Achtergrond

Meeste bewoners spaceboxen tevreden

Spaceboxers/Gerard Verhoogt
Foto’s/Bart van Overbeeke

Waar Amerika zijn spacecowboys heeft, kent Nederland zijn spaceboxers. Op 3 augustus betrokken de eerste reguliere en buitenlandse studenten hun nieuwe tijdelijke behuizing bij de parkeerplaats van E-hoog. Daarmee is Eindhoven de derde stad in Nederland met spaceboxen; Delft en Utrecht gingen Eindhoven voor. Vooral de Delftse studenten hadden veel klachten. Daarom de vraag: hoe bevalt het de Eindhovense spaceboxers in hun nieuwe woning?

Ze staan aan de Lismortel, bij de Dommel: de twee gebouwen met spaceboxen. Drie verdiepingen hoog, met zeven kamers aan beide kanten van de centrale gang, die van beide kanten toegankelijk is. Achttien kamers worden gestoffeerd verhuurd aan reguliere studenten.
De overige 66 gaan, gemeubileerd, naar buitenlandse studenten van de TU/e en Fontys Hogescholen.
Wie die aan de westelijke, oostelijke of noordelijke kant woont, kijkt uit op en over de Dommel, de bomen of het grasveld. Wie aan de zuidkant woont, wordt steeds herinnerd aan het doel van zijn aanwezigheid, want hij of zij kijkt uit op de gebouwen van het Hoofdgebouw, Elektrotechniek, E -laag en het EE-gebouw. Tussen de kamers in is er, zowel horizontaal als verticaal, een ruimte van circa tien centimeter open.

Dit om geluidsoverlast tussen de spaceboxen tegen te gaan. Dat is
belangrijk, want de centrale gang en de trappen zijn van metaal, niet het meest dempende materiaal. Een bel is er niet aan de deur; wie op bezoek komt, moet ouderwets aankloppen.

Loren Weith

Weith komt uit de VS, studeerde aan de Toledo University (Ohio)
en komt hier om zijn master Informatica te halen, met als
specialisatie beveiliging en cryptologie. Thuis oriënteerde hij zich eerst via tijdschriften en conferentieverslagen, alvorens hij besloot in Eindhoven te gaan studeren. Hij installeerde zich hier op maandag 22 augustus, nadat hij daarvoor drie dagen elders woonde, als onderhuurder bij een andere student.
Weith: “Mijn voorkeur ging uit naar een studentenhuis. Toen het daar niet beviel, heb ik me alsnog aangemeld voor de spaceboxen. Deze ruimte bleek mee te vallen. Het is groter dan ik dacht toen ik de website bekeek. Alles was nieuw toen ik hier aankwam: de gordijnen, het bed, het kussen zat nog in de verpakking, de keuken met potten, pannen en elektrisch kookplaatje, tafels en stoelen tot het vuilnisbakje aan toe. Het enige dat ontbrak, was toiletpapier, toch ook niet onbelangrijk”.
Zelf is hij niet zo’n koker, dus warm eten haalt hij elders of hij houdt het bij sandwiches.
Weith overweegt overigens wel om het kookplaatje te vervangen door een magnetron.
Maar hoe bevalt het hem verder? Weith: “Het is niet slecht, maar het is moeilijk vergelijken. Het is wel fijn dat alles was ingericht. Mijn vorige ‘woning’ in Eindhoven was ver van het centrum, dus een fiets had ik al aangeschaft en dat is heel handig. Je kunt hier rustig fietsen zonder dat je meteen aangereden wordt, zoals in Amerika het geval zou zijn”.
’s Avonds is het erg rustig op de campus, wat Weith wel prettig vindt. Van burengerucht heeft hij geen last, alleen: “De ventilator maakt veel geluid, gelukkig was ik daar na een dag aan gewend. Ik woonde in de States ook in een redelijk rustige omgeving, maar daar vlogen regelmatig helikopters over. Dus dit is beter”.
Echte nadelen van de spacebox kan hij niet noemen, of het moet zijn dat hij vanuit zijn raam de collegelokalen kan zien. Hoewel hij dat bij nader inzien zowel een voor- als een nadeel vindt. En nog een voordeel: hij hoeft niet veel te poetsen. Het enige echte probleem is dat hij kan nog niet internetten. Weith: “De papieren heb ik de eerste dag al ingevuld, maar de gegevens zijn blijkbaar nog niet verwerkt. Dat is jammer, want ik gebruik internet veel”.
Gaat hij nu alsnog een kamer elders zoeken of blijft hij hier? Weith: “It’s nice here”. Verder heeft hij er eigenlijk nog niet over nagedacht. Hij heeft wel eens contact met andere spaceboxers, vooral nu er deze week een programma is voor internationale studenten. Het centrum, waar hij ook zijn boodschappen haalt, hebben ze ook al gevonden; ze zijn al een avondje wezen stappen in de stad: “Ik houd van Belgische bieren, vooral van Trappist”.

