spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB


“Polymeren vind ik fantastisch.”
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Ontwerpen naar wat de mens écht belangrijk vindt

11 december 2008 - Een doosje, wat knopjes, een beeldschermpje: de basis van veel elektronische producten. “De meeste producten zijn gericht op cognitieve vaardigheden, op het denken”, constateert ir. Philip Ross, die deze week promoveert bij Industrial Design. “Ik vind op een knopje drukken echter niet zo’n interessante interactie. Een mens kan veel meer, heeft ook allerlei fysieke, emotionele en sociale vaardigheden.” Ross richtte zich met zijn onderzoek op de laatste categorie. Hij onderzocht onder meer hoe je een product zó kunt ontwerpen dat het een bepaald gedrag uitlokt bij de gebruiker.
Foto: Bart van Overbeeke

Ross begon zijn promotieonderzoek aan de TU/e in 2004, nadat hij aan de Delftse faculteit Industrieel Ontwerpen was afgestudeerd op de ‘Carrousel’: een met houten ‘vlaggetjes’ vervormbaar apparaat, dat de vorm die je eraan geeft interpreteert en vertaalt naar muziek- en lichtinstellingen in de kamer. “Een heel interactief en intelligent product, iets waar in Eindhoven veel nadruk op ligt.” Zijn overstap naar de TU/e voelde daarom logisch, ook omdat ID-hoogleraar Kees Overbeeke deel uitmaakte van Ross’ afstudeercommissie: “Ik vond hem een heel inspirerende figuur, met wie ik graag wilde samenwerken.”

Het eerste jaar van zijn promotieonderzoek beschrijft Ross als zwemjaar. “Ik werd redelijk vrij gelaten om mijn richting te vinden. De enige insteek was dat ik een socialere dimensie wilde geven aan producten.” In een gesprek met Overbeeke (enkele experimentele, maar weinig succesvolle workshops later) werd Ross’ doelstelling helderder. “Ik wilde bekijken hoe je de belangrijkste drijfveren van mensen, hun waarden, kunt verbinden met het kleinste detail van een ontwerp. Je kunt naar een product kijken vanuit functioneel of vormgevingsopzicht, maar ook naar hoe een product het gedrag van mensen verandert. De mobiele telefoon bijvoorbeeld heeft grote invloed gehad op hoe mensen met elkaar omgaan.”

Filosofie
Voor zijn onderzoek baseerde Ross zich onder meer op werken uit de techniekfilosofie, waaronder dat van de Twentse onderzoeker Peter-Paul Verbeek. “Hij stelt dat elke technologie bepaalde gedragingen uitlokt en andere gedragingen hindert. De mobiele telefoon heeft mensen bijvoorbeeld flexibeler gemaakt, maar als je zit te bellen in een ruimte waar ook anderen zijn, hindert dat je interactie met hén. Ik vind dat een mooie, genuanceerde manier om ernaar te kijken - in tegenstelling tot andere filosofen die zeggen dat elke vorm van technologie je verder vervreemdt van je mens-zijn.”

Ross wijst op de opkomst van ambient intelligence (producten die onder meer contextgevoelig en proactief zijn en zich aanpassen aan de gebruiker); een uitdaging voor ontwerpers, vindt de promovendus. “Dat bracht mij tot de vraag die ten grondslag ligt aan mijn proefschrift: als ik aanneem dat die producten ons gedrag beïnvloeden, hoe kan ik daar dan een positieve richting aan geven?”

De onderzoeker zette een workshop op waarin deelnemers producten moesten ontwerpen met verschillende ethische systemen in het achterhoofd. Eén van de opdrachten was om een snoepautomaat te ontwerpen volgens bijvoorbeeld het Kantiaans rationalisme, gebaseerd op het verstand, of juist volgens de romantiek, waarin emotie, passie en spontaniteit centraal stonden.

Ross laat een filmpje zien van een workshopdeelnemer die, heel verstandelijk en zakelijk, een snoepmachine bedient waarbij hij eerst de gewenste hoeveelheden calorieën, koolhydraten en vetten ingeeft waarna er een zuinig bolletje snoep uitrolt. Daarna volgt een filmpje waarin iemand zich gretig op een uitstalling van snoepgoed stort, er lustig aan ruikt en met een zwierige beweging geld op een blad gooit, om de partij snoep vervolgens letterlijk in de schoot geworpen te krijgen. “De apparaten zijn qua primaire functionaliteit hetzelfde, maar totaal verschillend in bediening. Ik noem dit de esthetiek van interactie.”

De workshop bevestigde voor Ross dat zijn richting om ethiek te willen meenemen in het ontwerpproces een kansrijke was. ‘Ethics through aesthetics’, zo vat hij samen. De volgende stap was het samenstellen van een theoretisch raamwerk. “Ethische systemen als het rationalisme en de romantiek staan ver van de gewone mens af. Ik wilde op een systematische manier beschrijven wat mensen belangrijk vinden in het leven. De één wil graag sociale verbondenheid voelen, de ander wil autoriteit vergaren of in harmonie met de natuur leven. Mijn vraag was: hoe kun je intelligente producten en systemen ontwerpen die gedragingen uitlokken die corresponderen met dergelijke waarden?”

