spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
De ‘aluminium editie’ van Kolonisten: steeds verder naar het randje van belachelijk
24 april 2008 - Nee, te koop is-ie niet, en hij komt ook niet in de winkel. Daarvoor is deze ‘special edition’ van het bordspel Kolonisten van Catan véél te duur, benadrukt masterstudent Werktuigbouwkunde (Wtb) Robert Kerkhofs. Alleen de rode en de blauwe dobbelsteen zijn ‘off the shelf’, alle andere onderdelen in de vijftien kilo zware koffertjes zijn ‘custom made’. Vier jaar werk zit in de tien exemplaren, die vorige week woensdag werden gepresenteerd. En dat alles omdat een groepje Wtb-studenten zich ergerde aan het feit dat de kartonnen tegeltjes van het spel niet goed bleven liggen.

Robert Kerkhofs plonst zonder aarzeling een kaartje van zijn spel in een glas bier. En inderdaad: er gebeurt niets. Dit kaartje is, net als de gehele ‘aluminium editie’ van Kolonisten van Catan, bierbestendig. Daarvoor was wel een speciaal soort plastic nodig, en dat vonden de bouwers van het spel uiteindelijk in Zwitserland. Ze konden nergens anders het juiste plastic vinden. Plastic dat ze ook met een laserprinter konden bedrukken - natuurlijk met allemaal eigen, nieuwe afbeeldingen.

Het is een typisch voorbeeld uit een project dat kartrekker Kerkhofs, achteraf, omschrijft als ‘een idee dat steeds verder evolueerde naar het randje van het belachelijke’. Bijna achtduizend onderdelen tellen de tien exemplaren van het spel die de zeven Wtb-studenten en een TU/e-werknemer samen maakten - grotendeels eigenhandig. En dat alles met een precisiemarge van een tiende millimeter.


Het ‘Kolonistenteam’, met (vlnr) Richard Jordan, Robert Kerkhofs, Mark Nievelstein, medewerker Rob van den Berg, Jasper Simons, Gerrit Naus. Studenten Jeroen van de Heijning en Jorn Hamer staan niet op de foto.

Dat het zo zeer uit de hand zou lopen, kon het oud-bestuur van Simon Stevin niet vermoeden. De groep was in oktober 2003 op hun vaste ‘weekendje weg’. Ze speelden Kolonisten van Catan en ergerden zich aan het feit dat het spel bij de geringste beroering al ondersteboven lag. Kaartjes door elkaar, huisjes verplaatst of om, en een paar spetters bier kon het kartonnen spel ook al niet hebben. De conclusie van de werktuigbouwers: dit spel is slecht ‘geëngineerd’. Dat kunnen we beter.

Dat kunnen we beter op zo’n beetje alle punten, vond het gezelschap na een tweede kritische beschouwing, enkele maanden later. Waar ze tijdens het weekendje weg alleen nog de bodemplaat en de bijbehorende ‘landtegels’ wilden vervangen, werd nu maar meteen het hele spel op de schop genomen. Een jaar lang werd er gedacht en ontworpen. Niet omdat de studenten zulke fanatieke spelers van het spel waren. “We zijn vooral heel fanatieke werktuigbouwers. Op een gegeven moment komt de perfectionist boven, en dan ga je dingen belachelijk goed uitvoeren”, vertelt Kerkhofs.

Dus was een bodemplaat van aluminium niet mooi genoeg - die moest ook nog geanodiseerd worden (voorzien van een harde, glimmend aluminiumoxide beschermlaag, red.). Een bedrijf is Maasbracht wilde dit wel doen in ruil voor een exemplaar van het uiteindelijke spel. De huisjes en andere speelstukken gingen ook het anodiseerbad in, nadat het team een proef met spuitverven had afgekeurd. Omdat het Maasbrachtse bedrijf niet in kleur kon anodiseren ging de hele collectie - zelf gemaakte - speelstukjes uiteindelijk naar China. In dat land werden ook de duizend pinnetjes gemaakt die de huisjes op hun plaats houden.

Zelfs de originele handleiding (“een papieren vodje”, aldus Kerkhofs) kreeg een revisie, zowel qua lay-out als qua inhoud. In de koffers prijkt nu een hardback handleiding, met glossy papier en mooie illustraties. Met herschreven instructies. De oude handleiding bevatte namelijk onvolkomenheden. Middels fora op internet wisten ze die eruit te filteren, wat leidde tot een handleiding die wél foutloos is, stellen de leden van het Kolonistenteam.

Een ‘onbetaalbaar’ aantal uren spendeerde het achttal aan apparaten als draaibanken, freesmachines, zetmachines, knipbanken van de faculteit Werktuigbouwkunde, die alle ruimte bood voor het initiatief van het oud-Simonbestuur. Verder zijn ze zo’n zeshonderd euro per spel kwijt aan materiële kosten. Gelukkig voor hen kreeg professor Maarten Steinbuch eind 2006 lucht van de onderneming. Die was er meteen zo enthousiast over dat hij zo’n 4300 euro steun regelde - in ruil voor een exemplaar van het spel. “Prachtig vakmanschap”, zo betitelde Steinbuch het werk, bij de presentatie van afgelopen week. “Deze kwaliteit is ook waarom bedrijven zo graag met onze faculteit samenwerken.”


Beelden van het CNC-freesproces van het speelbord en de landtegels.

Dat extra exemplaar voor de professor - dat in een vitrine in W-hoog komt te staan - kostte overigens wel weer wat maandjes meer. De negen exemplaren van het spel waren namelijk eind 2006 - op de koffertjes na - klaar. Dus moest het hele productieproces nog een keer over. En ook het maken van de koffertjes had nog wat voeten in de aarde. Het schuim werd bijvoorbeeld gesneden door een bedrijf in Waalre. Kerkhofs: “Dat kun je niet zelf. Die mooie rondingen moet je met watersnijden doen.”

“We hebben er heel veel van geleerd”, stelt hij lachend. “Vooral over wat er allemaal fout kan gaan tijdens een project. We hadden in het begin helemaal geen verstand van hoe je iets produceert. En dus een slecht beeld hoe lang het zou gaan duren en wat het zou gaan kosten.” De totaalprijs - manuren meegerekend - is ook nu nog onbekend. “Dat wil je niet uitrekenen, daar word je doodongelukkig van.” De kans dat deze speciale editie ooit in serie uitkomt, lijkt hem dan ook nihil - er is in ieder geval nooit contact geweest met 999, de fabrikant van ‘Kolonisten’. Een collectors item dus? Lachend: “Een erfstuk.”/.

Kolonisten van Catan/Ivo Jongsma
Foto’s boven en midden/Rien Meulman