Kunstwerk

Vogelman

Bij de studenten aan de TU/e staat dit beeld bijna zeker het meest indringend op hun netvlies gebrand: de Vogelman van de Eindhovense kunstenaar Tom van den Boomen (58). Van 1986 tot en met 2000 stond dit uit ijzer, blik en hout vervaardigde kunstwerk op een prominente plek in de Centrale Leeszaal van de Bibliotheek in het Hoofdgebouw.
Daar keek het al die jaren neer op de studenten die zwaar aan het blokken waren voor een nieuwe tentamenperiode. Niet zelden zal de dwingende impliciete kracht die het drie meter hoge beeld uitstraalt, studenten ervan weerhouden hebben de leeszaal voortijdig te verlaten.
Als een meer dan levensgrote surveillant waakte de creatie van Van den Boomen over de voortzetting van het nijvere studeerwerk. Als je de Vogelman ziet als een soort van vogelverschrikker, was de leeszaal zijn akker en de studenten de oogst die hij diende te beschermen tegen het neerstrijken van duizenden mogelijke redenen om niet te studeren.

Foto: Peter Cox

Tom van den Boomen werd in 1944 in Eindhoven geboren en woont en werkt er al bijna zijn hele leven. Hij doorliep hier de Akademie voor Industriële Vormgeving (de tegenwoordige Design Academy Eindhoven). Met de beeldend kunstenaar Gerrit van Brakel, van wie vorig jaar op de TU/e nog een tentoonstelling te zien was en die met twee kunstwerken vertegenwoordigd is in de hal van het Hoofdgebouw, had hij veel contact. In 1986, het jaar dat de Vogelman werd aangekocht, was er op het Laplace-plein een expositie van zijn werk. Bij een bespreking van die tentoonstelling in TH Berichten (de vroegere Cursor) werd opgemerkt dat Van den Boomen vrij ruwe en bijna slordig uitziende objecten maakt. Over zijn werkwijze schreef de kunstenaar destijds in de begeleidende catalogus: “Het begint altijd met een natuurlijke drang van mezelf om over ideeën, gedachten en dingen schetsjes te maken; heel snel, weinig uitgewerkt. Vaak worden ze meteen weggegooid, sommige worden opzij gelegd of gebruikt voor nieuwe gebaseerd op hetzelfde idee of thema. Dan komt er een moment dat ik besluit iets met zo’n schetsje of krabbel te gaan doen”. Van den Boomen laat weten dat achteraf het resultaat of object nauwelijks lijkt op één van die krabbels.
Bij het zoeken naar materialen ging Van den Boomen onder meer ook sloperijen af. ‘Mijn beelden zijn niet voor de eeuwigheid gemaakt’, zo stelde hij. In een inleidende tekst wordt zijn kunst gekarakteriseerd als niet pessimistisch en niet romantisch, maar wel als een poging om de zin van het bestaan te doorgronden.
In 1999 strandde zo’n poging voortijdig in het Brabantse Someren-Eind. De gemeente-raad weigerde om Van den Boomen een opdracht te verstrekken. Een wethouder betitelde zijn ontwerp voor een beeld voor op het kerkplein als ‘een kermisattribuut met een katholiek tintje’. Van den Boomen gaf aan verbijsterd te zijn door deze gang van zaken.
De medewerkers van de Centrale Leeszaal zouden zich stellig bij hem hebben aangesloten. Bij de verhuizing naar De Hal verhuisde de Vogelman vanzelfsprekend mee. Bij één van de bibliotheekmedewerkers belandde het beeld al eens in de culturele top-5. Nu staat het kunstwerk in de computerruimte en houdt het de digitale verrichtingen van de studenten nauwlettend in het oog./.