De medaille voor de snelste vrouw bleef wel in ‘eigen huis’: Bouwkundestudente Ellen Duijvestijn wist in één minuut en acht seconden boven te komen. Schellekens vergelijkt de Trappenloop met een sprint van vierhonderd meter. “Je ontkomt niet aan een ontzettende verzuring. Toen ik de finish zag, kon ik mijn benen bijna niet meer optillen.” Hij eindigde zelf op de zevende plaats in de
individuele race. Met zijn estafetteteam heeft hij wél gewonnen. “Er waren veel meer deelnemers dan vorig jaar door de nieuwe opzet; voorrondes van twee personen tegen elkaar beslisten wie er naar de eindronde ging. De estafette was ook een succes; er deden tien teams mee.”
Was er beneden al een leuke sfeer omdat iedereen stond te trappelen om naar boven te gaan, boven was de stemming helemáál euforisch. “ Je hebt het zelf al gehaald en kunt dan kijken hoe dood de anderen gaan”, zegt Schellekens nog nagenietend. (NS) |