In een kort vak zette Ross studenten aan het werk met licht. Hen werd gevraagd een medestudent te analyseren en een lamp te maken die gedrag zou uitlokken dat past bij de waarden van die persoon. Zo ontwierp één studente een set lichtbollen voor boven een trappenhuis die, door ze een zetje te geven, de passant bijvoorbeeld volgen en een steeds wisselend licht- en schaduwspel opleveren. “Dit lokt creatief gedrag uit, wat voor de medestudent in dit geval een belangrijke waarde was.” Een andere student, met de waarde ‘kracht’ als uitgangspunt, ontwierp een lichtschakelaar in de vorm van een hand, die kan worden geactiveerd met een ferme high five.

Vervolgens vroeg Ross proefpersonen de lampen te beoordelen, om de uitkomsten daarna met statistische technieken te valideren. “Dit bevestigde dat je menselijke waarden prima kunt meenemen in het ontwerpproces; dat je producten zo kunt ontwerpen dat ze bij mensen een bepaalde waarde oproepen.”

Dansers
Voor een tweede reeks experimenten schakelde de promovendus professionele moderne dansers in. Ze kregen de opdracht om, met behulp van een lichtobject, bij een proefpersoon verschillende waarden uit te lokken; bijvoorbeeld een gevoel van controle of van behulpzaamheid. In het eerste geval volgt de danser met het licht de proefpersoon die zit te lezen; deze hoeft de ‘menselijke lamp’ niet eens te bedienen, zo laat Ross met een filmpje zien. Op een ander filmpje zie je hoe de danser uitlokt dat de proefpersoon hem helpt en stuurt.

Hieruit volgde een nieuw raamwerk, waarbinnen Ross gedrag is gaan analyseren in termen van kwaliteit. Hiervoor maakte hij gebruik van theorieën uit de bewegingsanalyse, uit de danswereld: “Is iemand bijvoorbeeld gefocust op één punt of juist niet, beweegt iemand krachtig of juist licht? Dergelijke gedragingen van dansers heb ik geabstraheerd en omgezet in ontwerpcriteria voor een intelligente lamp. Ik wilde eigenlijk een lamp maken die zich hetzelfde gedraagt als die danser, maar dan met zijn eigen lichaam.”

Met zijn ontworpen lamp scoorde de promovendus eerder al de nodige media-aandacht. “Je kunt het licht eigenlijk letterlijk met je hand vastpakken en leiden. Je kunt het bijvoorbeeld een klein zetje geven waarna het licht jou en je boek volgt.”

Honderd procent geslaagd in zijn missie om zijn lamp bepaalde gedragingen te laten uitlokken passend bij iemands waarden, is Ross trouwens niet. “Eén van mijn conclusies is dat het hoogst aannemelijk is dat je op die manier intelligente producten en systemen kunt ontwerpen, maar dit is geen triviale zaak. Waarden zijn om te beginnen vage begrippen; die krijg je nooit honderd procent accuraat.”
Wel heeft het onderzoek in zijn ogen een aantal bruikbare instrumenten opgeleverd, waaronder de methode om gewenste interacties eerst zelf te dóen en pas daarna uit te werken. Dat het concrete product dat eruit voortkwam een lamp is, was geen doorwrochte keuze, maar ook weer niet helemaal toevallig. “Ik vind licht gewoon een heel mooi medium: het is flexibel, expressief en er zijn spannende ontwikkelingen op dat gebied, bijvoorbeeld dankzij de opkomst van led-verlichting. En Eindhoven heet natuurlijk niet voor niets de Lichtstad.”

Voor de lamp zijn inmiddels een patent en modelrecht aangevraagd, evenals een subsidie bij technologiestichting STW om verder (markt)onderzoek te doen. Met het TU/e-Innovation Lab is Ross aan het bekijken hoe de lamp kan worden doorontwikkeld.

Intelligente kast
Na de verdediging van zijn proefschrift blijft Ross aan ID verbonden als universitair docent in de groep Designing Quality in Interaction. “Ik wil zeker in deze richting verder, onder andere in samenwerking met Emilia Barakova van Designed Intelligence, die veel verstand heeft van lerende systemen, van algoritmes waarmee je een product kunt laten leren wat de gebruiker wil. Die samenwerking, waarbij ook twee masterstudenten betrokken zijn, vind ik heel spannend.” Op het moment werken ze onder meer aan een intelligente kast, maar daarover wil Ross verder niets kwijt: “Want daar willen we misschien ook patent op aanvragen.”/.

Philip Ross verdedigt zijn proefschrift ‘Ethics and aesthetics in intelligent product and system design’ op woensdag 17 december vanaf 16.00 uur in zaal 5 van het Auditorium.

Ontwerponderzoek/Monique van de Ven
Foto/Bart van Overbeeke