spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Master Automotive: verankerd in regionale industrie
29 mei 2008 - Het is een opleiding die er wel móest komen: de masteropleiding Automotive. Opgezet voor, en in samenwerking met, het bedrijfsleven in de regio. Want de explosieve groei van automotive in Brabant vraagt om veel vakspecialisten. “Alle ingenieurs die wij afleveren zullen probleemloos een baan vinden”, is de stellige overtuiging van prof.dr.ir. Maarten Steinbuch, kartrekker van de masteropleiding en hoogleraar Power Trains aan de faculteit Werktuigbouwkunde.
Kartrekker prof.dr.ir. Maarten Steinbuch: “Het onderwijs loopt langs de lijnen van het Innovatieprogramma, en is daarmee afgestemd op de toekomstige ontwikkelingen in de sector.” Foto: Rob Stork

De bedrijfstak automotive huist van oudsher in Zuidoost-Brabant en Midden-Limburg. Met NedCar, DAF en VDL zijn er tal van autofabrikanten.

Maar deze bedrijven doen niet alles zelf. Steeds meer laten ze diverse onderdelen maken door toeleveranciers van over de hele wereld. Feit is dat ook deze bedrijvigheid sterk is vertegenwoordigd in Brabant. Vooral de ontwikkeling van hightech systemen en embedded software wordt door de toeleveranciers gedaan. En dit specialisme wordt in hoge mate aangetroffen in Eindhoven, Helmond en omgeving. Ook grote bedrijven profiteren hiervan mee: zo halen NXP en Philips miljarden omzet uit de automotive-industrie.

Ook truckfabrikant DAF, waar jaarlijks 60.000 trucks de fabriek verlaten, doet het erg goed. TNO Automotive heeft haar vestiging enkele jaren geleden van Delft naar Helmond verplaatst. PDE Automotive is succesvol en TomTom heeft haar researchcentrum naar Eindhoven verhuisd omdat hightech systemen en embedded systemen hier sterk zijn. Bussenfabrikant VDL (25.000 bussen per jaar) groeit eveneens als kool. Kortom, een ijzersterke hightech industrie met bloeiende bedrijven die een dringende behoefte hebben aan kennis en kunde op alle opleidingniveaus. Want deze sector is zich steeds meer van een maak- tot een kennisindustrie aan het transformeren.

Krachten bundelen
Om de krachten te bundelen werd drie jaar geleden een vraaggestuurd innovatieprogramma in het leven geroepen. Medio vorig jaar werd dit bekrachtigd in het Innovatieprogramma High Tech Automotive Systems (HTAS). In het programma zitten de universiteiten van Eindhoven, Delft en Twente, de hogescholen HAN en Fontys, TNO en alle relevante marktpartijen zoals DAF, VDL, DSM, NXP, Bosch/VDT, TomTom, Vredestein, DTI, et cetera. De overheid heeft 42 miljoen euro subsidie toegezegd voor het programma. De totale omvang van het innovatieprogramma komt daarmee op ongeveer honderd miljoen euro. Doel is om de omzet van de sector in tien jaar te vergroten met meer dan zes miljard euro en de werkgelegenheid te laten groeien van 39.000 naar 50.000 arbeidsplaatsen.

“We hebben in deze club vastgesteld dat één van de belangrijkste ontwikkelingen binnen automotive is: het toevoegen van modelgebaseerde software aan de automotivesystemen”, vertelt prof.dr.ir. Maarten Steinbuch, hoogleraar Power Trains aan de TU/e en kartrekker van de masteropleiding Automotive. Uit de analyse bleek ook dat wanneer de ambitie is om in Zuidoost-Brabant een delta van industriële activiteiten te creëren, hier heel veel goed opgeleide mensen voor nodig zijn. “We constateerden dat aan de kant van opleidingen veel gedaan moet worden. Dat geldt voor alle niveaus: mbo, hbo en universiteit. De regionale roc’s zijn daarom nu bezig om hun opleidingen op orde te krijgen. Op hbo-niveau gaat Fontys een nieuwe opleiding automotive starten. Er is al een opleiding aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN). Fontys en HAN gaan hierin meer samenwerken.”

