Belgers: “De CPU was zo groot als een Amerikaanse koelkast. Ook de harde schijven, de printer en de tapedrive waren ieder zo groot als een forse koelkast. In totaal besloeg die mainframe een hele schuur. Ik kreeg er tien
terminals bij, die hebben nog dienst gedaan als stoeltjes bij een tuinfeest”. Bij zijn afstuderen kreeg Belgers een 386 van zijn ouders. Vanaf dat moment werd er niets meer weggegooid en alleen nog maar verzameld.
“De spullen die je nu weggooit, zijn straks geld waard”, zegt Belgers. “51/4-floppies brengen per tien stuks twee euro op, 8”-schijven kunnen alweer vijf euro per stuk kosten. Het betekent alleen wel dat je die troep tien jaar lang moet verzamelen.” Bij hardwarehamsteraars geldt ook een beetje adagium van ‘wat de gek ervoor geeft’. Belgers: “Je moet weten wat het waard is, en wie het wil hebben. Een SCSI-insteek-kaart die ik niet meer kon gebruiken, was voor iemand anders 313 dollar waard.”
Hoog op Belgers’ verlanglijstje staat een 486i van Sun die in 1990 werd geïntroduceerd, maar waarvan er maar een paar honderd ‘in het wild zijn losgelaten’. “Normaal gesproken draaien Sun-machines op processoren van Motorola of SPARC. Maar Sun heeft ook een avontuurtje gehad aan de Amerikaanse Oostkust, waar ze Intels 386-processor gebruikten. Er is ook een versie op basis van de 486 (de voorganger van de Pentium, red.), maar die is nooit officieel uitgebracht. Ik weet dat Philips Eindhoven er ooit eentje heeft gehad, dus mogelijk staat hij op een paar kilometer afstand van mijn huis.”
Mail uit Korea
Uiterst zeldzame computers krijgen het label ‘Unobtainium’. De Apple I bijvoorbeeld, in elkaar geschroefd door Steve Wozniak, kostte in 1976 666 dollar en 99 cent. In 1999 bracht een Apple I vijftigduizend dollar op bij een veiling. Maar het is niet alleen de curiositeitswaarde die de prijs van oude systemen bepaalt; soms is het bittere noodzaak. “Twee jaar geleden kreeg ik een mailtje uit Korea van iemand die belangstelling had voor mijn Sun 3/280. In eerste instantie nam ik het niet serieus, dus ik ging er niet op in. Uiteindelijk kreeg ik nog een mailtje; het bleek een bedrijf te zijn dat nog steeds met die Sun werkte en een backup-systeem wilde hebben. Daarvoor wilden ze vijfduizend dollar betalen. Uiteindelijk heb ik die machine in een houten kist verzonden via FedEx, wat ook nog eens 680 euro kostte. Van het geld dat ik kreeg, heb ik uiteindelijk een Apple NeXT-systeem gekocht.” Belgers zet de machine aan en de harde schijf komt, ratelend als een pan popcorn, tot leven. “Af en toe aanzetten is goed voor de harddisk, anders krijg je stictie”, zegt hij. “Daarom moet je ouwe machines af en toe een zwaai geven bij het opstarten.” Belgers is niet het type dat witte handschoentjes aantrekt voordat hij een computer aanraakt. Enthousiast schroeft hij machines open om de techniek te laten zien, zoals bijvoorbeeld de NCR Tower 32/200, waarvan de processor -een Motorola 68020- wordt gekoeld door een pakketje gel.
Antiek
Belgers verzamelt niet alleen hardware maar ook software. Om antieke datadragers zoals 8 inch diskettes en computertapes in te lezen, heeft Belgers een aparte computer samengesteld. Voor historici en opsporingsambtenaren kan dat nog eens van pas komen. “Ik ben de enige in Nederland die zulke tapes nog kan inlezen.” Soms treft Belgers nog wat data aan in de hardware die hij onder zijn hoede neemt. “Ik zal geen namen noemen, maar ik heb een computer gehad waar een hele trits creditcardnummers op stond.”
Ook al heb je 158 computers, je kunt uiteindelijk maar op één tegelijk werken. Belgers’ werkpaard is een 15 inch Powerbook. Zijn hardcore BSD-vrienden begrijpen dat niet altijd. “Alles wat je op zo’n Mac kan, kan ik ook onder BSD, zeggen ze dan”, zegt Belgers. “Dat is misschien wel zo, maar op die Mac werkt het wel meteen. Je hoeft niet uren te tweaken voordat het allemaal loopt.”
Belgers is getrouwd. Wat vindt zijn vrouw eigenlijk van zijn hobby? “Ze heeft zelf ook een it-achtergrond, dus ze begrijpt het wel een beetje. Het moet ook niet uit de hand lopen. Ik ken ook mensen die hun hele huiskamer hebben volgebouwd; daar struikel je over de kabels. Maar die hebben dan ook geen vriendin.”/.
|