Haalbaar plan
Als de TUE straks een grote bouwput is, kan er dan nog gewerkt worden? Volgens Rijnen wordt er zoveel mogelijk gestreefd naar de min of meer ideale situatie zoals bij het nieuwe Scheikundegebouw en de verbouwing van het oude T-hoog. Eerst de nieuwbouw klaar, dan de mensen erin. Dan T-hoog opknappen en dan de gebruikers er weer in. Overal zal dit echter niet kunnen. Bouwen, verbouwen en verhuizen gaat nu eenmaal altijd gepaard met ongemak. Maar doordat de overlast geconcentreerd in korte tijd plaatsvindt, is men eerder genegen het ongerief voor lief te nemen, verwacht Rijnen. De overlast wordt overigens zoveel mogelijk ingeperkt, door één bouwinfrastructuur te hanteren, waarlangs de aan- en afvoer van bouwmaterialen zal plaatsvinden. Om zoveel mogelijk het TUE-centrum te mijden, wordt gebruik gemaakt van de Insulindelaan-toegang. ‘Bovendien starten de afzonderlijke bouwstromen niet tegelijkertijd. Zij bevinden zich in verschillende fases,’ aldus chef Public Relations Vastgoed, dr.ir. Karin Overdijk. ‘Zo wordt er bij W&S (voor TNO) en achter N-laag nieuwbouw gepleegd en wordt de onderbouw van het hoofdgebouw verbouwd. Voor T-hoog vindt komend voorjaar een architectenselectie plaats. Voor de herinrichting van het Dommelplantsoen wordt op dit moment nog een studie uitgevoerd. Het grootste probleem dat zich nu aandient voor het toekomstig Technologiegebouw en het WEN-gebouw, is het tijdig op tafel krijgen van de verschillende programma’s van eisen van de faculteiten. Ruimtelijk, dus qua aantal m2, is dit al gebeurd, maar de exacte invulling nog niet.’ Overdijk verwacht dit voorjaar alle eisenpakketten binnen te hebben van de faculteitsbesturen en decanen. Daarna volgt de ontwerpperiode en vervolgens is het heien geblazen. Overdijk: ‘De ontwerptijden en de bouwtijden zijn wat aan de krappe kant, maar we denken dat het plan zeker haalbaar is.’
Financieel plaatje
Kortom, de afdeling Vastgoed ziet meer positieve dan negatieve kanten aan het versnellen van het Masterplan. Rijnen: ‘Een versnelling van de investering zal resulteren in een exploitatievoordeel. Er is minder onderhoud nodig en je hoeft geen diffuus verdeelde vierkante meters leeg te laten staan. Bovendien geeft het afstoten van oude gebouwen een aanzienlijke energiebesparing.’ Aan de andere kant vergt een kortere bouwperiode ook een investeringspiek. Na overleg met de Raad van Toezicht van de TUE zal het plan uitgevoerd worden, aldus CvB-voorzitter De Wilt tijdens zijn nieuwjaarstoespraak maandag
5 januari in het auditorium.