De machine als virtuele coach

Persuasive technology/
Chriz van de Graaf

Wel de wil om regelmatig een uur te hardlopen, maar niet de discipline om het daadwerkelijk te dóen. Onmiskenbaar de wens om minder te eten en af te vallen, maar niet de daadkracht om ook echt dag in dag uit de trek te trotseren. Het zijn misschien wel de meest slepende gevechten die een mens met zichzelf kan voeren. Wanneer de eerste schaamte is overwonnen, wordt vaak de hulp van een partner of vriend ingeroepen. Een volgende stap is een lotgenotengezelschap of een persoonlijke coach. Die laatste boekt vaak goede resultaten, maar kost ook een aardige duit. De voor de hand liggende oplossing: een elektronische coach, overal en altijd tot uw beschikking. En daar wordt door wetenschappers aan gewerkt. De belangrijkste uitdaging: mensen verleiden tot een gedragsverandering, zonder aversie op te wekken.

Het is zo’n onderzoeksgebied waarvoor pas recent de piketpaaltjes zijn geslagen die het afbakenen. Eind 2002 kwam Stanford-wetenschapper BJ Fogg met het standaardwerk: ‘Persuasive Technology: Using Computers to Change What We Think and Do’. Persuasive technology is kort samengevat technologie met als doel het gedrag en/of de houding van mensen te veranderen.
Een reden voor de korte geschiedenis van het vak is het multidisciplinaire karakter; kennis van psychologie, techniek en design is noodzakelijk om tot resultaten te komen, en die disciplines hebben elkaar lange tijd niet kunnen vinden. Zo moeten de onderzoekers weten wat nodig is om mensen uit hun gedragspatronen te halen. Dat is een onderwerp waarmee de psychologie zich al decennialang bezighoudt en waarvoor geen handzame, universele methode geformuleerd kan worden. Daarnaast moet persuasive technology de technieken ontwikkelen waarmee gegevens uit de omgeving kunnen worden opgepikt en geïnterpreteerd. Daarmee moeten vervolgens, op de gewenste tijd en de gewenste plaats, de boodschappen worden gegeven die iemand motiveren tot een gewenst gedrag dat zonder de techniek niet zou zijn vertoond. Die communicatie kan bijvoorbeeld met geschreven en gesproken tekst, met beelden, met een stripfiguurtje of mens op een beeldscherm, maar ook met minder expliciete signalen zoals een geluid, trilling of kleur. De belangrijkste voorwaarde is dat het door de ontvanger wordt geaccepteerd.
Het bekendste voorbeeld van persuasive technology is WorkPace, een computerprogramma om RSI te voorkomen. De software registreert het toetsenbord- en muisgebruik en meldt zich wanneer te lang en/of te intensief aan de computer wordt gewerkt. Het programma adviseert dan om de activiteiten te staken en biedt oefeningen waarmee overbelasting van pezen en spieren wordt voorkomen. WorkPace heeft bewezen dat het werkt, want veel gebruikers vertrouwen de informatie en volgen de instructies op. “Je kunt de adviezen op het beeldscherm wegklikken, maar ze komen terug en worden steeds harder”, zegt dr.ir. Yvonne de Kort, universitair docent omgevingspsychologie en werkzaam bij de groep Mens Techniek Interactie van de faculteit Technologie Management. “Het programmaatje wordt chagrijnig en geeft je een schuldgevoel. Heel vreemd, maar je wilt het toch tevreden houden.”

