Rood is de voordeur, rood zijn de gordijnen, rood zijn de kaarsen en de kasten in de gezamenlijke woonkamer. Vanwaar die overkill aan rood in Huize Iknoria, dispuutshuis van het Eindhovens Studenten Corps (ESC)? “Het is de kleur van de hartstocht”, legt Sarah Galama, studente Technische Bedrijfskunde, uit. “We hebben ook rode truien en broeken die we tijdens dispuutsactiviteiten dragen.” Hartstochtelijk en actief, zo typeren de dispuutsleden zichzelf. Wie lid wil worden van Iknoria moet hart hebben voor het verenigingsleven en in zijn voor gezelligheid. “Je hoort het duidelijk als wij ergens zijn”, zeggen de bewoners met een lach. “Als het raam hier openstaat, hoor je ons op straat. Het is soms net een kippenhok!”
Een kippenhok zonder hanen dan, want in Huize Iknoria wonen enkel dames. Dat zie je meteen. Aan een hangkastje in de woonkamer hangen bijvoorbeeld kiekjes van de kinderen van voormalige bewoonsters. Terwijl mannelijke dispuutsleden hun thuishonk doorgaans volstouwen met straatborden, telt Huize Iknoria er hoogstens drie. Bouwkunde-studente Leone Vrieling denkt dat jongens hun attributen makkelijker van de straat kapen, “meisjes zijn daar toch iets te schijterig voor”. Een ander verschil is dat klusjes langer blijven liggen, omdat de meiden ze liever laten klaren door vaders of mannelijke aanverwanten. Toch heeft het leven in vrouwelijke kring grote voordelen, menen de bewoonsters. “Het is heel gezellig, er hangt een andere sfeer”, vertelt Suzan Kuylman, studente Technische Bedrijfskunde. “Je kunt overal over praten. Als er jongens bij zouden zitten, zou je je toch inhouden.”
De bewoonsters voelen zich meer vriendinnen dan huisgenotes en hun band duurt ook na de studie vaak voort. Vandaar de naam van het dispuut: ‘noria’ betekent oneindige keten, en ‘ik’ slaat op de vrouw die ieder is. Wie lid wordt van het dispuut, krijgt een eigen nummer dat wordt bijgeschreven op de rode keukenmuur. Dat de bewoonsters van het dispuutshuis zich geen nummer hoeven te voelen, blijkt uit de zorg waarmee zij elkaar omgeven. Leone wijst op een grote stoel met rode leuningen. “Als iemand afstudeert, wordt ze op deze stoel onder gezang het huis uitgedragen”, vertelt ze. “Maar de stoel wordt ook gebruikt als iemand een vriendje heeft. Als zijn vriendin er niet is, moet hij op de stoel zitten en vragen van de huisgenotes beantwoorden.”
Smaakt dat naar een wantrouwige houding jegens het andere geslacht? “Helemaal niet!”, roept Bouwkunde-studente Els van Oosten. Mannen zijn zelfs meer dan welkom, om te borrelen na het uitgaan bijvoorbeeld. Enig wantrouwen aan de mannelijke kant is wél geboden. De meiden beoefenen namelijk een typisch ‘vrouwelijke’ variant van de
dispuutsinval. “Voor ons lustrumfeest hebben we bij elk dispuut een attribuut gejat”, vertelt Leone trots. “Iedereen was verbaasd ze later terug te zien. We hebben het dan ook heel sneaky gedaan: op de koffie gaan en wat meenemen!”


Foto’s: Bart van Overbeeke