spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

Logistieke innovatie: Supply Chain Campus

Netwerken voor een nieuw onderkomen

Een echte Le Corbusier op Strijp-S
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
‘Vonnis dwingt NWO tot grotere openheid’
17 april 2008 - NWO moet structureel inzage gaan geven in de beoordelingen van subsidieaanvragen. Dat stelt prof.mr.dr. Jan Smits, TU/e-hoogleraar Recht en Techniek, naar aanleiding van een uitspraak van de bestuursrechter van eind januari. Een afgewezen subsidieaanvrager dwong via die rechter inzage af in de stukken die ten grondslag lagen aan de beoordeling van zijn voorstel. NWO laat weten voorlopig niet verder te willen gaan dan de rangschikking van voorstellen openbaar te maken.

NWO ontkomt er niet aan om voortaan structureel openbaarheid te gaan geven voor alle onderzoeksvoorstellen, is de stellige overtuiging van Smits. “Anders krijgen ze straks de ene na de andere rechtszaak om de oren.” Volgens hem reiken de gevolgen van de uitspraak verder dan NWO. Ook andere grote subsidieverstrekkers die dezelfde methodiek hanteren, zouden meer openheid moeten gaan geven. Smits denkt onder anderen aan het ministerie van Economische Zaken en de KNAW.

Referenten
NWO verdeelt jaarlijks zo’n driehonderd miljoen euro aan subsidie voor onderzoeken. NWO stuurt elke aanvraag naar twee onafhankelijke referenten voor beoordeling, de zogenaamde ‘peer review’. Dit gaat - geanonimiseerd - terug naar de aanvragers voor commentaar. Op basis van beoordeling en commentaar beslist een beoordelingscommissie of een voorstel subsidie krijgt of niet. Vervolgens rangschikt de commissie de voorstellen, op basis van onder meer wetenschappelijke waarde en maatschappelijke relevantie. Alleen de hoogst genoteerde voorstellen krijgen subsidie - tot de pot leeg is. Welke positie ze op de lijst innemen, en waarom precies andere voorstellen hoger of lager eindigen, krijgen de aanvragers niet te horen. Een afwijzingsbrief bevat standaard niet meer dan een paar zinnen toelichting.

Anoniem
Wat de Arnhemse bestuursrechter betreft, moet de werkwijze van NWO anders. “Niet valt in te zien waarom bijvoorbeeld het referentencommentaar over andere voorstellen niet anoniem zou kunnen worden verstrekt”, staat in de uitspraak te lezen.

“Te hopen valt dat NWO deze uitspraak aangrijpt om schoon schip te maken. Het wordt hoog tijd dat te doen”, is de reactie van hoogleraar bestuursrecht prof.mr.drs. Lex Michiels van de Universiteit van Tilburg.

TU/e-prof Smits denkt dat de uitspraak verstrekkende gevolgen heeft voor NWO. Hij verwacht dat de concurrentie toeneemt, omdat wetenschappers in het vervolg weten dat de beoordeling van hun werk openbaar wordt gemaakt. “Ook wordt het zichtbaar waar vriendjes zitten”, denkt Smits. “De beoordelingen door referenten zijn weliswaar geanonimiseerd, maar toch herkenbaar, omdat alle vakgebieden ‘kleine wereldjes’ zijn.” Hij sluit ook niet uit dat veel referenten van NWO afhaken als hun beoordelingen openbaar worden.

Zover zal het wat NWO betreft niet komen. NWO leest de uitspraak van de rechter anders, en denkt dat publicatie van de ranglijsten van de subsidiabele voorstellen ook voldoende is. De organisatie heeft dit in overweging, laat woordvoerder David Redeker weten. “De referentenoordelen geven we niet vrij”, aldus Redeker. De geslotenheid van NWO is volgens hem in het belang van de wetenschappers. Een publieke, negatieve beoordeling zou de verhouding tussen referent en aanvrager kunnen verstoren. Verder kan het gevolgen hebben voor de carrière van de afgewezen aanvrager. Bovendien kunnen, bij openbaarmaking, andere wetenschappers met iemands ideeën aan de haal gaan.

Smits denkt dat zelfs dit laatste kan voortvloeien uit de uitspraak van de bestuursrechter. Volgens hem stelt de rechter dat openbaarheid boven privacy gaat. “Dat betekent vooralsnog dat deze uitspraak ervoor kan zorgen dat technische vindingen die een onderdeel vormen van een NWO-aanvraag, op straat komen te liggen.”/.