Interfacultair
De faculteit Werktuigbouwkunde had een zogenaamde mastertrack Automotive, een afstudeerrichting binnen een bestaande masteropleiding. Maar deze opleiding bood te weinig en was te smal, gezien de vraag van het bedrijfsleven naar systeemdenkende specialisten. De track wordt daarom omgezet in een officiële masteropleiding Automotive, die in september van dit jaar van start gaat. Het wordt een interfacultaire opleiding, waarin wordt samengewerkt door de faculteiten Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek, Scheikundige Technologie, Wiskunde & Informatica, Technologie Management en Industrial Design. “De opleiding is uniek in Europa”, stelt Steinbuch. “Het onderwijs loopt langs de lijnen van het Innovatieprogramma en is daarmee afgestemd op de toekomstige ontwikkelingen in de sector. De opstartkosten voor de opleiding worden ook gefinancierd uit het programma.”

Uiteindelijk wil de opleiding systeemdenkende vakspecialisten opleveren. Steinbuch: “We hebben aan de klankgroep gevraagd: wat voor ingenieurs hebben we nodig? Ingenieurs die veel weten van heel weinig, of ingenieurs die weinig weten van heel veel. De voorkeur gaat uit naar het eerste, maar ze moeten ook in staat zijn op systeemniveau te kijken en hierover het gesprek aan te gaan met anderen. We maken dus een academische opleiding met specialisaties en met aandacht voor systemen en functies. Daarom moeten de studenten uiteenlopende vakken volgen in werktuigbouw, software, chemie et cetera.”

De masteropleiding Automotive duurt twee jaar. Het eerste halfjaar doen de studenten een gezamenlijk programma, het zogenaamde generieke hart van de opleiding. Dit sluit aan bij de twee researchlijnen in het innovatieprogramma: Drive & Guidance, hoe blijft een auto op de weg in contact met de omgeving, en Efficient Vehicle, over schone en energiezuinige voertuigen. Binnen deze twee onderwerpen krijgen de studenten vakken in werktuigbouwkunde maar ook software en energiemanagement.

Systeemdenker
Het doel is om van de ingenieur een systeemdenker te maken. Steinbuch: “Hij weet van verschillende subsystemen in de auto en hoe die met elkaar in relatie staan. Vooral in het eerste halfjaar ontwikkelen we dit. In projectgroepen werken studenten op systeemniveau aan verschillende onderdelen van de auto. Bijvoorbeeld: wat betekent emissie voor een auto en door welke onderdelen wordt dit bepaald?” In het tweede halfjaar ontwikkelen de studenten een specialisme, bijvoorbeeld powertrains of voertuigdynamica, design, embedded systemen et cetera. In het laatste jaar lopen ze stage en studeren ze af.

Een deel van de mensen die deze opleiding hebben gedaan, zullen de systeemarchitecten van de toekomst zijn, verwacht de hoogleraar. “Zij zullen zich steeds meer verbeteren in een hoger abstractieniveau voor wat betreft het systeem. Ik denk daarom dat deze opleiding een voorbeeld zal worden hoe je systeemarchitecten opleidt. Hieraan is in de industrie grote behoefte. Ik verwacht dat deze ingenieurs ook erg gewild zullen zijn bij bedrijven als ASML en Océ. Of deze mensen een auto of een waferscanner onder ogen krijgen, maakt in principe niet zoveel uit. Al hopen we natuurlijk dat ze in de auto-industrie gaan werken, want als de automotive in de regio zo blijft groeien als nu het geval is, zullen alle ingenieurs hard nodig zijn.”

Er zijn studenten die denken dat ze met een master in automotive een fuik inzwemmen, maar dit is volgens Steinbuch dus zeker niet het geval. “Na het afronden van deze master ben je opgeleid om in de brede industrie van hightech systemen een baan te vinden. Een onderdeel daarvan is automotive.”

