spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
De raadselachtige wegen van NWO
10 april 2008 - Er gaat steeds meer geld naar NWO, maar niemand kan nagaan of de wetenschapsfinancier dat geld goed besteedt. Welke onderzoekers zijn afgewezen, en waarom? NWO houdt de luiken gesloten.

Biowetenschapper Ronald Plasterk was nog maar net minister of hij haalde honderd miljoen euro weg bij de universiteiten en gaf het aan NWO. De beste wetenschappers en de grootste talenten moeten het geld krijgen, vindt hij, en daar kan NWO voor zorgen.

Die verdeelt de zogeheten ‘tweede geldstroom’ en dat gaat om miljoenen euro’s. Een paar keer per jaar merkt de buitenwacht daar iets van, want dan stuurt de ‘Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek’, zoals NWO voluit heet, naar alle kranten een lijst met wetenschappers die in de prijzen zijn gevallen.

Vooral de Veni-subsidies van de zogeheten ‘Vernieuwingsimpuls’ zijn interessant. Daar kunnen pas gepromoveerde wetenschappers een aanvraag voor indienen. De uitverkiezing is enorm belangrijk voor hun carrière. Niet alleen kunnen de uitverkoren wetenschappers drie jaar lang hun eigen onderzoeksdroom najagen, ze zullen ook eerder voor de volgende subsidies in aanmerking komen. Volgens NWO zelf zijn de Veni-beurzen ‘bepalend voor het carrièreperspectief’. Onderzoekers die zijn afgewezen, krijgen het ‘doorgaans moeilijker’.

De aanvragers zijn dus allemaal pas gepromoveerde jongeren die staan te trappelen om de wetenschap in te gaan. Maar er is geen geld genoeg om iedereen zijn gang te laten gaan. Het is de kunst om de besten te kiezen. Hoe doet NWO dat?

Vakgenoten
Het werkt kortweg als volgt: een commissie van wetenschappers (‘peers’, vakgenoten) beoordeelt de voorstellen van andere wetenschappers. De indieners die het best uit de bus komen, krijgen het geld. Er gaan allerlei rondes overheen - met kritiek van anonieme collega’s buiten de selectiecommissie, het weerwoord van de indieners en indringende gesprekken met potentiële kandidaten - maar uiteindelijk komt het hier op neer: wetenschappers beoordelen wetenschappers.

Hoe dat gebeurt, valt niet na te gaan. NWO wil alleen de procedures toelichten, maar weigert inhoudelijke informatie te verstrekken. Zelfs de uitverkoren onderzoeksvoorstellen worden niet openbaar gemaakt, afgezien van een vierregelige samenvatting en de naam van de onderzoeker. De afgewezen voorstellen blijven achter slot en grendel. Ook het commentaar van de gevestigde wetenschappers (de peers) en de motivering van de selectiecommissie blijven geheim.

Telkens opnieuw klinkt het argument dat wetenschappers hun onderzoeksvoorstellen niet meer zouden insturen als anderen ze kunnen lezen. De concurrentie zou met hun idee aan de haal kunnen gaan. Zelfs na een periode van vijf jaar blijft NWO bang voor zulk jatwerk, dus ook oude voorstellen worden geheim gehouden.

Ook wetenschappers die van NWO een beurs uit de Vernieuwingsimpuls hebben gekregen, tasten vaak in het duister over de beweegredenen. Een kwart van de ‘gehonoreerde’ wetenschappers durft de selectieprocedure niet ‘transparant’ te noemen. Onder afgewezen wetenschappers is de scepsis logischerwijs nog groter: slechts 29 procent noemt de procedure transparant, tegen een overgrote meerderheid van 71 procent die dat niet doet. Dat valt te lezen in de evaluatie van de Vernieuwingsimpuls die NWO dit jaar heeft laten uitvoeren; een evaluatie van het hele instituut volgt spoedig.

Nu zou dit allemaal geen probleem zijn, als het peer-reviewsysteem vlekkeloos zou werken. Maar het blijft mensenwerk en een objectief oordeel vellen is niet eenvoudig. Dat erkent NWO ook ruiterlijk.”

En dan is er nog het eeuwige probleem dat de ‘peers’ niet altijd zin hebben om mee te werken. “Soms moeten we er twintig bellen voordat we er eentje bereid vinden”, meldt Koppen. Ook dat geringe animo van de peers brengt hij in stelling tegen openbaarheid: als hun teksten gelezen kunnen worden door buitenstaanders, zouden ze nog minder vaak zin hebben.

Formaliteit
Waarom zou dat zo werken? Zitten er soms oordelen tussen die het daglicht niet kunnen verdragen? Pas na enig juridisch getouwtrek was NWO bereid enige extra informatie vrij te geven. Dankzij een vrijgegeven brief van het NWO-gebiedsbestuur van geesteswetenschappen aan het algemeen bestuur vangen we een glimp op van de realiteit achter de verdeling van twaalf Veni-beurzen. De goedkeuring van de hoogste bestuurders blijkt daarbij een formaliteit. Eigenlijk weet zelfs het NWO-bestuur niet hoe de selectie werkelijk tot stand komt.

