Statusverhoging
Een zaak waarin de bètacommissie klaarheid wil brengen, zijn de studentenaantallen. ‘Er wordt van alles over beweerd’, zegt secretaris ir. Nico Boots, ‘maar wij willen de discussie boven borreltafelniveau brengen.’ Zo wil men wel eens van branche-organisaties horen of er ècht behoefte is aan meer afgestudeerden. En wat het bedrijfsleven in dat geval bereid is te doen aan de noodzakelijke ‘statusverhoging’ van bèta’s.
De opdracht aan de commissie rept ook van verdergaande samenwerking en taakverdeling tussen de faculteiten. Boots denkt niet dat de commissie hierover erg concreet zal zijn: ‘We maken een analyse, en zullen ‘denkrichtingen’ aangeven om problemen op te lossen.’ Men denkt onder meer, net als bij de geesteswetenschappen, aan meer student-onafhankelijke onderzoeksfinanciering. Maar, aldus Boots: Over afzonderlijke instellingen of disciplines moet men van ons geen voorstellen verwachten.’
Voor steviger plannen lijkt niet alleen de tijd, doch ook het bestuurlijke ‘draagvlak’ te ontbreken. Want de commissie wordt wel mede op aandringen van de minister ingesteld, maar formeel is alleen de academie van wetenschappen er verantwoordelijk voor. Noch Ritzen, noch de universiteiten zijn gebonden aan wat de commissie bedenkt. Voor een doortastend actieplan zou zulke bestuurlijke binding onmisbaar zijn. Kennelijk ontbreekt daarvoor nog het gevoel van urgentie.
Het landelijk overleg van decanen in de natuur- en technische wetenschappen heeft de nieuwe commissie al wel gevraagd om eens te komen praten. Eén bruikbare boodschap stuurt men alvast vooruit: de geringe belangstelling voor de exacte studies is gèèn wereldwijd fenomeen. In sommige Europese landen, waaronder Duitsland, is de deelname veel groter. Het kan dus de moeite waard zijn om te kijken wat het geheim van die landen is.