Op het snijvlak van de wiskunde en de beeldende kunsten

door M aurice S chaeken

De hobby van emeritus hoogleraar Koos Verhoeff bevindt zich op het snijvlak van de wiskunde en de beeldende kunsten. Geïnspireerd door de meetkunde ontwerpt en maakt hij objecten van hout. ‘Eigenlijk is het geen kunst dat ik maak. Het zijn gewoon mooie dingen’, vindt hij zelf van zijn wiskunstige objecten. ‘Afgezien van een leuke hobby, probeer ik zo, door de schoonheid ervan te laten zien, de wiskunde aan de man te brengen.’ Verhoeff exposeert zijn objecten van 7 september tot en met 2 oktober in de bibliotheek van Wiskunde en Informatica (HG 6.47). Vrijdag 4 september om 16.00 uur zal prof.dr. N. de Bruijn de tentoonstelling openen.

Naast zaag, verstekbank en lijmpot is de computer één van Ver-hoeff’s belangrijkste gereedschappen. Zijn invallen rekent hij op zijn PC eerst door en de meest veelbelovende virtuele creaties knutselt hij vervolgens daadwerkelijk in elkaar. Hoewel knutselt. Het ineen zetten vereist vaak zeer nauwkeurig zaag- en lijmwerk. ‘Bij ijle objecten kun je met wat buigen nog wel een en ander aan elkaar maken. Maar bij massieve heb je geen millimeter speling.’

Soms haalt hij zijn inspiratie uit de dagelijkse dingen. Zo is een breiwerk van zijn vrouw al eens ooit geabstraheerd tot een houten object. Een vleesspies overgehouden aan een dineetje verwerkte hij tot zes in elkaar passende vierkanten. Een andere creatie laat het raster van een hekwerk zien, maar dan zonder de gaten erin.

Een tweede categorie voorwerpen hebben een meer wiskundige achtergrond. Verhoeff: ‘Je kunt de computer bijvoorbeeld laten berekenen op hoeveel manieren het mogelijk is om een gesloten driedimensionaal pad te maken van vierentwintig bepaalde identieke vormen.’ Oftewel: pas 24 dezelfde balkjes zo in elkaar dat het einde weer op het begin aansluit. Dan blijken er meer dan 62.000 mogelijkheden te bestaan. Sommige daarvan hebben het levenslicht inmiddels mogen zien. ‘De één vind ik mooier dan de andere. Maar dat blijkt een strikt persoonlijke opvatting te zijn. Want toeschouwers hebben vaak juist een tegengestelde mening.’ Verhoeff vindt het daarom moeilijk om een criterium te geven wat een wiskunstig voorwerp nu mooi maakt om naar te kijken en wat juist niet. Bezoekers van de tentoonstelling kunnen zelf een oordeel vormen, want Verhoeff heeft enkele naar zijn smaak geslaagde en minder mooie mogelijkheden uit de serie tentoongesteld. Koos Verhoeff studeerde wiskunde in Leiden en Amsterdam, promoveerde op het gebied van de coderingstheorie en werkte bij het Mathematisch Centrum (nu: CWI), de TU Delft, Philips en de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zijn zoon is werkzaam op de TUE bij - natuurlijk - de faculteit Wiskunde en Informatica.


Emeritus hoogleraar Koos Verhoeff met een van zijn wiskunstige objecten.
Foto: Bram Saeys