spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Hoofd Studium Generale dr. Lucas Asselbergs:
“Hoe krijgen we de student uit zijn comfort zone?”

15 oktober 2009 - Studium Generale biedt de studenten aan de TU/e een mooi, divers en verbredend programma, aldus het nieuwe bureauhoofd dr. Lucas Asselbergs. Maar door die brede programmering liggen hun keuzes vaak nog te dicht bij hun vakgebied. Asselbergs wil dat ze echt over de grenzen heen gaan kijken.
Foto: Bart van Overbeeke

Tijdens zijn sollicitatiegesprek werd hem al snel gevraagd wat hij bij Studium Generale (SG) allemaal zou bewaren wat goed was. Want de afgelopen jaren is zijn voorganger drs. Maarten Pieterson erin geslaagd om SG een prominente plek te geven binnen de universiteit en zelfs binnen het onderwijsprogramma. Asselbergs, die van 1991 tot 1998 als programmamaker al actief was bij SG, is ook de eerste om te constateren dat de organisatie sinds die tijd aanzienlijk geprofessionaliseerd is. “Zo beschikt SG inmiddels over drie uitstekende locaties om activiteiten te organiseren: het Auditorium, het Gaslab en De Zwarte Doos. Daar kunnen we in de toekomst nog beter gebruik van maken. Ook hecht ik veel waarde aan het vierde uur op woensdag dat weer nadrukkelijk vrijgehouden moet worden voor de activiteiten van SG. Een derde kroonjuweel is de mogelijkheid die studenten hebben voor het vergaren van studiepunten door het volgen van de universiteitscolleges en lezingen die SG aanbiedt.”
Asselbergs is op zich een groot voorstander de brede programmering -“de productie daarvan heeft een enorme vlucht genomen”-, maar plaatst er ook een kanttekening bij. “Omdat we zo breed en veel programmeren, is het voor de student nog steeds eenvoudig om nu juist die zaken te kiezen die dicht bij zijn vakgebied liggen. Er moet voor ieder iets van zijn of haar gading zijn, is het idee. Wat ik echter wil, is dat studenten geïnspireerd worden om over de grenzen van hun vakgebied te kijken. Dat is ook het eigenlijke doel van SG. Ik wil trachten ze uit hun ‘comfort zone’ te halen. De vraag is nu hoe we ze daartoe kunnen verleiden.”
Een ander belangrijk punt voor de oud-beleidsmedewerker van Industrial Design is het verhogen van de studentenparticipatie. “Ik denk dat de tijd voorbij is dat een student langdurig deel uitmaakt van één van onze commissies. We willen meer studenten intensiever betrekken bij onze programma’s. Laat ze erover meedenken, laat ze er actief aan meewerken en laat ze het na afloop ook evalueren.”
Ook moeten de lezingen van SG, als het aan het hoofd ligt, meer discussie gaan losmaken. “Er is nog te vaak sprake van een eenrichtingsverkeer van de kant van de spreker. Die verzorgt dan wel een goed verhaal, maar je wilt ook weten wat dat nu teweegbrengt bij de student. En dat zie je eigenlijk pas als er een debat op gang komt. Bij een discussie over de vrijheid van meningsuiting ontstond onlangs wel flink wat discussie, maar de studenten namen daaraan nog te weinig deel. Wellicht zouden docenten voorafgaand aan een lezing al samen met een groep studenten vragen kunnen formuleren. De TU/e ontbeert een debatcultuur. SG kan daar een belangrijke rol in spelen.”

Onder de huid
Authentiek zijn is voor Asselbergs het sleutelbegrip bij alles wat SG doet. “We moeten alleen beloven wat we kunnen waarmaken.” Asselbergs maakt de komende tijd een rondgang door de universiteit, bij zowel de studentenverenigingen als bij de wetenschappelijke staf, “om elkaars krachten nog beter te benutten. Het is heel mooi dat we zoveel ondersteuning krijgen van het College van Bestuur, maar ook de lagen daaronder moet je mee zien te krijgen in dat enthousiasme. Ik wil onder de huid van de ontvanger zien te kruipen. En over het hardnekkige beeld dat veel van onze programma’s voornamelijk bezocht worden door altijd dezelfde ‘grijze koppen’ uit de stad, wil ik het ook hebben. Want wie nu een SG-lezing bijwoont, ziet in overgrote meerderheid studenten. Voor mij is dit geen belangrijk issue meer en bovendien zijn ouderen uit de stad zonder meer welkom bij SG.”
Een duidelijke ambitie formuleert Asselbergs aan het eind van het gesprek: “SG moet eens per jaar een echte topper als spreker binnenhalen; iemand waarmee je de TU/e écht op de kaart zet. Daarbij denk ik aan iemand van het kaliber Kofi Annan. De contacten daarvoor hebben we zeker.” (HK)/.