Alumni
De opleiding is toegankelijk voor bachelors met een achtergrond in mechanica, elektro, scheikundige technologie, embedded software, mens-machine interactie, mogelijk technische bedrijfskunde en industrial design. Het gaat om studenten uit Delft, Twente, Leuven, Aken en ver daarbuiten. Een ander doelgroep zijn hbo-instromers, bijvoorbeeld van de HTS Autotechniek in Gelderland. Ook hts’ers in werktuigbouw en elektrotechniek zijn welkom. De derde doelgroep is de internationale instroom.

In september worden de eerste twintig studenten verwacht. Steinbuch hoop natuurlijk op meer. “We doen ons best. Er is al veel interesse. We hebben natuurlijk ook de hulp nodig van alumni die in hun omgeving bekendheid geven aan de opleiding. In de loop van twee jaar willen we de instroom zien te verdubbelen. Wat ons betreft is er geen bovengrens, want de industrie kan alle afgestudeerden probleemloos opvangen.”

De studenten komen naar een regio waar een groot netwerk van fabrikanten en onderzoeks- en onderwijsinstellingen in automotive actief is. Wat zullen ze hier concreet van merken? Steinbuch: “We hebben gastsprekers uit de industrie. Er lopen projecten waarbij ze in de labfaciliteiten van TNO in Helmond onderzoek doen. Tijdens stage en afstuderen benutten ze uiteraard het bedrijfsleven. Het onderzoek aan de TU/e is afgestemd op de vraag van de industrie, studenten draaien hierin veelvuldig mee. Zij werken dan bijvoorbeeld met een promovendus - die vaak ook betaald wordt door de industrie - aan onderwerpen. Aan het eind van de opleiding is de student bekend met de regio en de industrie, wat het kiezen van de juiste baan erg makkelijk zal maken. En je hebt direct een groot netwerk tot je beschik-king.”/.

“Deze opleiding zal als een magneet gaan werken”

Emeritus hoogleraar ir. Nort Liebrand, voormalig algemeen directeur van Van Doorne’s Transmissie, was deeltijdhoogleraar in Continu Variabele Transmissietechniek (CVT) aan de faculteit Werktuigbouwkunde. Op dit moment is hij projecteigenaar van Automotive binnen de Stichting Brainport. Liebrand was acht jaar geleden de eerste die zich inzette voor een masteropleiding Automotive.

Destijds waren de geesten daar echter nog niet rijp voor. Liebrand: “In de loop van de jaren zijn er stappen gezet, te beginnen bij de aanstelling van deeltijdhoogleraren in automotive. Toenmalig decaan van de faculteit Werktuigbouwkunde, prof.dr.ir. Jeu Schouten, heeft zich hier sterk voor gemaakt. Een belangrijke beslissing was om de activiteiten in automotive van de TU Delft naar Eindhoven te brengen. Er kwam een samenwerking met de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) en er werd een gezamenlijk laboratorium voor automotive opgezet.”

De sector zelf zat intussen ook niet stil. De Federatie Holland Automotive is opgericht, net als het Automotive Technology Center (ATC).

Liebrand was oprichter en eerste directeur van het ATC. Het Innovatieprogramma High Tech Automotive Systems (HTAS) was een doorbraak. In dit project hebben overheid, industrie en kennisinstellingen zich gecommitteerd in de ambitie voor de sector automotive: de werkgelegenheid moet groeien van 39.000 naar 50.000 arbeidsplaatsen en de export van twaalf naar twintig miljard euro.

“Wat echt ontbrak is een masteropleiding Automotive”, stelt Liebrand. “Als je het vergelijkt met de luchtvaart komt automotive er maar bekaaid vanaf. In Delft staat een complete faculteit voor Luchtvaart met 1500 studenten. Terwijl die sector in omvang een tiende is van automotive. In onze branche waren slechts enkele losse deeltijdleerstoelen die ook nog eens weinig samenhang vertoonden. Er was ook geen eenduidig beleid ten aanzien van onderwijs en onderzoek. Deze masteropleiding moet hier verandering in brengen.”

