spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
17 april 2008 - Uit een informele internet-enquête onder lezers van het gerenommeerde Amerikaanse tijdschrift Nature blijkt dat twintig procent van de respondenten soms pepmiddelen gebruikt tegen vermoeidheid of om de concentratie te verhogen. Vooral het ADHD-medicijn Ritalin blijkt populair. Nederlandse wetenschappers herkennen zich niet in dat beeld, maar niet iedereen is verbaasd.

Robbert Dijkgraaf
KNAW-president
“Die twintig procent geldt volgens mij niet voor Nederlandse wis- en natuurkundigen. Tenzij je koffie als stimulerend middel beschouwt. In mijn beleving zijn mijn meeste collega’s hyper en gedreven genoeg van zichzelf. Zij zouden eerder iets kalmerends moeten innemen.”

Wubbo Ockels
Hoogleraar Ruimtevaarttechniek en ex-astronaut van de TU Delft
“Ik heb nog nooit meegemaakt dat een wetenschapper chemische pepmiddelen gebruikte. Voor mij en mijn collega’s is de wetenschap op zich al een pepmiddel: ons werk is zo fascinerend. Overigens herinner ik me wel van mijn studententijd dat roken goed was voor de concentratie: nicotine werkt zeer verhelderend.”

Gerrit Breeuwsma
Psycholoog van de Rijksuniversiteit Groningen
“Ik ben niet verbaasd, maar ken geen praktijkvoorbeelden. Al pratend besef je dat het voor de hand ligt. Het is algemeen bekend dat hoogopgeleiden veel drinken, dus gek vind ik dit verhaal niet. Ze hebben doorgaans meer geld, kennen beter de weg. Maar of het een groot probleem is?”

Frits van Oostrom
Vertrekkend president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
“Als ik in het verleden langs een coffeeshop liep, dacht ik altijd ‘goh, wat ruikt het hier lekker! Zelf gebruik ik geen pepmiddelen en ken ook geen wetenschappers on dope. Maar dat zegt niets, en bovendien ik kan me er wel veel bij voorstellen. Als het in de topsport gebeurt, dan heb je er in de top van de wetenschap ook mee te maken. De prestatiedruk is enorm, zeker in de Verenigde Staten. Ik denk wel dat het minder vaak voorkomt onder Spinoza-laureaten dan onder promovendi: zij zitten met zeer strakke deadlines en hoeven bijvoorbeeld minder vaak rekening te houden met hun gezin.”

Gertjan Tommel
Voorzitter van Promovendi Netwerk Nederland
“Ik kan daar smakelijk om lachen. Natuurlijk ken ik mensen die wel eens wat gebruiken. Maar dat zijn geen wetenschappers en bovendien doen ze het juist voor hun ontspanning. De meeste geënquêteerden van Nature zijn denk ik geen promovendi - die kunnen zo’n duur abonnement niet betalen - maar wetenschappelijke toppers, die ook vaak veel managementtaken hebben. Er komen regelmatig onderzoeken voorbij waaruit blijkt dat juist die beroepsgroep behoorlijk gebruikt. Maar goed: ik zal mijn licht eens opsteken onder de promovendi.”