Boekbespreking

Jan Willem Nienhuys:

‘Je ziet dat er bij de UFO-adepten nogal wat antisemitische denkbeelden rondzweven’

door Maurice Schaeken

Een wetenschapper moet zich vast kunnen bijten in een onderwerp. Hij moet af en toe met een nieuw idee komen en die op de experimentele pijnbank leggen. Als de hypothese dan niet blijkt te deugen, gooit een goede wetenschapper hem weg. Bij een pseudo-wetenschapper ontbreekt echter die prullenbak. Deze ‘geleerden’ proberen daarentegen met veel duwen en trekken afwijkende uitkomsten in hun theorieën te worstelen. Zo luidt volgens dr. Jan Willem Nienhuys het verschil tussen ‘correcte’ wetenschap en die van de tweede rang. Het boek Tussen waarheid & waanzin, een encyclopedie der pseudo-wetenschappen schenkt 635 lemma’s en 429 pagina’s lang aandacht aan die laatste categorie. Nienhuys heeft dit boek samen met Marcel Hulspas geschreven.

Dr. Jan Willem Nienhuys demonstreert waarom een vermeend bewijs voor de stelling van Fermat niet door de wetenschappelijke beugel kan en daarom een plaats verdient in zijn Encyclopedie der Pseudo-wetenschappen. Foto: Bram Saeys

Nienhuys interesseert zich met name voor de grens tussen echte en pseudo-wetenschap, tussen fysica en metafysica. ‘Soms zie je dat de scheiding door een en dezelfde persoon loopt. Kijk bijvoorbeeld maar naar Charles Richet of naar Linus Pauling’. Beiden hebben voor hun gerespecteerd en baanbrekend werk de Nobelprijs ontvangen. Beiden beunden echter bij in een wat obscure takken van wetenschap. Richet hield zich intensief bezig met spiritisme, en Pauling beweerde dat het slikken van wondermiddel vitamine C kanker kon genezen. Ondanks ontkrachtende bewijzen voor hun stellingen bleven zij vasthouden aan hun denkbeelden. Reden voor de schrijvers om ze mee te laten lopen in de bonte stoet van charlatans, halvegaren en metafysische verschijnselen die de 635 lemma’s van het boek vullen.
De wiskundige Nienhuys is bestuurslid van de Stichting Skepsis (‘Met een ‘k’ hoor, wij trekken ons wat dat betreft niets van de spel-lingsregels aan’). Skepsis verricht kritisch onderzoek naar paranormale beweringen en pseudo-wetenschap. ‘Alhoewel het natuurlijk ook een tegenstrijdige bewering is te zeggen dat je kritisch naar iets kijkt wat je al bij voorbaat onzin noemt, immers pseudo-wetenschap’. Behalve boeken over zijn vakgebied -Discrete Wiskunde (1991)- publiceerde hij eerder ook over zijn hobby, namelijk The ‘Mars Effect’ (1996) (het vermeende verband tussen de geboorte van een topsporter en de stand van de planeet Mars). ‘Sceptisch onderzoek lijkt op het nakijken van een tentamen. Je bent ervan overtuigd dat het antwoord niet deugt. Toch probeer je stap voor stap na te gaan waar men de mist in gaat’.
Nienhuys sceptische carrière begon met onderzoek naar reïncarnatie. ‘Bij die werkgroep was toevallig nog een stoel vrij. Proefondervindelijk onderzoek ligt bij het geloof in wedergeboorte natuurlijk wat moeilijk. Experimenten duren immers zo lang. Het enige wat je kunt uitzoeken, is of herinneringen aan een vorig leven ergens op berusten’.

Dwarsverbanden
Nienhuys’ mede-auteur is Marcel Hulspas, voor lezers van Intermediair geen onbekende. Van zijn hand verschenen eerder de column-bundel Klinkklare wetenschap (1995) en recent Ufo! (1997). Beide auteurs kennen elkaar van de stichting Skepsis. Waar Nienhuys vooral geïnteresseerd is in de rand van de wetenschap, ‘kickt’ Hulspas op dwarsverban-den tussen de verschillende disciplines. ‘Je ziet bijvoorbeeld dat er bij de UFO-adepten nogal wat antisemitische denkbeelden rondzweven. Of dat mensen die zeker weten dat de aarde hol is, ook overtuigd zijn van de grootheid van het Duitse Volk’. De encyclopedie volgt deze dwarsverbanden door bij ieder trefwoord door te verwijzen.
Nienhuys en Hulspas liepen al een tijdje rond met het idee om iets over pseudo-wetenschap te schrijven. Een voorlopige lijst met onderwerpen lag dan ook al klaar. Wat restte was een uitgever. ‘Zo gaat dat nu eenmaal. Eerst het contract, de reclame-campagne en de omslag. Dan pas schrijf je het boek ertussen’, schetst Nienhuys de procedure. ‘Hulspas had een groot deel van de encyclopedie geschreven en vroeg mij om er stukken over reïncarnatie, astrologie, aardstralen en alternatieve ge-neeskunst bij te voegen’. En uiteraard artikelen over wiskunde, het vakgebied van Nienhuys. ‘Vergeet ook de tijd niet die gaat zitten in het controleren van alle lemma’s!’
Op de markt liggen al een aantal boeken over dit onderwerp. Wat onderscheidt deze encyclopedie der pseudo-wetenschappen van de rest? ‘We hebben gekozen voor een totaal andere insteek. De combinatie van een alfabetische, encyclopedische opzet samen met een breed scala van onderwerpen en het vermelden van dwarsverbanden maakt dit boek uniek in opzet’, legt Nienhuys trots uit.

