Schuimbekken
‘Inserez votre carte s.v.p.’ Bart stopte het vertrouwde stuk plastic in de gleuf en hamerde zijn pin in. ‘Sas schat, kom es even kijken. Wat zegt dat ding nou?’ Saskia wierp een snelle blik op de terminal. ‘Nou lieverd, vrij vertaald staat daar: Geachte klant, u bent heftig platzak. Zoudt u zo vriendelijk willen zijn om direct op te rotten. Hier heeft u uw kaart terug.’ Bart vloekte en hakte weer op wat knopjes. ‘Nou, geef terug dan, stomme Franse flipperkast!’ Een gehaaste Parijsenaar die achter Bart in de rij stond, maakte een opmerking in het Frans. Dat had ie niet moeten doen. Bart draaide door: ‘Hé hé, attention hè monsieurtje! Of je te meppe une enkeltje Mururoa, merde-domme!’ Saskia moest haar vriendje wegtrekken van de geldautomaat. ‘Hoeveel geld hebben we nog?’, vroeg Bart toen hij weer een beetje gekalmeerd was. Saskia knipte haar beursje open en haalde er een pakje gekleurd papier uit. ‘Eeeh, inclusief kleingeld, zestig Belgische franken en ongeveer achttien Franse.’ ‘Mooi’, zei Bart, ‘want ik zag daar net een Mac zitten en dan hebben we genoeg voor twee Big Macs.’ ‘Maar dan hebben we helemaal niks meer’, teuterde Saskia. ‘Ja, en nu hebben we bijna niks, plùs honger. Dus we gaan nu eerst een vette bek scoren!’
Terwijl ze aan het sfeerloze formicatafeltje de bekende droge hap naar binnen duwden, namen ze hun situatie nog even door. ‘Okee, je had gelijk om je oom verrot te schelden. Hij moet zijn poten ook thuis houden. Maar nu hebben we natuurlijk geen slaapplaats meer. Dus plan van de champagne: ik stel voor dat we gewoon naar de studentenwijk gaan en vragen of we ergens kunnen blijven slapen.’ Saskia keek bezorgd, zei: ‘Jeetje, dat durf ik niet hoor. Kunnen we niet proberen geld te lenen bij de ambassade of zo?’ ‘Ja, die is natuurlijk ook dicht om tien uur ‘s avonds en de volgende trein naar Nederland gaat pas morgenvroeg.’ Het stelletje besloot Bart’s idee maar te proberen.
In de Irish Pub in het quartier latin lukte het ze om met zijn tweeën drie uur over één pilsje te doen. Iedereen die er enigszins als student uitzag werd aangesproken. Maar zelfs in de Ierse kroeg sprak iedereen alleen maar Frans. Bart probeerde het nog maar eens met een baardaap die heel misschien ooit student was geweest: ‘Eh, pouvons nous coucher avec toi, ce soir?’ ‘Oui, bien sûr’, was het verrassende antwoord. De vreugde van het Hollandse studentenpaartje was al een stuk geslonken toen ze om half vier ‘s nachts met een ladderzatte Fransoos door de Parijse steegjes zeulden. De stemming bereikte een absoluut dieptepunt toen de provo met zijn Pernod-kegel halt hield bij een ranzige bouwval zonder voordeur. De beschonken baard waggelde naar binnen en storte neer op een matras dat in een hoekje lag. Voor Bart en Saskia bleef alleen de koude grond over. Bart legde galant zijn jas op de stoflaag. Saskia keek verschrikt naar een bewegende grijze vlek in de hoek. Nadat ze zich in elkaars armen genesteld hadden, vroeg Bart nonchalant: ‘Had ik trouwens al verteld dat ik vanochtend nog de bruidssuite van het Dorinthotel geannuleerd heb?’

Rati

Schuimbekken is een wekelijks terugkerend feuilleton over een groep studenten, die als vaste uitvalsbasis voor hun activiteiten het café De Schuimkraag hebben.