Interview/ Gerard Smits

“Ik zou graag naar de Paralympics gaan”

Jim Heirbaut
Foto: Bart van Overbeeke

Voor opvallend kleine mensen worden hardnekkig de termen ‘lilliputter’ of ‘dwerg’ gebruikt. Maar liever heeft zesdejaars student Elektrotechniek Gerard Smits dat men hem ‘kleine mens’ noemt. Smits’ intensieve trainingsarbeid leverde hem bij de Europese kampioenschappen zwemmen voor kleine mensen begin augustus drie gouden medailles op. Nu lonken de Paralympics in 2008.

Zittend aan een tafel voor het interview valt het nauwelijks op dat Smits (26) slechts 145 centimeter lang is. Zijn rug heeft dan ook nagenoeg een normale lengte; het zijn zijn benen en armen die door een genetische afwijking veel korter zijn. Door een mutatie in zijn genen zijn de groeischijven bij hem sneller verhard tijdens de groei. Daardoor zijn zijn ledematen veel minder hard gegroeid dan normaal. Wat hem niet belet om topprestaties te leveren in het zwembad. Begin augustus nam Smits deel aan het Europees kampioenschap voor kleine mensen in het Noord-Ierse Belfast. En met veel succes. Hij won goud op alledrie de zwemafstanden waarop hij uitkwam: de vijftig meter vrij en vlinder en honderd meter vrij.
De student is dan ook erg fanatiek met zijn sport bezig. In de zomervakantie trainde hij mee bij PSV, waar hij zijn snelheid op de sprintnummers wat kon aanscherpen. Gedurende het collegejaar traint Smits vier dagen per week een paar uur bij studenten zwemvereniging Nayade. Daarnaast zwemt hij ook nog steeds bij burgerzwemvereniging Nautilus in Veghel, waar hij vandaan komt. Tel daar nog de zwemwedstrijden bij en het waterpoloën dat hij ook bij Nayade doet, en je kunt wel nagaan dat Smits geen tijd over heeft voor andere sporten. “Ik zwem al sinds mijn achtste en heb onbewust nooit andere sporten gedaan. Volgens mij zou ik in andere sporten toch meer beperkt zijn.” Toch komt ook bij het zwemmen de nadruk technisch gezien op andere dingen te liggen. “Zo haal ik bij de vlinderslag meer uit mijn benen dan anderen. Laatst kreeg ik nog complimenten voor mijn vlinderslagtechniek.”
Over precies twee jaar zijn de Paralympics in Beijing, vlak na de reguliere Olympische Spelen. Gaat het nog niet jeuken, na de recente Europese successen? “Ja, daar zou ik heel graag heen willen. Ik heb de tijden gezien die zijn gezwommen op de vorige Paralympics en of ik kans maak, hangt erg af van in welke klasse ik zou moeten zwemmen. Dat soort dingen ga ik nu wel uitzoeken.” De eerste gelegenheid voor Smits om zijn krachten te meten met de wereldtop zijn de wereldkampioenschappen zwemmen voor kleine mensen in december in Zuid-Afrika. Meedoen is alleen wel duur: zo’n 350 euro. “En dan heb je nog geen vliegreis en hotel geboekt”, aldus de student. “Maar met de successen die ik nu heb behaald, kan ik misschien wel een sponsor vinden.”
Zijn kleine postuur is ook regelmatig onhandig. “Ja, het zijn de bekende problemen hè. De hoge keukenkastjes of de bovenste schappen in de supermarkt. Ik vraag dan of iemand iets voor mij wil pakken. Soms word je daar wel moe van, maar ik zou er geen boodschap om laten staan.” Vervelender wordt het bij relaties. Smits heeft op het moment geen vriendin. Iemand versieren is voor hem lastiger dan voor de gemiddelde mens, die minder opvalt. “Je hoort in reacties terug: ‘Je bent erg aardig, maar wel anders’. Dat is soms wel even slikken.” Maar klein zijn kan ook voordelen hebben. “Mensen herkennen je eerder, weten meteen weer wie je bent”, vertelt Smits. “En soms laten ze je ergens voorgaan, uit medelijden of zo. Maar dat hoeft van mij niet.”
Sommige zeer kleine mensen laten hun armen en benen verlengen. Dat heeft Smits nooit serieus overwogen. “Nee, dat is een zware ingreep, waarmee je zo’n drie jaar zoet bent. Je benen worden dan gebroken -om de beurt steeds het onderbeen aan de ene kant en het bovenbeen aan de andere- en er komen pennen in die de twee delen uit elkaar houden. Zo kan daartussen steeds nieuw bot aangroeien. Stap voor stap kun je zo twintig centimeter winnen. Maar dan ben je wel drie jaar bezig. En dat kan, nee, wil ik niet opbrengen. Ik kan die drie jaar niet missen. Ik heb trouwens ook niet het gevoel dat je dan van al je problemen af bent. Nu word ik door iedereen geaccepteerd zoals ik ben. Ik ben gelukkig zo.”/.