Groen
licht voor ruimte-experiment
Eind 2003 wordt er letterlijk een onderzoeksproject gelanceerd van de
faculteit Technische Natuurkunde. De Nederlandse astronaut André
Kuipers gaat in het ruimtestation ISS voor de groep van prof.dr.ir. Gerrit
Kroesen een zogeheten High-Intensity- Discharge- lamp testen.
Dinsdag werd bekend dat Kuipers eind 2003 met een Russische raket meevliegt
naar het internationale ruimtestation ISS. Voor prof.dr.ir. Gerrit Kroesen,
werkzaam bij de TN-capaciteitsgroep Elementaire processen in gasontladingen,
heeft die mededeling grote gevolgen. Kroesen wil volgend jaar in nauwe
samenwerking met Philips een High-Intensity-Discharge-lamp (HID-lamp)
laten testen door Kuipers. Deze lamp heeft een energie-efficiëntie
van veertig procent. Dat wil zeggen dat veertig procent van de elektriciteit
wordt omgezet in licht. Bij de doorsnee gloeilamp is dat één
procent. Op dit moment is de lamp vanwege instabiliteit niet geschikt
voor huishoudelijk gebruik. Kroesen hoopt dat hij met de experimenten
in gewichtloze toestand meer zicht krijgt op het hoe en waarom van die
instabiliteit. Ook Philips is zeer geïnteresseerd in de uitkomsten.
Op dit moment zorgt de instabiliteit ervoor dat de lamp flikkert. Pas
als dat verholpen is, zou Philips de lamp in productie kunnen nemen. Iets
wat volgens Kroesen grote maatschappelijke implicaties kan hebben, omdat
daardoor veel energie bespaard wordt.
Kroesen maakt vandaag, 5 december, deel uit van een groep Nederlandse
wetenschappers die samen met onderwijsminister Maria van der Hoeven bij
het European Space Agency in Noordwijk de pers voorlicht. Omdat de vlucht
van Kuipers vervroegd is van november 2004 naar eind 2003, moet de groep
van Kroesen op volle stoom gaan werken om de benodigde apparatuur
op tijd in Moskou te krijgen. Kroesen: We waren er al enige tijd
van op de hoogte dat de lancering vervroegd zou worden en daarom zijn
we al zes weken op volle kracht bezig met de voorbereidingen. Met name
de Gemeenschappelijke Technische Dienst van de TU/e gaat de komende maanden
een belangrijke rol spelen bij het vervaardigen van alle apparatuur. Er
werken aan de TU/e nu twintig mensen aan en bij Philips nog eens zes.
Aan de apparatuur, die vooraf naar het ruimtestation gestuurd wordt, zijn
strenge criteria verbonden met betrekking tot de enorme versnelling waaraan
het bloot zal staan en de schokbestendigheid./.
|