De uitgeverij stelde leesbaarheid voorop. ‘Het mocht in ieder geval geen saai wetenschappelijk werk worden’. Dit betekende dat de auteurs het aantal referenties tot een minimum moesten beperken. ‘Neem nou het lemma over Occams scheermes. Ik heb daarvoor een aantal artikelen uit het Latijn laten vertalen. Maar de uitgeverij heeft die verwijzingen allemaal weggestreept’. In hetzelfde kader valt ook de keuze van de auteurs voor de onderwerpen te zien. ‘Het moet een interessant verhaal opleveren. Vandaar dat we wel kruidendokter Mellie Uyldert, maar niet Klazien uit Zalk hebben opgenomen. Klazien had geen wetenschappelijke pretenties en haar gedachten hingen ook nergens mee samen. Uyldert’s geschriften daarentegen kwamen in miljoenenoplage uit, en zij was bovendien goed fout in de Tweede Wereldoorlog. Die gedachten bleef ze nog tot ver daarna uitdragen’.

Uitspraken
De auteurs schuwen het niet om met stevige uitspraken te komen. ‘We hebben ons wel beperkt tot die onderwerpen waar goed onderzoek naar gedaan is’. Neem bijvoorbeeld de acupunctuur, met zinsneden als ‘acupunctuur is waarschijnlijk gefundeerd op het verschijnsel dat mensen met kiespijn hieraan minder aandacht schenken als men met een hamer op de duim slaat’. Of: ’De enige bijdrage van de Chinese acupuncturisten is dat ze zoveel plaatsen op het menselijk lichaam hebben ontdekt waar men zonder gevaar een naald in kan steken’.

Niet ieder onderwerp waar de auteurs hun vraagtekens bijzetten leent zich voor hun encyclopedie. ‘Zaken waaraan ik geen houvast kan krijgen, ben ik vanaf gebleven’, meldt Nienhuys. ‘Marxisme: ik zou het graag gedaan hebben. Maar economie is geen exacte wetenschap en hier bovendien nog erg verweven met politiek. Ik kon er geen vinger achter krijgen’. Om die reden komt bijvoorbeeld ook het broeikas-effect niet in het boek voor.

Wat leesbaarheid betreft, kan de uitgeverij Tussen waarheid & waanzin, een encyclopedie der pseudo-wetenschappen tevreden zijn: je valt er beslist niet bij in slaap. De auteurs draaien niet om de hete brij heen. Het boek verzandt dan ook niet in slaapverwekkende mitsen en maren. Als ze menen dat iets niet door de wetenschappelijke beugel kan, dan melden ze dat. ‘Ik ben er niet bang voor dat sommige onderwerpen achteraf toch blijken te kloppen. Maar als morgen uit deugdelijk onderzoek zou blijken dat acupunctuur bijvoorbeeld mensen van een XTC-verslaving afhelpt, dan nemen we dat in de volgende editie alsnog op’.


Tussen Waarheid & Waanzin, Een Encyclopedie der Pseudo-wetenschappen; Marcel Hulspas en Jan Willem Nienhuys; 429 pagina’s, geïllustreerd; uitgeverij Scheffers BV, Utrecht 1997; ISBN 9055460346; fl. 59,90

De ongeschreven geschiedenis van de wetenschap

door Maurice Schaeken
Politiek is een dankbaar onderwerp voor cartoonisten. Sla er de diverse kranten en tijdschriften maar op na. Spotprenten over wetenschap zie je daarentegen minder frequent. Sidney Harris heeft zich toegelegd op deze discipline. ‘Omdat hij toch niets anders te doen had’, naar zijn zeggen. Het boekje De ongeschreven geschiedenis van de wetenschap is een bloemlezing uit zijn werk.
Deze ‘dr humoris causa’ neemt de wetenschap in al haar facetten op de korrel. Zijn ‘science-cartoons’ gaan daarom over onderwerpen als laboratoria, ecologie en informatica. Over grote uitvindingen, high tech en R&D.
Zijn voornaamste afnemers bevinden zich in de Verenigde Staten: gerenommeerde bladen als Science, Physics Today en The Wall Street Journal plaatsten zijn tekeningen, maar ook andersoortige tijdschriften als Playboy. Verschillende Nobelprijswinnaars hebben zijn werk in hun boeken opgenomen. De ongeschreven geschiedenis van de wetenschap bevat bijna 50 cartoons van Harris’ hand.
De ongeschreven geschiedenis van de wetenschap; Sidney Harris; 159 pagina’s; uitgeverij Natuur & Techniek; ISBN 9073035511; fl. 27,50