Interview
Martijntje Smits
Door techniek valt er steeds meer te kiezen
Brigit Span
Foto: Bart van Overbeeke
Met haar proefschrift Monsterbezwering. De culturele domesticatie
van nieuwe technologie heeft dr.ir. Martijntje Smits het nodige
losgemaakt. Ze geeft hierin handreikingen hoe moet worden omgegaan met
nieuwe technologieën. Smits vergelijkt deze met hoe in vroegere samenlevingen
met monsters werd omgegaan. De wereld verandert wel,
maar wordt niet per se beter door technologische vernieuwingen.
Publieke discussies over nieuwe technieken lopen vaak vast. Ik vroeg
me af hoe dat kan en wat de achtergrond ervan is, zo legt Martijntje
Smits de reden voor haar proefschrift Monsterbezwering uit.
Je merkt vooral bij ingenieurs een gefrustreerde reactie als de
publieke opinie een technische vernieuwing afkamt. Ze hebben het idee
dat het publiek niet openstaat voor vernieuwing. Filosofen moeten
discussies en begrippen verhelderen, maar vaak herhalen ze slechts de
patstelling, zo zegt Smits. In mijn boek probeer ik die gevoelens
te verklaren en te verdedigen. Kernenergie wás een monster, mijn
indruk is echter dat dit na Tsjernobyl niet meer het geval is. Er werden
gevaren aan kernenergie toegeschreven die nog onbekend waren. In Tsjernobyl
gebeurde de ramp écht. Daarna werd kernenergie niet langer een
doemscenario, maar werden de gevaren ervan -hoe erg ze ook waren- meer
prozaïsch.
Op 8 november promoveerde Smits aan de Universiteit Twente op haar proefschrift.
Ze gaat artikelen schrijven naar aanleiding van haar proefschrift en is
uitgenodigd voor diverse lezingen. Smits studeerde chemische technologie
en techniekfilosofie aan de Universiteit Twente. Bij TNO werkte ze hierna
bij het Studiecentrum voor Technologie en Beleid en deed onderzoek naar
duurzaamheidstrategieën. Ik miste de wetenschap
echter erg en ben toen AIO geworden aan de UT. Dat heb ik vier maanden
gedaan. Hierna werd ze coördinator van het onderzoeksprogramma
over afvalplastics en begon ze aan haar proefschrift. Als je met
een historische blik naar de controverses rond plastic en plastic afval
kijkt, worden problemen relatiever. Je ziet dat discussies zich herhalen.
Ook hierop is haar monstertheorie van toepassing.
In september 2000 begon Smits aan de TU/e bij de faculteit Technologie
Management. Alhoewel haar proefschrift gaat over hoe nieuwe technieken
worden ontvangen in de maatschappij, doceert ze dit niet aan de TU/e.
Aan de TU/e ligt de nadruk op ingenieursethiek. Mijn proefschrift
richt zich meer op techniek-ethische kwesties. De ingenieursethiek kijkt
hoe ingenieurs handelingsopties kunnen evalueren in geval van ethische
dilemmas in hun beroepspraktijk. In de techniekethiek gaat het meer
om de vraag hoe we maatschappelijk gezien kunnen omgaan met de dillemmas
waarvoor nieuwe technologie ons stelt. Smits is voorstander van
het filosofisch pragmatisme. Dat houdt in dat er geen absolute waarheden
zijn en dat de wereld zich steeds vernieuwt. Ze noemt zichzelf wel
een pessimist: De wereld verandert wel, maar dat lost niet per se
dingen op. Er komen nieuwe problemen bij. Er valt steeds meer te kiezen
door de nieuwe technieken. Het grensverleggende zorgt voor steeds meer
dilemmas in de maatschappij. Want waar ligt de grens tot waar we
handelen?/.
|