 

Jan Belon

De Belgische eerstejaars Industrial Design woont sinds 5 augustus in de spaceboxen en is daarmee een van de eerste bewoners. Omdat een opleiding industrieel ontwerpen in België niet bestaat, ging hij naar
de TU/e. Hij stond al anderhalf jaar bij Vestide ingeschreven en heeft nu het voordeel dat er voor buitenlanders extra ruimte in de spaceboxen is gereserveerd. Daar kon hij dus snel terecht. “Hoewel er Nederlandse studenten zijn die van verder weg moeten komen, zoals uit Friesland of Groningen.”
Belon vervolgt: “Ook in de intro-week zat ik hier, maar dat was alleen maar om te slapen. Over het algemeen is het hier ’s avonds rustig. Ik vind het sowieso tof om in een spacebox te wonen: een grote ruimte, een eigen badkamer en keuken én dicht bij de opleiding.”
Die keuken en sanitair zijn voor Belon belangrijk omdat hij weet dat het dan schoon blijft.
Hij twijfelt eraan of dat in studentenhuizen wel goed genoeg gebeurt. Belon huurt een gestoffeerde kamer, de spullen in zijn kamer -bed, tafel, kasten, boekenplanken- bracht hij van thuis mee. Het aantal kookplaatjes -twee- is volgens hem genoeg voor studenten.
Nadelen weet hij eigenlijk niet op te noemen, voordelen wel: het fraaie uitzicht op de Dommel, lekker rustig, maar vijf minuutjes fietsen van de stad. Het viaduct onder de spoorlaan vindt hij niet vervelend, al is het een beetje verlaten. Maar er zijn altijd wel mensen in de buurt of studenten bij.
Medebewoners heeft hij nauwelijks gezien, maar dat zal ongetwijfeld nog komen.
Van burengerucht heeft hij evenmin last, de ruimte tussen de spaceboxen is groot genoeg. Ook van boven -Belon woont op de begane grond- heeft hij geen geluiden gehoord. “Als daar al iemand woont.” Belon wil hier dan ook zijn hele studietijd hier blijven wonen. Het enige minpuntje is de ventilator. Die maakt relatief veel lawaai, waar hij overigens snel aan gewend was. “De ventilatie zelf is overigens uitstekend”, zo laat hij weten.
Bezoek van buiten de campus, behalve zijn ouders, heeft hij niet gehad. Dus of die de weg kunnen vinden zonder specifieke aanwijzingen, is nog een verrassing.

 

Fang Yang

Deze Chinese masterstudente Computerscience woont hier nu meer dan een week en het bevalt haar uitstekend. Alleen al door de omgeving, die ze geweldig vindt. Hiervoor studeerde Yang aan de Peking University of Technology, daarna ging ze naar Parijs en nu zit ze in Eindhoven. Vooral vergeleken met Parijs is het hier beter. Daar woonde ze in een studentenhuis met gemeenschappelijke badkamer en keuken. Dat betekende dat ze veel moest wachten en het was er blijkbaar ook niet altijd even schoon. Wat overigens niet wil zeggen dat ze helemaal niets te klagen heeft over de spacebox. Yang: “Een van de lampen werkt niet en het kookplaatje doet het ook niet, waarschijnlijk is het iets met de stekker. Gelukkig woont mijn vriend iets verderop, dus daar kan ik warm eten. Ik heb al een klacht doorgegeven via de website, maar Vestide vroeg om meer specificaties en die heb ik ze nog niet kunnen geven”.
De ruimte vindt ze groot en comfortabel genoeg en van lawaai uit de omgeving heeft ze geen last. Yang: “Alleen de ventilator maakt veel lawaai. Het heeft een paar dagen geduurd voor ik daar een beetje aan gewend was. Of ik de hele studietijd hier blijf wonen? Dat weet ik nog niet. Het is wel een beetje duur, maar de omgeving is geweldig. En alles is lekker dichtbij”. Een fiets heeft ze niet, maar dat lijkt alleen een kwestie van tijd. En bij haar werkt internet wel.