Als het lukt om in kwantiteit en kwaliteit voldoende automotive engineers op te leiden, dan versterkt dit op de eerste plaats de Nederlandse automotive sector, zegt Liebrand. “Met deze mensen zijn de ambities van de Innovatieprogramma HTAS waar te maken. Op de tweede plaats zul je zien, dat bij voldoende aanbod van afgestudeerden - ook op hbo-niveau - de bedrijven naar de mensen zullen komen. Wereldwijd is er een groot tekort aan ingenieurs in automotive. De bedrijven kijken steeds meer naar waar ze bronnen kunnen aanboren en zijn bereid hun ontwikkelafdelingen hiervoor te verhuizen. Dat zie je ook op de High Tech Campus Eindhoven. Het potentieel aan ingenieurs daar trekt grote bedrijven naar Nederland.”

Uiteindelijk moet de opleiding jaarlijks honderden ingenieurs afleveren, hoopt de voormalig deeltijdhoogleraar. “Dat lijkt veel maar de opleiding zal als een magneet gaan werken. Voor middelbare scholieren zijn auto’s geweldig. Als deze groep hier op een leuke manier mee in aanraking komt, motiveert dit enorm. Als je dan een goede opleiding biedt met daarnaast nog een studievereniging die bijvoorbeeld racewagens bouwt, komen er gegarandeerd veel studenten op af.”


Foto: Bart van Overbeeke

 

“Ook TomTom heeft grote behoefte aan systeemdenkers”

Carlo van de Weijer is managing director van TomTom Eindhoven en alumnus van de TU/e. Het bedrijf TomTom, leverancier en ontwikkelaar van navigatieproducten, vestigde zich bijna een jaar geleden in Eindhoven om er deel uit te maken van een high tech omgeving met goed opgeleide technici. Er werken nu bijna tweehonderd technici, bijna twee keer zoveel als bij de overgang naar Eindhoven.

“De roep om goede opgeleide ingenieurs in automotive klinkt al jaren, ook van ons”, vertelt Van de Weijer. Je zou denken dat TomTom vooral op zoek is naar softwarespecialisten en afgestudeerden in elektrotechniek. De navigatieapparatuur heeft op het eerste oog namelijk niet veel te maken met de auto, behalve dat dit de plek is waar het wordt gebruikt. “Wij zijn van origine een softwarebedrijf maar we richten ons steeds meer op ‘line fitment’, waarbij de navigatiesystemen worden geïntegreerd in de auto. Onze producten krijgen dan te maken met automotive eisen voor temperatuurbelasting, schudden en trillen en de algehele integratie in de auto”.

Volgens Van de Weijer ontbreekt het op dit moment aan systeemdenkers bij wie deze verschillende disciplines samenkomen. “In de lucht- en ruimtevaart is het vanzelfsprekend om mensen multidisciplinair op te leiden, terwijl wij afhankelijk zijn van bijvoorbeeld softwareontwikkelaars of elektrotechnici met een tik voor auto’s. Met de nieuwe masteropleiding Automotive krijgt de industrie de beschikking over de systeemdenkers die de auto als geheel beschouwen. Ik denk overigens dat het een heel interessante opleiding zal worden, die dankzij de verschillende disciplines veel extra studenten gaat trekken.”

Het is nu al duidelijk dat de automotivebedrijven straks in de rij staan wanneer de eerste studenten hun master hebben afgerond. “Dan steken wij zeker onze vinger in de lucht, we kunnen er heel veel gebruiken”, beaamt Van de Weijer. TomTom groeit namelijk snel en krijgt de vacatures maar met moeite vervuld. “En dan is het voor ons nog relatief gemakkelijk omdat ons bedrijf een sexy uitstraling heeft. Maar we krijgen desondanks nauwelijks sollicitaties van pas-afgestudeerden in Nederland. Het zijn toch vooral mensen uit het buitenland. Hopelijk gaat de nieuwe opleiding ook daar verandering in brengen.”

 

Master Automotive/Chriz van de Graaf