spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB


Columnist:
Roy Warmerdam

Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
En hoe is het in Milaan?
23 april 2009 - Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere week over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

Ik ben Loes Martens en zit in het eerste jaar van mijn master ‘Architecture & Building Technologies’. Na mijn bachelor heb ik ervoor gekozen om me een jaar lang buiten de universiteit te ontwikkelen. Dat jaar begon met een stage in Nederland en eindigt met een periode in het buitenland.

Ik begon met een taalcursus aan de universiteit in Siena, waar ik een maand lang, vijf dagen per week, de Italiaanse taal onder de knie probeerde te krijgen. Siena is echt een geweldige stad. Ik verbleef met 45 andere studenten in een villa en zo leerde ik iedereen erg snel kennen. De dagen bestonden uit het leren van Italiaans en de avonden uit het in de praktijk brengen van deze kennis in de pub Baronne Rosso. Al was de meeste uitgesproken zin tegen de Italiaanse mannen ‘non parlo Italiano, scusa’.

Mijn reis ging van het kleine middeleeuwse stadje Siena naar de grote internationale stad Milaan. De eerste week bestond voornamelijk uit het zoeken naar een kamer en het verkennen van de universiteit. De lessen zouden pas na twee weken starten, dus had ik mooi tijd om de stad te verkennen. Van een modeshow van Roberto Cavalli op de Fashionweek, carnaval in Milaan, tot het genieten van de Italiaanse keuken. Alles was nieuw, leuk en interessant.

Zo vergat ik even dat ik hier was om te studeren. De eerste periode mochten uitwisselingsstudenten vakken naar keuze volgen en pas eind maart moest er een studieplan worden gemaakt. Na een aantal lessen gevolgd te hebben, sommigen Engelstalig en anderen in het Italiaans, koos ik ervoor om mijn project in het Engels te doen. Ik koos voor de Architectural Design Studio van Cino Zucchi en daarnaast nog een Italiaans vak ‘Architettura degli Interni’ en een Engels vak ‘Public Space Design’.

Toch wil ik graag de Italiaanse taal blijven leren en volg ik naast de architectuurlessen ook drie avonden in de week Italiaanse les. Gelukkig blijft er genoeg vrije tijd over. Er wordt iedere avond iets georganiseerd en in de weekenden probeer ik zoveel mogelijk van Italië te zien. De meren in het noorden, Bologna, Pisa, Lucca, Siena, Florence, Venetië, Verona en natuurlijk Rome. Heel Italië is prachtig.

Een superuitdaging die eigenlijk iedereen zou moeten aangaan!

Loes Martens, studente Bouwkunde