 

Tonnie Braspennincx

Braspennincx studeert voor het tweede jaar Small Busines & Retail Management aan de Fontys Academie, maar zijn ouderlijk huis staat in België (Meerne). Hij moet dit semester zijn P halen, anders mag hij een andere studie zoeken. Maar deze flamboyant uitziende student wil toch wel weg: “Bijvoorbeeld naar Den Haag of Rotterdam, dat zijn veel leukere steden.”
Na een wachttijd van één jaar en acht maanden verhuisde hij op 3 augustus naar een spacebox. Het eerste dat hij daarover zegt is: “Het uitzicht en de omgeving met de Dommel zijn geweldig”. Hij heeft, het is maandagmorgen, zijn voordeur opengezet om die buitenwereld binnen te laten, hetgeen met een hoekwoning makkelijk kan. Hij vindt dat de spacebox praktisch is ingericht, maar dat ie veel te klein is. Al is de vergelijking niet helemaal eerlijk. Braspennincx: “Hiervoor woonde ik met een vriend op een appartement van honderdtwintig vierkante meter en dan is het hier behelpen. Maar misschien is die breedbeeld-tv die ik heb gekocht wel iets te groot voor hier. En met een tweepersoonsbed wordt het dan al gauw passen en meten.
Het liefst had ik mijn kamer nog wat verbouwd en er een inklapbaar barretje in gemonteerd, maar van Vestide mag je niet boren of verlijmen. Dat heb ik dus maar achterwege gelaten”.
Last van anderen heeft hij niet veel, in tegenstelling tot, alweer, in het appartement, dat boven een café lag. Braspennincx: “Het is hier wel vervelend als mensen ’s nachts thuiskomen na een avondje stappen. Dat is luidruchtig, vooral door de ijzeren trappen. Andere overlast heb je van mensen die op de bankjes zitten te kletsen, die voor de spaceboxen staan.”
’s Avonds parkeren studenten, voor ze naar het sportcentrum gaan, hun fiets tegenover de spaceboxen in het gras. Dat is niet storend, maar juist gezellig, vindt de student. En: “Een groot pluspunt is de gratis parkeerplaats voor mijn auto.”
De huurprijs vindt hij daarentegen, afgemeten aan de grootte van zijn kamer, te hoog. Hij is ook niet te spreken over de internetverbinding: “Die werkt nog steeds niet, ook niet na diverse telefoontjes. Je moet overal zelf achteraan gaan. Ook om mijn geld terug te krijgen, want ik heb nu wel een maand voor niets betaald”.
Koken deed hij onlangs voor het eerst, daarvoor leefde hij van broodjes en afhaalmaaltijden. Maar het elektrisch koken wil niet echt wennen, gas zou veel beter zijn. Overigens is de verwarming fantastisch, maar wennen aan het geluid van de ventilator is hem nog niet gelukt.
En wensen? Die heeft hij wel: tuinmeubilair.

 

Zhou Yayun

Het bevalt deze Chinese studente Wiskunde en Informatica goed in haar spacebox, waar ze nu een week woont. Die woonruimte is overigens tijdelijk, want volgend jaar gaat ze in Linz (Oostenrijk) studeren, aangezien ze hier voor een project van één jaar is. Ze woont aan het eind van de eerste verdieping en dat heeft nadelen: “In het weekend was er wat herrie toen er mensen terugkwamen uit de stad”. Die geluidsoverlast betrof zowel het harde praten als het geluid van de ijzeren trappen die ze opklommen. Maar verder heeft Yayun weinig klachten over haar gemeubileerde kamer: “De ruimte is goed en comfortabel.
Alles is aanwezig en functioneert goed. Waarschijnlijk blijf ik dit jaar in de spacebox wonen”.
De netwerkverbinding moet ze nog uitproberen, maar dat kan pas als ze haar laptop heeft.
Ook de keuken is prima, al had ze liever een magnetron gehad in plaats van de elektrische kookplaatjes: “Die worden niet zo snel warm en als het zover is, blijven ze een hele tijd heet”. Alleen heeft ze pech met het uitzicht, want ze kijkt grotendeels uit op een hoek van een andere spacebox. Het andere stukje biedt uitzicht op het parkgedeelte van de campus. Als ze dan toch een punt van kritiek moet geven, betreft het de huurprijs, daar zou best iets vanaf mogen.
Maar verder bevalt het haar prima: “Yes, it’s nice here”.