In de brief staat een lijst met beoordelingen van de 22 beste aanvragers in volgorde van kwaliteit. Die lijst blijkt weinig informatief. Zo staat er bij nummer vier in de lijst: “Zowel de aanvrager als het voorstel wordt hoog gekwalificeerd door de adviseurs. Tijdens het gesprek slaagt de kandidaat erin de kleine kanttekeningen van vooral adviseur 2 naar tevredenheid van de commissie te weerleggen.”

Zou je iets anders mogen verwachten van de nummer vier op de lijst? Er had net zo goed kunnen staan wat over nummer zeven wordt gezegd: “De Commissie is van mening dat het hier om een competente en talentvolle onderzoeker gaat.” Nummer zeven staat iets lager in de lijst, omdat die in het gesprek ‘minder overtuigend overkwam’ dan de onderzoekers die boven hem zijn geëindigd. Nadere uitleg niet vereist.

Vreemder wordt het als de commissie wél iets inhoudelijks zegt. De wetenschapper met het voorstel ‘Towards postmodern metaphysics’ moest een toelichting geven op de term metafysica. Die toelichting was ‘niet helemaal overtuigend’. “De commissie heeft dit mee laten wegen in haar eindoordeel, en kwam daarom uit op de kwalificatie excellent/very good.” Een onderzoek naar postmoderne metafysica, maar de wetenschapper kan niet uitleggen wat hij bedoelt met postmoderne metafysica. Geef hem toch maar een beurs.

Natuurlijk doet de organisatie haar best. Zij probeert zo goed en zo kwaad als het gaat de onafhankelijkheid te bewaken. Zo wisselt de samenstelling van de selectiecommissie iedere ronde. Ook moeten beoordelaars mogelijke belangenverstrengeling melden. Als bijvoorbeeld iemands promovendus op gesprek komt, zal de betreffende hoogleraar de kamer verlaten.

Koppen: “Wetenschappers die kritiek leveren, vragen we vaak om in een commissie te komen zitten. Dan kunnen ze met eigen ogen zien hoe zorgvuldig er geoordeeld wordt.”

NWO doet het vast niet slecht. Anders zou er in de academische wereld allang een opstand zijn uitgebroken. Misschien dat er wel eens iemand onterecht een beurs misloopt, maar het omgekeerde zal zelden voorkomen: dat een volslagen dwaas er met het geld ervandoor gaat./.

(Op verzoek van NWO is de titel ‘Towards postmodern metaphysics’ gefingeerd, om de privacy van de aanvrager te garanderen.)

 

Steekt u voor NWO uw hand in het vuur?

Wetenschappers hebben niet altijd evenveel vertrouwen in de deskundigheid van de selectiecommissie van NWO. Bij de domeinen geesteswetenschappen en maatschappij- & gedragswetenschappen vindt slechts een derde van alle indieners dat de selectiecommissie van de Vernieuwingsimpuls genoeg expertise had om hun voorstel te beoordelen. De rest durft daar niet de hand voor in het vuur te steken. Dit blijkt uit een recente evaluatie van de veni-, vidi- en vici-subsidies.

Ook het oordeel over de externe peer-reviewers is vernietigend. Dat zijn deskundigen die over een bepaald voorstel anoniem hun mening moeten geven, zodat de commissie een goede afweging kan maken. De indieners lezen de kritiek en mogen weerwoord geven. Bij geesteswetenschappen antwoordt slechts de helft van de indieners dat de referenten voldoende expertise hadden om het ingediende voorstel te beoordelen. Bij maatschappij & gedragswetenschappen is dat aandeel nog lager: 44 procent.

Het vertrouwen is een stuk hoger bij de gebieden chemie, exacte wetenschappen en natuurkunde. Respectievelijk 62, 51 en 43 procent had vertrouwen in de deskundigheid van de selectiecommissie. De externe beoordelaars kregen nog meer applaus: 66, 80 en 73 procent van de indieners dacht dat het met hun kennis wel goed zat.

 

Wat kost dat nou, zo’n NWO?

In totaal heeft NWO meer dan vijfhonderd miljoen euro op de begroting staan, waarvan ruim 470 miljoen van de overheid komt. Verreweg de grootste hap daaruit nemen de acht ‘wetenschapsgebieden’ waar NWO in verdeeld is, plus de stichtingen Nationale Computerfaciliteiten en WOTRO Science for Global Development: die staan samen voor driehonderd miljoen euro op de begroting. De Vernieuwingsimpuls (de Veni-, Vidi- en Vici-beurzen) kost dit jaar 79,5 miljoen euro. De beheerkosten van NWO besloegen vorig jaar 6, 2 procent van de begroting; voor 2008 mikt men op 5,6 procent.

NWO-geld/Bas Belleman (HOP)
Illustraties/David Ernst