Autocoureur en TUE-student Sepp Koster:

‘Mijn eerste woord was auto, niet mama’

‘Mijn ambities liggen bij de Formule 1, dat is de top in de autosport. Als je zover bent, verdien je ongeveer 2,6 miljoen dollar per jaar!’ TUE-student Sepp Koster (24) combineert zijn studie werktuigbouwkunde met het rijden op de Amerikaanse Barber Dodge-circuits. Zijn toekomstige carričre staat hem helder voor ogen; nog één stap en de top is bereikt.

‘Ik ben altijd al gek van auto’s geweest’, zegt Koster. ‘Mijn moeder zegt altijd dat mijn eerste woord niet ‘mama’ was, maar ‘auto’. Toen ik acht of negen jaar was, zat ik naar de Formule 1-races te kijken op tv en ik hoorde dat de racers vaak waren begonnen met karting. Ik heb heel lang bij mijn ouders gezeurd of ik ook mocht gaan karten, maar dat is duur en dat ging niet zomaar. Ik moest gemiddeld een 8,5 halen op school en dan zou ik een tweedehands kartje krijgen. M’n cijfers schoten omhoog, dus al snel stond ik met mijn vader op de racebaan. Met dat oude kartje deed ik mee aan een wedstrijd en dat ging erg goed. Daarna werd het karten serieus. Ik deed mee aan nationale en internationale kampioenschappen. Vanaf mijn achttiende ben ik Formule Ford gaan rijden. Formule Ford wordt overal ter wereld gereden en ik heb meegedaan aan het Nederlands-, Benelux-, Europees- en Wereldkampioenschap. De eerste twee heb ik gewonnen.’

Trainen

Als je volgens Koster ver wil komen met racen, moet je er veel voor doen čn laten. ‘Als je kiest voor racen, kun je niet elk weekend gaan stappen; de volgende dag moet je helder in de auto zitten. Racen vergt een enorme concentratie’, aldus Koster. ‘Ook moet je rekening houden met je sponsor. Die investeert een heleboel geld in je en ook dat moet je serieus nemen. Om serieus met racen bezig te zijn, is af en toe een zondagmiddag oefenen niet genoeg. Je moet heel veel trainen; je bent niet alleen met het racen zelf bezig. Het vraagt veel voorbereiding: veel sporten, veel fitnessen. Het is hard werken tijdens een race.’

Naast boksen en motorsport is autosport een van de drie disciplines waarbij je al je spieren gebruikt, aldus Koster. ‘Je hele lichaam moet in vorm zijn om je op je plaats te houden in de auto. Je ligt half in een race-auto en ondanks dat je in een speciaal op maat gemaakte stoel zit, kost het veel kracht om je hoofd recht en je benen in balans te houden. Heel belangrijk is de G-kracht; een versnelling van de zwaartekracht. Je moet rechtop zitten en dat bij een gemiddelde snelheid van 190 kilometer per uur! Door die G-kracht word je heen en weer geslingerd en dat moet je zien te voorkomen. Ook het sturen in een race-auto is heel zwaar; er zit geen stuurbekrachtiging op. Dat tast het gevoel aan dat je in het stuur hebt; het sturen wordt minder direct.’

Ontwerpen

Al zes jaar studeert Koster werktuigbouwkunde aan de TUE. Het is voor hem iets geheel vrijblijvends; hij betaalt het ook zelf. ‘Door mijn inkomsten van het racen heb ik niet meer te maken met studiefinanciering en tempobeurzen. Per trimester doe ik twee of drie vakken, die ik soms niet eens allemaal haal. Het is wel eens frustrerend voor mijn studiegenoten; soms kom ik wekenlang niet opdagen. Bijvoorbeeld als ik in het buitenland zit voor een wedstrijd.’

Koster is opgegroeid in Mol, net over de Belgische grens bij Eersel. Twee jaar geleden verhuisde hij met zijn ouders naar Antwerpen. Daar kan hij zoveel mogelijk tijd besteden aan zijn grote hobby. Koster: ‘Het spaart ook weer het geld uit van de huur van een kamer en geld om van te eten. Je hebt echt heel veel geld nodig om te kunnen racen. Met een gewone baan kun je het zeker niet betalen. Ook sponsors komen je tegemoet in de kosten.’

Werktuigbouwkunde is hij gaan studeren uit pure interesse. ‘Ik wil weten hoe auto’s worden gebouwd en dan natuurlijk met name race-auto’s. Mijn afstudeerrichting is vervoerstechnologie. Ik wil wel afstuderen; ik verwacht dat dat over anderhalf tot drie jaar gaat gebeuren. Het eerste jaar haalde ik echt helemaal niks, maar daarna heb ik op mijn eigen manier mijn draai gevonden.’

Met zijn studie wil Koster zich indekken voor de toekomst. ‘Als het niet meer mocht lukken met racen, wil ik misschien wel auto’s ontwerpen. Dankzij de studie heb ik technische kennis vergaard om beter dan anderen auto’s af te stellen en mijn werk te doen. Niemand in de racewereld studeert eigenlijk verder; de meesten zijn alleen maar bezig op de circuits.’

Koster werkt ook nog als race-ingenieur bij GEVA Racing, het officiële Formule Ford-team van Ford Nederland, waar hij ooit zelf bij heeft gereden. ‘Ik help het team met het afstellen van hun banden, vering, demping en dergelijke. Daarmee betaal ik eigenlijk mijn studie.’

Veiligheidscel

Angst tijdens het racen kent Koster niet. ‘Op een snelweg zijn ook andere weggebruikers, dat is veel enger. Je moet zorgen dat je de auto goed leert kennen. Om extreem gestroomlijnd te zijn, zit je er helemaal in vastgesnoerd, zo laag mogelijk. Zo kun je niet precies zien waar de rand van het wegdek zich bevindt. Dat moet je leren aanvoelen en inschatten. Je voelt met je stuur wanneer je te ver gaat. Je voelt wanneer je tegen het zand zit. Het enige dat telt is snelheid.’

Hij heeft in het verleden wel eens ongelukjes gehad, maar daar is hij altijd met lichte verwondingen vanaf gekomen. ‘Als ik voel dat het fout gaat, baal ik alleen maar dat ik van de baan vlieg; ik ben niet bang of zo. De auto’s worden van heel sterk materiaal gemaakt, dat beschermt je wel. Op tv zie je wel eens dat een auto doormidden breekt; dat is eigenlijk om de coureur te beschermen. De voorkant, waar je in zit, is gemaakt van koolstofvezel dat in een oven gebakken wordt. Het sterke en lichte onderdeel dat dan ontstaat, heet een koolstofvezelmonocoque, een soort veiligheidscel. Die weegt maar 57 kilo. De motor is aan die monocoque vastgeschroefd, waardoor hij een dragend deel is van de chassis. Het kan toch nog fout gaan, maar bang ben ik daar niet voor.’

De ultieme uitdaging voor Koster ligt uiteindelijk bij het Formule 1 rijden. Maar in die superieure klasse zijn per jaar maar zo’n 25 plaatsen beschikbaar. Koster is echter hoopvol gestemd over zijn toekomst: ‘Van die top ben ik nog één stap verwijderd; de klasse die tussen die van mij en de Formule 1 ligt, wordt namelijk vaak overgeslagen.’

Barbara Kerkhof