Clercq op de TU/e als begeleider van AIOs en aan zijn onderzoek. Een van de AIOs is ir. Susanne Kentgens, die onder meer op de IC van het Catharina Ziekenhuis bezig is patiëntengegevens te verzamelen zoals bloeddruk, hartslag, temperatuur, ECG en het zuurstofgehalte van het bloed. In totaal gaat het om meetgegevens van 24 patiënten. Deze data worden verzameld door een klinische data server, die elke seconde vierentwintig datapakketten ontvangt. Deze data worden vervolgens met Health Level 7 (HL7, een standaard voor elektronisch dataverkeer in de medische wereld-red.) doorgestuurd naar een pc. Daar worden ze opgeslagen en kan een arts ze bekijken. Kentgens schreef een programma dat de ontvangen HL7-informatie vertaalt naar de meetgegevens van de patiënten en de data opslaat in files. Deze datafiles kunnen met een ander programma ingelezen worden om ze grafisch te bekijken. Gaston gebruikt deze gegevens op zijn beurt om (betere) voorspellingen te genereren. Het systeem van Kentgens zal toegepast worden om patiënten te ontwennen van de beademingsapparatuur nadat ze langdurig beademd zijn. Spieren die te verslapt zijn om zelf te werken, moeten eerst getraind worden met behulp van Gaston. Daar zijn de data van de patiënt voor nodig. Er moet onder andere een model van de longen gemaakt worden om de toestand van de patiënt vast te kunnen stellen, voor er een goed revalidatieprogramma gemaakt kan worden./. |