 

Spaceboxen in een half jaar gerealiseerd

Met een dag heien werd in maart 2005 begonnen met het bouwrijp maken van de grond bij de parkeerplaats van Elektrotechniek. Heien was noodzakelijk omdat het grondgebied van de TU/e in het oude stroomgebied van de Dommel ligt. Zo startte de bouw van de spaceboxen, een initiatief van studentenhuisvestingorganisatie Woonbedrijf - district Vestide, die daarin circa tweeënhalf miljoen euro investeerde. Vestide beheert en onderhoudt de spaceboxen, waar 84 buitenlandse en reguliere studenten van de TU/e en Fontys Hogescholen onderdak zullen vinden. De buitenlandse studenten komen uit België, Jordanië, Portugal, Indonesië, Kenia, Tanzania, Frankrijk, Ethiopië, Noorwegen, Griekenland, Amerika, Turkije, China, India en Mexico.
In totaal zijn er 84 boxen geplaatst, gebaseerd op het verwachte aantal buitenlandse studenten. Gitte Boudry, communicatiemedewerker Sector Wonen van Woonbedrijf: “We hebben aan de TU/e en Fontys gevraagd hoeveel spaceboxen zij wensten. Fontys gaf aan tien boxen te willen, de TU/e kon 56 studenten plaatsen. De spaceboxen blijven vijf jaar staan, net zo lang als de wettelijk vastgestelde periode voor tijdelijke huisvesting toestaat, zoals staat in de Wet Ruimtelijke Ordening. Wat er daarna mee gebeurt? Ze gaan technisch twintig jaar mee en zijn gemakkelijk te verplaatsen. Maar we weten nog niet wat de bestemming daarna wordt”.
Hoe zit het met de toewijzing van bewoners, kunnen studenten een voorkeur opgeven als ze zich aanmelden? Boudry: “Voor de reguliere kamermarkt zijn de boxen geadverteerd via het Woonruimte Verdeelsysteem, dus zeg maar via inschrijven en reageren. Het opgeven van een voorkeur is met dit systeem niet mogelijk. De plaatsing van buitenlandse studenten werkt niet via het Woonruimte Verdeelsysteem, omdat Fontys en de TU/e hun eigen instanties hebben voor de huisvesting van de buitenlandse studenten”.
De spaceboxen, met een oppervlakte van ongeveer negentien vierkante meter, worden zowel gestoffeerd als gemeubileerd verhuurd. Er is geen onderverdeling gemaakt naar gestoffeerde en gemeubileerde kamers. Dat geldt ook voor de verdeling van de studenten over de spaceboxen: de studenten zijn willekeurig door elkaar geplaatst. Een gestoffeerde spacebox heeft vloerbedekking, marmoleum en er hangen gordijnen. Een gemeubileerde ruimte is altijd gestoffeerd, maar daar is ook keukeninventaris aanwezig, evenals een stofzuiger, een bed met matras, lampen, kast, tafel met stoelen, gemakkelijke stoel, koelkast en een elektrisch kookplaatje.
De huurprijzen, die inclusief gas, water, internet en elektra zijn, zijn mede afhankelijk van het soort kamer. Reguliere studenten betalen driehonderd euro voor een gestoffeerde kamer, buitenlandse studenten betalen dertig euro meer voor een gestoffeerde en gemeubileerde woonruimte. Voor internet zijn de studenten aangesloten op het TU/e-netwerk.
Op 12 september is de officiële opening van de spaceboxen, met een speciaal openingsprogramma, waarover tegen die tijd meer wordt bekendgemaakt.