Onderzoekers van de TU/e hebben uitgevonden hoe je tegen lagere kosten elektrisch geleidende plastics kunt maken. Dat blijkt te kunnen door op de juiste manier koolstofnanobuisjes aan het plastic toe te voegen. Dr. Andriy Kyrylyuk en dr.ir. Paul van der Schoot van Theoretische en Polymeerfysica schrijven dat deze maand in het toonaangevende tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences of the USA (PNAS). Door de vinding wordt de productie van betaalbare transparante geleidende plastics mogelijk.

“Plastics geleidend maken, de mechanische eigenschappen behouden, tegen zo laag mogelijke kosten - dat betekent zo min mogelijk koolstofnanobuisjes toevoegen aan het plastic”, zegt projectleider Van der Schoot. Koolstofnanobuisjes zijn langwerpige moleculen die ongeveer een miljoenste millimeter dik zijn, maar duizend tot honderdduizend keer zo lang kunnen worden. De buisjes geleiden stroom, en plastics kunnen geleidend worden gemaakt door er de juiste hoeveelheid koolstofbuisjes aan toe te voegen. De buisjes vormen als het ware een geleidend netwerk in kunststof.

Uit het theoretische model dat Kyrylyuk en Van der Schoot opstelden, bleek dat de eigenschappen van de gebruikte kunststof bepalen of de koolstofbuisjes hun geleidende werk goed kunnen uitvoeren. Geschikte kunststoffen zorgen voor beter contact tussen de buisjes. Ook bleek dat een combinatie van een hoog percentage relatief goedkope korte buisjes en een kleine hoeveelheid lange koolstofbuisjes net zo goed werkt als het gebruik van honderd procent lange - en dure - nanobuisjes.

Volgens Van der Schoot hebben de onderzoekers een mengsel gevonden waarin de fractie koolstofbuisjes zo laag is dat zelfs de zwarte kleur verdwijnt. Dat betekent dat geleidende plastics bruikbaar zijn als anti-statische coating of als achterkant van beeldschermen.

Het onderzoek is onderdeel van een project dat in 2005 gestart is door het Dutch Polymer Institute (DPI). De technologie is gepatenteerd door het DPI en zal in de praktijk worden getoetst onder leiding van prof.dr. Cor Koning van de TU/e.