Cultuer

Antje de Boeck schittert op de vierkante millimeter

door Gerard Verhoogt

Het lijkt wel of het solotoneel dit jaar het ene na het andere juweeltje oplevert. Na Chris Lomme van De Blauwe Maandag Compagnie, Helmert Woudenberg en onlangs Ramsey Nasr van Het Zuidelijk Toneel, brengt Antje de Boeck ‘Colometa’. De Belgische topactrice van theatergroep De Korre is Natàlia, een gewone vrouw met haar kinderen in de Spaanse Burgeroorlog. Het grote publiek kent De Boeck als de onverzettelijke hoofdrolspeelster in de film ‘Daens’.

In de jaren ’30 stroomden uit heel Europa anti-fascistische groepen en enkelingen naar Spanje toe om de Basken en Catalanen te helpen. Veel verhalen en films over deze oorlog gaan over dit element. Niet over Mercè Rodoreda (1909), een gewone Spaanse vrouw. Na de oorlog vluchtte ze naar Genève. Tussen 1938 en 1983 schreef ze korte verhalen en romans. Met La plaça del diamant (1962), in het Nederlands Colometa, werd ze de belangrijkste Catalaanse schrijfster. Gabriël Márquez vond het het indrukwekkendste boek over de burgeroorlog.
Op een dansfeest ontmoet Natàlia de jongeman Quimet. Haar verliefdheid is direct en totaal: ze wordt zijn colometa, zijn duifje. Ze trouwen en krijgen twee kinderen. Als de oorlog uitbarst sneuvelen Quimet en zijn vrienden in de strijd tegen Franco. Colometa blijft achter met de kinderen. Armoede, honger, gedachten aan zelfmoord beheersen hun leven, maar ze doorstaan het. De Boeck vertelt het met zachte stem en grote eenvoud. Nog altijd lijkt het kleine fragiele meisje oprecht verbaasd over wat haar overkwam en in al haar bescheidenheid roept ze een scala aan emoties op. Groots acteren op de vierkante millimeter, dat de verwondering wekt als je ziet hoe één enkel iemand een hele zaal kan ontroeren. Een presentatie van de Stadsschouwburg en Plaza Futura, waar het stuk op 30 november te zien is. Entree fl. 17,50, met pas fl. 14-.

Joods Muziekfestival met lokale en internationale grootheden

door Huibert Spoorenberg
Dit weekend vindt voor de derde maal het Internationale Joodse Muziekfestival plaats. De Effenaar en het Muziekcentrum bieden een keur aan internationale artiesten, met onder meer het toonaangevende Amerikaanse Brave Old World, het Li-La-Lo Cabaret en het Eindhovense Simits. Maar ook met Leo Fuld, de inmiddels 84-jarige Rotterdamse ‘keizer van het Jiddische lied’.
Vitaal en meeslepend, ontroerend en cabaretesk tegelijk, zo wordt de Jiddische muziek wel omschreven. De Joodse muziek kent een bonte verscheidenheid aan stijlen, ook op het festival. Er is ruime aandacht aan de klezmer-muziek; een muziekstijl die zijn oorsprong vindt in Oost-Europa. Het ontwikkelde zich tot een instrumentale stijl, die vooral op bruiloften en feesten ten gehore wordt gebracht. De klezmorim (reizende muzikanten) kwamen in contact met vele verschillende muziekstijlen, zoals Oost-Europese zigeuner- en volks-muziek, wat een unieke muzikale vorm opleverde. Het instrumen-tarium weerspiegelt die veelheid aan invloeden: alleen de sjofar (ramshoorn) is een typisch Joods cultusinstrument; andere muziek-instrumenten als harp, pauk, fluit en cimbalen zijn ontleend òf aan de Oost- en Midden-Europese landen, òf aan de Arabische muziek.
Er is echter ook een uitgebreide vocale Jiddische muziektraditie. Eén van de zeldzame vertolkers daarvan is Leo Fuld, inmiddels 65 jaar in het vak en onlangs aan zijn zoveelste comeback begonnen. Hij hield voor èn na de Tweede Wereldoorlog het Jiddische lied in ere. In 1933 nam hij in Berlijn zijn eerste plaat op en momenteel werkt hij samen met zijn vaste pianist/arrangeur Theo van Eeden aan een nieuwe CD. Fuld werd in 1912 in Rotterdam geboren. Na het Erasmus gymnasium wilde hij voorzanger worden, maar daar moest je de graad van rabbijn voor halen. Hij begon aan die studie, maar besloot halverwege om toch maar gewoon zanger te worden. Twee maanden voor de Duitse inval ging hij op tournee naar Amerika, waar hij onder meer met giganten als Dean Martin en Frank Sinatra op het podium stond. In 1948 keerde hij terug naar Nederland, waar hij zijn publiek bleef toezingen in het Russisch, Arabisch, Hebreeuws of Engels. Maar ondanks deze veelzij-digheid werd Fuld echt legendarisch met het Jiddische lied. Fuld volgt de huidige Jiddische muziek-scene en aanverwante stijlen overigens nog op de voet. Zo werkt hij momenteel samen met Raland, een zeer jonge band die voorna-melijk Arabische muziek maakt. Aanstaande zondag brengt Fuld, begeleid door piano en accordeon en veel humor, vooral veel nieuwe eigen nummers ten gehore.
Zaterdag 30 november vanaf 19.30 uur in Muziekcentrum en zondag 1 december vanaf 15.00 uur in de Effenaar. De toegang bedraagt respectievelijk fl. 27,50 en fl. 20,-. Een passepartout komt op fl 40,-.

HNT speelt stuk over omstreden Céline

‘Ik wil tot op de bodem gaan om te zien wat er in de mensen en dingen leeft’, zegt Louis-Ferdinand Céline tegen zijn grote liefde. Céline is en was één van de grootste en meest omstreden auteurs van Europa. Naast walgelijke anti-joodse pamfletten schreef hij meesterwerken als Reis naar het einde van de nacht, zijn debuut in 1932. Als arts werkte Céline in de achterbuurten van Parijs. In dienst van de Volkenbond, de voorloper van de Verenigde Naties, zwierf hij heel de wereld rond: van Afrika tot Amerika. Daar ontmoette hij zijn grote liefde Elisabeth Craig, hèt ideaalbeeld van de vrouw. Mentaal was Céline eigenlijk kapotgemaakt in de Eerste Wereldoorlog. Als 20-jarige zag hij zijn medesoldaten nutteloos kreperen en raakte hij zelf ook gewond. Hij verloor alle geloof in de menselijkheid. Des te onbegrijpelijker zijn de anti-semitische pamfletten die hij sinds 1938 schreef. Na de Tweede Wereldoorlog ontvluchtte hij Frankrijk omdat hij verdacht werd van collaboratie. Pas in 1951 kon hij terugkeren, als er amnestie is afgekondigd. In 1961 stierf hij aan een hersenbloeding.
Twee jaar geleden maakte acteur Hans Dagelet een solo-stuk over Céline, die hem al jaren intrigeerde. Critici en publiek waren razend enthousiast, subsidie voor een vervolg werd geweigerd. Met Het Nationale Toneel maakte Dagelet een nieuwe voorstelling, met Wil van Kralingen en Vincent van den Berg, drie danseressen en zes muzikanten. Vanavond, 28 november, te zien in de Stadsschouwburg.