spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
“Ik heb me het licht uit de ogen getraind”
17 april 2008 - De spanning is van het gezicht van Joeri Verlinden (20) af te lezen. Mag hij wel of niet Nederland vertegenwoordigen op de vlinderslag tijdens de Olympische Spelen? Een week na het interview verkeert de student nog altijd in het ongewisse. In ieder geval kan hij terugkijken op een WK en EK met persoonlijke records.

“Al die camera’s, zoveel mensen. Dan zie je de toppers die je normaal op tv ziet en denk je ‘Shit zeg, daar sta ik nu gewoon tussen’.” Het EK kortebaan van Joeri in 2006 - zijn eerste grote seniorenwedstrijd - maakte erg veel indruk. Het EK in maart in Eindhoven en het WK kortebaan in Manchester (van 9 tot en met 13 april), voelden al wat ‘normaler’ aan. Maar dat maakt het er niet minder bijzonder om. “Je wordt echt geleefd. Er gaat een golf van geluid door het zwembad. Het publiek is zo enthousiast en schreeuwt je als het ware naar de overkant. Dat geeft een enorme impuls.” Er kleeft één nadeel aan: “Het is soms lastig om bij je plan te blijven en te denken aan wat je moet doen.”

Als het aan de vierjarige Joeri had gelegen, was hij niet gaan zwemmen maar judoën. “Ik was daar vroeger gek op. Maar omdat ik slechts met één nier geboren ben, moet ik contactpunten mijden.” Met ouders als zweminstructeur en een zwemmende broer lag een overstap naar de watersport voor de hand. Een schot in de roos, zo bleek al snel. Op zijn vierde had Joeri zijn A- en B-diploma op zak en op vijfjarige leeftijd deed hij al aan wedstrijden mee. Het besef dat hij wel wat in zijn mars had, kwam rond zijn achtste. “Ik bleek goed mee te kunnen met zwemmers die twee jaar ouder waren. Ik realiseerde me dat ik een aardig baantje kon trekken en dat ik het erg leuk vond.” Dat plezier in het zwemmen is altijd gebleven. Enthousiast: “Het is mooi om het maximale uit jezelf te halen. Je hebt snel feedback en resultaat van je inspanningen. Ik heb steeds weer die drive om me nog een keer te verbeteren. Ik kan mijn energie er lekker in kwijt. Bovendien is het geweldig om met een groep zwemmers naar een doel toe te werken.”

Die wil om ergens voor te gaan, vind je bij de gedreven sporter in alles terug. Na zijn vwo koos hij er voor om Biomedische Technologie (BMT) te studeren, mede op advies van zijn coach Marcel Wouda. “Hij zei dat ik het altijd moest proberen en dat een studie belangrijk is. Zo vermijd ik dat ik in een gat val als het met zwemmen minder gaat.” Het eerste jaar BMT in 2006/2007 leverde hem de helft van het aantal studiepunten op. Hoewel de wil er wel was, bleek de combinatie van dertig uur trainen en studeren voor het moment toch te lastig. “Ik trainde me het licht uit de ogen, maar de resultaten kwamen maar niet. Pas toen ik de studie even opzij schoof, kwamen de investeringen eruit. Blijkbaar heb ik toch een mentale rust nodig.” Dit schooljaar heeft hij nog maar vijf colleges bijgewoond, maar na de Olympische Spelen wil hij zijn studie weer oppakken. De spelen zijn al jaren een wens. “Ik kijk er sinds 2004 met een schuin oog naar. Vorig jaar kwam ik zo dichtbij met mijn prestaties, ik kon het al bijna proeven.”

Zijn specialisme is de vlinderslag. Altijd al geweest. “Dat is voor mij een heel natuurlijke beweging. Die techniek past bij mij.” Trots vertelt hij hoe hij alle jeugdrecords op zijn onderdeel verbrak. “Eén record stond er al 25 jaar. Dat geeft een enorme kick als je die tijd verbetert.” Op het EK in Eindhoven schopte hij het twee keer tot de halve finale, een podiumplaats zat er niet in. “Op de honderd meter vlinderslag heb ik mijn persoonlijke record verbeterd. Over de tweehonderd meter ben ik minder tevreden. We bekijken nu waar dat aan kan hebben gelegen.” Het WK leverde hem opnieuw persoonlijke records op.

Vlak voor een wedstrijd luistert Joeri vaak muziek. “Dat kan van alles zijn. Daarmee kan ik me echt afsluiten van de buitenwereld.” Eenmaal op het startblok is het zijn gewoonte om een gebalde vuist te maken. “Daarmee pep ik mezelf nog even op.”

Hij beseft dat zijn leven anders dan dat van leeftijdgenootjes is. “Ik ga bijvoorbeeld weinig stappen. Ik kan er tijd voor maken als ik wil, maar dat doe ik niet. Ik wil niet op mijn carrière terugkijken en denken ‘Stel dat…’.”/.

Interview/Joeri Verlinden door Judith van Gaal
Foto/Bart van Overbeeke