spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Een echte Le Corbusier op Strijp-S
17 april 2008 - Te vergelijken met een raket naar de maan. Dat was het Philipspaviljoen dat in 1958 werd gebouwd voor de Wereldtentoonstelling in Brussel. In Eindhoven wordt al jaren geprobeerd het aparte gebouw, met zijn plattegrond in de vorm van een maag en wanden als scheepszeilen in de wind, te reconstrueren op Strijp-S. Bouwkundealumnus Arie van Rangelrooy vertelt over het paviljoen van Le Corbusier in de maandelijkse talkshow in Café Kraaij & Balder.

“Het is de eerste en enige kans voor Eindhoven om een echte Le Corbusier binnen de stadsgrenzen te krijgen”, zegt architect Van Rangelrooy van architecten|en|en. Hij weet zeker dat daar drommen toeristen op af zullen komen.“

Le Corbusier is toch wel de Picasso van de architectuur. Hij was wereldberoemd en volgens velen de meest belangrijke architect en stedenbouwkundige van de twintigste eeuw. Hij overleed in 1965.”

Op de eerste wereldexpo na de Tweede Wereldoorlog mochten ook multinationals hun eigen plannen inbrengen. Le Corbusier werd door Philips gevraagd een bijdrage te leveren voor een deel van het Nederlandse paviljoen. In zijn gebouw kon het elektronicaconcern haar ultieme toekomst tonen. Met de beschikbare tien miljoen gulden wilde Le Corbusier een multimedia-ervaring bouwen waarin hij architectuur, beeldende kunst, film en muziek combineerde.

Het was de bedoeling dat het zich zou aanpassen aan het Nederlandse ensemble van disciplines, waar Gerrit Rietveld leiding over had. Maar Le Corbusier liet zich niet sturen door Rietveld. Hij sprak: “Mijn gebouw heeft geen exterieur! Er is slechts een binnenkant.” Zoals altijd had hij een autonoom gebouw ontworpen en wilde hij zich niet voegen naar de rest van Hollands bijdrage aan de Expo 58.

Met de buitenkant hield de architect en wiskundige Xenakis zich bezig. “Het is zo’n raar ding geworden, je kunt het zien als de eerste blob, een soort zwaartekrachtloos gebouw.”

Het resultaat was Le Poème Electronique. Dat is de naam van het geheel; het paviljoen en de voorstelling van het elektronische gedicht. Bezoekers gingen met honderden tegelijk naar binnen, stonden op de vloer in de vorm van een maag en lieten een bizarre lichtshow over zich heen komen. De muziek is geschreven door Edgar Varèse en bevat veel plop-, piep- en knarsgeluiden uit de industrie. De film bestaat uit een diacollage van onder andere kalkoenen, skeletten en ogen. “Maar denk niet dat de bezoekers gillend wegliepen”, zegt Van Rangelrooy. “Mensen lieten zich in 1958 graag verbazen. Het was heerlijk apart en zeer welkom na de lange sobere periode van wederopbouw. Er was weer geld te besteden aan cultuur.”

Het paviljoen dat was opgebouwd uit een soort prefab vlakken van beton, die door spandraden aan elkaar waren gedrukt, is direct na de Expo opgeblazen. Maar het is wereldwijd een icoon geworden waar architecten, musici en kunstenaars zich nog steeds door laten inspireren.

Autersrechten
In 2003 heeft stichting ALICE, in de personen van Han le Blanc en Chris Manders, het initiatief genomen om het Philipspaviljoen te gaan herbouwen in Eindhoven. Arie van Rangelrooy zit in een van de werkgroepen. “We hebben Wessel de Jonge uit Rotterdam, een autoriteit op het gebied van de restauratie van modernistische gebouwen, opdracht gegeven de herbouwmogelijkheden te onderzoeken. Bedenk wel; wat in de jaren vijftig kon, kan nu soms absoluut niet meer. Het interieur was destijds gemaakt van een nieuw materiaal dat goed isoleerde en akoestisch perfect was, maar ja, dat was dus asbest he?”

Je kunt niet zomaar een een-op-een-replica maken, meent van Rangelrooy. “Zeker niet wanneer je het gebouw ook dertig jaar wilt gaan gebruiken, zoals ALICE van plan is. Hoe we het gaan gebruiken, staat nog niet vast. Daar is een programmawerkgroep voor ingesteld.”

Een mijlpaal is alvast dat Eindhoven nu werkelijk de auteursrechten heeft verkregen van de Fondation le Corbusier, een machtige stichting in Frankrijk die actief alle werken van Le Corbusier beheert. “Dat is nog niet zo vanzelfsprekend hoor, om de auteursrechten te verkrijgen. We hebben wel vier keer een ontmoeting met de Fondation gehad en er is een compleet symposium aan gewijd.”

Ondertussen is een discussie ontstaan over het bouwen van een replica versus het maken van een nieuwe versie van Le Poème Electronique. Voor Van Rangelrooy staat wel vast welke kant het opmoet: “Je ontwerpt toch ook geen nieuwe versie van een spoetnik?” En hij denkt het tij mee te hebben; tegenwoordig zie je in de architectuur wel meer retrobouw.

Zondag 20 april vanaf 15.30 u: Talkshow Eindhoven uit de kunst, Café Kraaij & Balder, Strijpsestraat 79.