spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Effe zeuren
/Fred Steutel

26 juni 2008 - ‘Ik weet het niet en bovendien: ik kan het zonder bril niet zien’. Er is heel veel dat wij niet weten, en de onwetendheid heeft vele gedaanten.

Sommige dingen kunnen we niet weten en willen we ook niet weten, zoals onze eigen sterfdag - uitzonderingen daar gelaten. Sommige dingen willen we graag weten en daar hoeven we alleen maar geduldig op te wachten: wie wordt de volgende president van de VS of welk land wordt Europees kampioen voetballen. Weer andere dingen zouden we wel kunnen weten, als we maar slim genoeg waren om erachter te komen. Dat doet zich voor in de wiskunde: we weten niet of er oneindig veel priemgetalparen zijn, zoals (5;7), (17;19) en (821;823). De verwachting is dat er oneindig veel zijn, maar er is (nog) geen bewijs. In de wiskunde zijn er legio van dit soort ‘vermoedens’. Ik had zelf ooit een vermoeden. Dat is bewezen door een Deense ingenieur: “A proof of Steutel’s conjecture”.

Sommige dingen weten we gedeeltelijk. Als je met een dobbelsteen gooit weet je niet wat er zal komen. Maar van te voren weet je een beetje wat het zal worden: met een kans van een zesde krijg je een drie, en het wordt zeker geen zeven. Als iemand een tentamen doet, kan hij zich afvragen of hij een voldoende zal halen, maar hij is niet helemaal weerloos: door hard te studeren kan hij zijn kansen verbeteren. Een ander soort niet weten ligt besloten in de vraag of er leven bestaat buiten de aarde. Geleerden geven soms kansen aan deze mogelijkheid, terwijl dat volgens anderen onzin is: het is zo of het is niet zo.

Een vreemd soort niet weten kun je aanduiden met ‘hoe’ of ‘waarom’. Hoe komt het dat het vlak naast een sloot vaak droger is dan iets verder weg? Onbevredigend antwoord: vlak bij de sloot kan het water makkelijker weg. De volgende vraag is actueel in verband met Wimbledon: waarom spelen twee voetbalteams nooit in bijna de zelfde kostuums en twee tennisspelers soms wel? Misschien een relikwie uit de tijd dat iedereen in het wit tenniste. Heel verwarrend.

Blijft de vraag waarom dit niet wordt veranderd.

Laatste vraag: wordt er volgend jaar nog gezeurd in de Cursor? Wie weet!
Eén ding weten we allemaal: van vragen word je wijs.