Achtergrond

Van financieel goudmijntje tot budgettaire verliespost

Sluiting AOR stemt huidige en oud-medewerkers treurig





Sluiting AOR/Han Konings

Na ruim veertig jaar ging vorige week voorgoed de knip op de deur bij de Algemene Ontmoetingsruimte (AOR). Door teruglopende bezoekersaantallen en een oplopende schuldenlast was een gezonde exploitatie van het studentencafé niet meer mogelijk. Zicht op verbetering was er nauwelijks. Vooral bij ouderejaars en alumni van de TU/e en Fontys zal het gevoelens van nostalgie en treurnis losmaken. Weer verdwijnt er een stukje jeugdsentiment. Ditmaal in de vorm van een roemrucht en zeer succesvol studentencafé, dat in 1964 van start ging als een gezamenlijk initiatief van de drie studentenverenigingen. Ook de huidige en oud-medewerkers vinden het doodzonde. Maar, zoals Hans Hendriks, bestuurslid uit het begin van de jaren negentig, zegt: “Ik vind het klasse dat het bestuur nu met een rechte rug een moeilijke beslissing neemt. Dat is beter dan dat ze het helemaal de mist in laten gaan”.

Veel oud-studenten van de TU/e en Fontys en veel mensen die in de jaren
zeventig, tachtig en negentig de middelbare school doorliepen, konden zich vorige week ongetwijfeld vinden in de liefdesverklaring die columniste Corrie de Leeuw in het Eindhovens Dagblad publiceerde over ‘haar’ AOR. De zinsnede ‘in geen enkel café voelde ik me zo thuis als in de AOR’ zal ook hen op het lijf geschreven zijn. Goedkoop bier, tafelvoetbal en de altijd voorradige en voordelige kroketten en hamburgers waren dé ingrediënten waarmee de AOR zich in die jaren immens populair maakte bij deze groep jonge mensen. De sfeer was altijd ontspannen, er werd volop gediscussieerd en optredens mondden vaak uit in één groot feest. Vooral het bier stroomde dan rijkelijk, feesten kregen met terugwerkende kracht een legendarische dimensie en de cafébazen in de binnenstad waren stinkend jaloers vanwege de vorstelijke omzetten die jaarlijks gedraaid werden. Begin jaren negentig was de AOR landelijk nummer twee op de lijst als het ging om de jaaromzet van het bier van Dommelsch. Ook werd rond die tijd door medewerkers van het studentencafé een cultureel evenement op poten gezet, dat nu jaarlijks nog vele duizenden bezoekers naar de campus van de universiteit weet te trekken: het Virus-festival.



Foto’s: archief | Foto: Bram Saeys

Brand
Het initiatief tot de oprichting van de AOR kwam van de studentenverenigingen ESC, SSRE en Demos. Zij wilden dat er een plek kwam waar studenten, ongeacht of ze wel of geen lid waren van een vereniging, elkaar konden treffen. Na de oprichting werd in januari 1964 als eerste locatie een noodgebouw betrokken achter de villa van het Eindhovens Studenten Corps aan de Parklaan. DAF-directeur dr. Huub van Doorne verrichtte de officiële opening. Veel bier werd hier niet getapt, want al op 13 april van dat jaar was een defecte oliekachel er de oorzaak van dat het hele gebouw tot de grond toe afbrandde. Rond die tijd werden er ook al ideeën ontwikkeld voor de bouw van een centraal gebouwencomplex, waarin de mensa, de studentenverenigingen en de AOR een plek zouden krijgen. Dat complex, de huidige Bunker, moest verrijzen op het Noordplein achter de toenmalige Boerenleenbank (nu de Rabobank). Een voormalige linnenfabriek in de Dommelstraat en De Effenaar boden tot de oplevering van De Bunker onderdak aan de AOR. Het Rotterdamse architectenbureau Maaskant ging inmiddels aan de slag met De Bunker en in 1970 vond de verhuizing naar de betonnen kolos aan de Kennedylaan plaats.
De AOR bleek een schot in de roos. De bezoekers kwamen zowel van de universiteit als van de hogeschool, maar ook veel middelbare scholieren wisten de weg naar het studentencafé te vinden. De officiële toegangseis dat men wel moest studeren, werd handig omzeild door de invoering en soepele verstrekking van een eigen toegangspas. Wie de karakteristieke pas eenmaal in bezit had, kon die jaarlijks moeiteloos laten vernieuwen.
Voor de opslag van het bier moest steeds meer capaciteit geschapen worden, waarbij de AOR voorop liep bij de toepassing van de nieuwste technieken. Begin 1981 werden vier nieuw geplaatste duizendlitertanks symbolisch beschilderd als koe en kregen toepasselijke namen: Marta 1, Berta 2, Drika 3 en Klara 4. Zowel voor de AOR als voor de brouwerij was het café een ware melkkoe. In de hoogtijdagen stonden er zo’n 65 barkeepers op de loonlijst en was de titel ‘hét studentencafé van Eindhoven’ zeker niet te hoog gegrepen. In 1994 draaide de AOR nog een recordomzet van één miljoen gulden. Alleen al tijdens de Intro werd er twaalfduizend liter bier geschonken.
De laatste jaren liepen de bezoekersaantallen echter sterk terug. Verbouwingen van de bars en nieuwe activiteiten moesten de student weer naar De Bunker lokken. Maar die student moest zijn kostbare tijd steeds zorgvuldiger verdelen over de studie, een bijbaantje en zijn sportactiviteiten. Voor cafébezoek blijft dan nog maar weinig tijd over. Problemen met de fiscus, vorderingen van het GAK en het nog maar moeilijk kunnen vinden van bestuursleden droegen bij aan de verdere teloorgang van het eens zo prestigieuze café. Ook de brouwerij zag er uiteindelijk geen toekomst meer in. De medewerkers kunnen echter terugzien op een roemrucht verleden. Naast een lokale status in Eindhoven en omstreken had de AOR mede door het Virusfestival in de jaren negentig ook een nationale uitstraling. Niet slecht voor een café dat al die jaren gedraaid heeft onder het motto ‘voor studenten en door studenten’. Volgens oud-bestuurslid Hans Hendriks zou het nog niet over hoeven te zijn: “Er lopen in Eindhoven nu meer studenten rond dan vroeger. Dan is er toch gewoon een doelgroep voor een goed studentencafé?”/.


Foto: Bart van Overbeeke


Foto's: Bram Saeys