Het Centrum voor Communicatie, Taal en Techniek van de TU/e (CTT) is momenteel afspraken aan het maken met de faculteiten over de planning. Technische Natuurkunde en Biomedische Technologie komen als eerste aan de beurt, vanaf september dit jaar. Reden voor de toets is het feit dat alle masteropleidingen sinds kort in het Engels gegeven worden.
De toets bestaat uit drie delen. Het eerste deel is een schriftelijke toets van een half uur, met vijftig items. Daarnaast moet elke deelnemer een Engelstalig stukje over de eigen werkzaamheden aanleveren. De laatste stap is een beoordeling van een college, waarvoor het CTT een college van de docent bijwoont en opneemt met videocamera. Uit de toets volgt een beoordeling op punten als vloeiend spreken, uitspraak, woordenschat en cohesie.
Als op een of meerdere van deze punten beneden een bepaald niveau wordt gescoord, dan krijgt de docent in kwestie een advies ter verbetering aangereikt, vertelt CTT-hoofd drs. Monique Bouman. In Delft draaien dezelfde testen volgens Bouman al enige tijd. Daar moet zo’n twintig procent van de getoetste docenten het Engels bijschaven.
In extreme gevallen kan het CTT docenten aanraden om voorlopig niet meer voor de collegezaal te gaan staan. Overigens is de CTT-rapportage slechts een advies, benadrukt Bouman. De faculteit en de docent bepalen wat de consequenties zijn. Het advies gaat daarom niet alleen naar de betrokkenen, maar ook naar de decaan en de opleidingsdirecteur.
Rector Hans van Duijn doet in mei - wanneer hij weer college geeft - het verbale deel van de toets. Het schriftelijke deel heeft hij vandaag voltooid. Hoe goed is zijn Engels? Bouman: “Dat weten we nog niet. Bovendien is de uitslag bij iedereen vertrouwelijk - en dat geldt ook voor de rector.” |