spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Effe zeuren
/Fred Steutel
20 december 2007 - Het kerstreces komt eraan. Sinterklaas heeft zijn hielen nog niet gelicht of mensen die Kerstmis niet van Jom Kippoer of ramadan kunnen onderscheiden, zetten Bambi-hertjes van lampjes in hun tuin. De wereld gaat aan verkleutering te gronde; of het nou reclameboodschappen zijn of Postbus-51-berichten; alle mededelingen lijken bestemd voor negenjarigen. Nobelprijswinnares Doris Lessing deelt mijn walging.
Maar verkleutering is niet de enige vorm van malligheid waaraan we lijden, waarbij ik moet aantekenen dat malligheid natuurlijk in ‘the eye of the beholder’ gevonden wordt; alles wat wij niet begrijpen, vinden we mal.
Ook op onze campus valt heel wat malligheid te vinden. Ik noemde al het olievat van Shell in een boom en het trieste lot van de ‘Quadriviumbrug’, maar er is nog veel meer. De noordzijde van wat vroeger E-laag genoemd werd, herbergt een concentratie aan malligheid. Er ligt tien meter spoorrails waaraan, gezien de kabels en draden die eraan bevestigd zijn, nog onderzoek wordt bedreven -ik heb het Innovatieplatform er niet over gehoord-; daar vlakbij is een betonnen valkuil met het opschrift ‘Nooduitgang’ - ik heb er geen skeletten in aangetroffen; er tegenover staat een gebouwtje dat eruitziet als een groot openbaar toilet, maar waarvan alle deuren altijd dicht zijn; iets verderop, over de brug richting tennisbanen, staat nog steeds de ‘dievenvanger’, waar je vroeger links omheen kon en waar je nu rechts omheen kunt.
Dan hebben we nog de gegevens van de Meanderthalers: op enige afstand van elkaar aan de oever van de Dommel staan paaltjes waaraan labels bevestigd zijn met aanwijzingen over stroming en grondwaterstand. De cijfers op deze labels zijn door weer en wind onleesbaar geworden, maar de plannen om de Dommel te laten meanderen, zijn mogelijk al achterhaald.
Om de malligheden met betrekking tot het verkeer te beschrijven, heb ik -volgend jaar- minstens 361 woorden nodig. Een korte opsomming: parkeerplaatsen tussen drukbezochte gebouwen, geen maximumsnelheid, geen oversteek-plaatsen voor voetgangers, ondoelmatige fietsenrekken.

Het kerstreces komt eraan en ik ben oud genoeg om me iets van de kerstgedachte te herinneren: veel heil en zegen dus vast en voor de ‘Bourgondiërs’ onder u: ‘vreten op aarde, in de pensen een welbehagen’.