Streven
Met sociale signalen kan een machine ons dus bewegen ons gedrag te veranderen. En hoe beter de machine ons kent, hoe effectiever ze kan helpen. Daarom maken onderzoekers de programma’s steeds intelligenter en worden deze steeds meer afgestemd op de individuele gebruiker. Zo’n slimme elektronische coach kent iemands huidige gedrag en weet wat zijn of haar streven is. Het biedt een realistisch en haalbaar programma aan, dat de progressie analyseert en de lat telkens iets hoger legt.
“We doen samen met Philips onderzoek naar een apparaat dat helpt bij het hardlopen”, vertelt dr. Wijnand IJsselsteijn, opgeleid als neuropsycholoog en gepromoveerd bij Technische Innovatiewetenschappen aan de TU/e. “We koppelen een mp3-speler, een stappenteller en een hartslagmeter om het looptempo met muziek te beïnvloeden. Het veranderen van het tempo van het geluid kan de snelheid van de stappen verhogen. Dat doen we zo dat de loper het niet opmerkt.” Binnenkort lopen proefpersonen over de TU/e-campus om de apparatuur te testen. IJsselsteijn verwacht dat zo’n type loopcoach op korte termijn te koop is. Daar ziet hij naar uit, niet in het minst omdat hij naar eigen zeggen zelf een echte couch potato is die graag meer wil gaan bewegen.
Eén methode waarmee iedereen kan worden verleid tot een gedragsverandering is er helaas niet. IJsselsteijn onderzocht samen met collega en levensgezel De Kort op welk type mens welke aanpak het meeste effect heeft. Op een beeldscherm toonden ze de foto van een echte mens die instructies geeft. IJsselsteijn: “We hebben verschillende types uitgezocht die door de proefpersonen op het eerste oog gelijk werden beoordeeld wat betreft hun betrouwbaarheid en kennis van zaken. We hadden de coaches gedifferentieerd op geslacht en hun manier van motiveren: directief of democratisch. Het bleek dat dominante mensen zich meer laten sturen door een dominante coach en minder dominanten beter regeren op democratische motivering. Met betrekking tot het geslacht hadden we verwacht dat vrouwen liever een vrouw voor zich zouden hebben en mannen een man. De opmerkelijke uitkomst was dat de dominante vrouw door niemand wordt gewaardeerd. Dat type is voor man en vrouw een feeks”.

Ethische overwegingen
De machine als middel om ons te helpen in het verwezenlijken van onze ambities en wensen. Wanneer het bewezen werkt, lijkt het accepteren ervan zo evident als het gebruik van een boodschappentas of kruiwagen. Toch is het onderzoek omgeven met ethische overwegingen. De Kort: “Mensen willen volledige controle over hun eigen leven en wanneer ze moeten toegeven dat een machine een gedragsverandering teweeg kan brengen, zetten ze hun stekels op”. Om die reden spreken de onderzoekers ook liever van motiverende of verleidende technologie dan van persuasive -overtuigende, overredende- technologie.
Buiten de discussie over de benaming van het vakgebied is er een veel belangrijkere vraag: waar zet je gedragsbeïnvloedende technologie voor in? IJsselsteijn: “Ze moet ten dienste staan van het welzijn van de mens. Wanneer ze bijvoorbeeld wordt ontwikkeld om mensen aan te zetten tot het kopen van producten, dan doen wij niet mee. We werken aan applicaties die we zelf willen gebruiken of die mensen kunnen helpen. Noem het idealisme”./.

Een proefpersoon joggend op adaptieve muziek tijdens een experiment in het Studentensportcentrum vorig jaar. Adaptieve muziek kan zich aanpassen aan het loopritme van de jogger, maar ook sturend werken door bijvoorbeeld het tempo van de muziek iets te verhogen of te verlagen, afhankelijk van de hartslag. Op zijn lichaam draagt hij apparatuur voor het meten van de hartslag en stapsnelheid en het weergeven van muziek. Inmiddels draait de software op een pocket-pc.



Op donderdag 18 en vrijdag 19 mei vindt aan de TU/e een conferentie over de verleidende technologie plaats. Initiatiefnemers zijn dr. Wijnand IJsselsteijn en dr.ir. Yvonne de Kort van de groep Mens Techniek Interactie van de faculteit Technologie Management, die samen met prof.dr. Cees Midden van diezelfde groep en prof.dr.ir. Berry Eggen en dr. Elise van den Hoven van de faculteit Industrial Design dit evenement organiseren. Voorheen kwamen technologen, psychologen en designers los van elkaar samen op conferenties om de stand van zaken binnen hun vakgebied te bespreken. Deze conferentie is de eerste die alle disciplines rondom dit onderwerp bijeenbrengt. Behalve de algemene invalshoeken psychologie, design en technologie komen drie speciale thema’s aan bod: de ethiek van het onderzoek, ambient intelligence en gerontechnologie (onderzoek gericht op het waarborgen van een goede gezondheid, maatschappelijke participatie en zelfstandigheid, tot op een hoge leeftijd).
Volgens de organisatoren is de conferentie een schot in de roos. IJsselsteijn: “Als je het idee opvat dit te doen, weet je nog niet of mensen zich in het onderwerp herkennen. Nu blijkt dat het zeer snel rond zoemt en mensen meteen weten of ze binnen het vakgebied actief zijn”.
Eén van de sprekers is BJ Fogg die met het standaardwerk‘ Persuasive Technology: Using Computers to Change What We Think and Do’ de grondlegger is van het vakgebied.

Meer informatie over de conferentie: www.persuasivetechnology.org.