Hoogleraar Stedenbouw Riek Bakker:

‘Je moet ontwerpen boven de waan van de dag’

door Lieke van Spreeuwel

Riek Bakker, Nederlands bekendste stedenbouwkundige, is onlangs aangesteld als hoogleraar bij de faculteit Bouwkunde. Om een nieuwe generatie breed georiënteerde steden-bouwkundigen op te leiden gaat ze studenten niet alleen leren ontwerpen, maar ook bijbrengen hoe ze moeten omgaan met de maat-schappelijke situatie. Bakker: ‘Studenten moeten bedreven raken in het onderbouwen van hun ideeën met redelijke argumenten en leren te ontwerpen boven de waan van de dag.’

Riek Bakker: ‘Als je gewoon goed werkt, ben je automatisch duurzaam bezig.’
Foto: Maarten Laupman

Zelf heeft Riek Bakker (52) nooit een stedenbouwkundige opleiding gevolgd, ze is gevormd door de praktijk. Na haar opleiding tot tuin- en landschapsarchitect kwam Bakker te werken op een stedenbouwkundig bureau, waar ze al snel gegrepen werd door dat vakgebied. Ze richtte vervolgens haar eigen bureau op waar ze tien jaar werkte, en werd toen gevraagd als directeur stadsontwikkeling in Rotterdam. In die tijd ontwierp ze het plan voor de Kop van Zuid. Nu werkt ze voor haar eigen BVR (Bureau van Riek) en tekende onder andere het eerste ontwerp voor Leidsche Rijn, de nieuwe wijk bij Utrecht.
Na dertig jaar werken in de praktijk, plannen maken en projecten uitvoeren, zegt Bakker toe te zijn aan enige reflectie. Een hoogleraarschap biedt haar daartoe de mogelijkheid, dat was voor haar dan ook de reden om in te gaan op het aanbod van de TUE. Bakker: ‘Studenten zijn nog niet geremd door de gedachte of iets wel of niet kan, en kunnen daardoor juist een originele kijk op een probleem hebben. Zelf kan ik zaken uit de praktijk aandragen. Zo ontstaat er een wisselwerking die voor beide partijen zinvol is.’ Verder is ze geïnteresseerd in jonge mensen en hoopt ze dat die net zo enthousiast raken voor het vak als zij dat zelf is.
Het leuke van het haar werk op de TUE is volgens Bakker dat ze veel vrijheid krijgt om het stedenbouwkundig onderwijs op haar eigen manier in te richten. Ze zal eens in de twee weken twee dagen achtereen op de TUE aanwezig zijn. Bakker: ‘In het aaneengesloten blok dat zo ontstaat, kan goed doorgewerkt worden, en eventueel kan de tussenliggende avond ook benut worden voor onderwijs. In atelier-achtige situaties zal ik met studenten, zowel eerste- als ouderejaars, stedenbouwkundige plannen ontwerpen. De aandacht zal daarbij niet alleen uitgaan naar het stedenbouwkundig ontwerp op zich, maar ook naar de politieke en bedrijfskundige situatie om het plan heen. Want die maatschappelijke krachten zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor de realisering.’
Bouwkundestudenten die denken dat er door de ambtelijke molen weinig overblijft van hun eigen ideeën, zijn volgens Bakker te negatief ingesteld. Zij verkeert zelf in de situatie dat haar plannen altijd zijn gerealiseerd. Om hetzelfde te bereiken moeten studenten leren hun ideeën met redelijke argumenten te onderbouwen en het maatschappelijke spel mee te spelen.

Duurzaamheid
Iets anders waar ze in haar onderwijs de nadruk op wil leggen, is dat studenten moeten ontwerpen boven de waan van de dag. Een stedenbouwkundig plan moet gewoon goed zijn, ongeacht welke mode er heerst. Ook de huidige aandacht voor duurzame stedenbouw vindt ze overdreven. Hoewel ze in haar ontwerpen zeker oog voor duurzaamheid heeft, wil ze het geen duurzame stedenbouw noemen.
‘In mijn plannen abstraheer ik het begrip duurzaamheid tot een hoger niveau’, zegt Bakker. ‘Bij het ontwerp voor Leidsche Rijn heb ik bijvoorbeeld geprobeerd om het zo goed mogelijk in te passen in het landschap. Maar ik snap niet dat iedereen daar nu ineens over praat. Als je gewoon goed werkt, ben je automatisch duurzaam bezig. En dat is al heel lang zo.’

Riek Bakker wordt één van de drie vrouwelijke hoogleraren op de TUE. Op de vraag hoe ze het vindt om tussen zoveel mannen te werken, zegt ze: ‘Ik ben het niet anders gewend. Thuis was ik het enige meisje tussen zeven broers. In de stedenbouwkundige praktijk werk ik ook meestal met mannen, omdat de bouw echt een mannenwereld is. Maar gelukkig komen er steeds meer vrouwen in de (gemeente)politiek en zijn er ook steeds meer vrouwelijke architecten. Dat vind ik leuk, vrouwen hebben toch een speciale inbreng en scheppen een andere sfeer. Het moet gewoon beter gemengd worden, maar te veel vrouwen is ook niet leuk.’
Op dit moment is Bakker druk bezig met onder andere de reconstructie van de Utrechtse binnenstad. Vanaf maart 1998 zal Bakker met haar onderwijswerkzaam-heden op de TUE beginnen.