spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Effe zeuren
11 maart 2010 - ‘De duivel schijt altijd op de grote hoop’, zeggen ze. Maar konijnen doen dat ook. Je vindt de bewijzen overal - ook op onze campus: bergjes van zoveel konijnenkeutels dat die niet in één zitting geproduceerd kunnen zijn. Toch blijft er dan nog een vraag over: is de plek in kwestie meerdere malen door hetzelfde konijn bezocht of is er sprake van een gemeenschappelijke plek? Deze vraag kan -wetenschappelijk- worden beantwoord door het verrichten van eenvoudig veldwerk, eventueel met behulp van een nachtkijker van Animal Planet.

Het leven -op de campus en daarbuiten- is vol interessante vragen. Eén prangende vraag is de volgende: hebben atomen -net als konijnen- een onderkant? Ik zou niet op die vraag gekomen zijn, als hij niet door Cursor 20 werd gesuggereerd. In de rubriek ‘Onderzoek in het kort’ staat dat een ultrakoud atoom ‘van onderaf’ met een laser wordt beschenen. En dat gebeurt niet door zomaar iemand, maar door een Amerikaanse minister en Nobelprijswinnaar. Hoe weet deze eminente geleerde wat de onderkant van het -ultrakoude- atoom is? Er zal vast wel een verklaring zijn.

Ik word al jaren gekweld door vragen met betrekking tot het schrijven met een potlood op papier. In de tijden voor Word en LaTeX heb ik honderden vellen volgeschreven met teksten en formules - met een zacht potlood op niet te glad papier. Maar, hoe gaat dat eigenlijk?

Vraag: wat gebeurt er precies als je met een zacht potlood op enigszins ruw papier schrijft? Hoe komt het dat daarbij leesbaar schrift ontstaat? Waarom gaat dat niet op een glazen ruit of op een blok ijs, en zelfs niet op glad papier?

De volgende vraag is natuurlijk: wat gebeurt er als je, wegens vergissingen, het geschrevene met een schoon, zacht gummetje weer uitveegt? Waarom gaat dat niet met een stuk steen?

Kunnen beide vragen worden beantwoord door eenvoudige mechanica of is daar kernfysica voor nodig; speelt de algemene relativiteitstheorie een rol? Verlopen beide processen voorspoediger als je de daarbij optredende atomen ultrakoud maakt en ze van onderaf met een laser beschijnt? Dat laatste is natuurlijk niet handig, maar het gaat om wetenschap!

Het is duidelijk dat er nog tal van mogelijkheden zijn om onze CWTS-score op te voeren.

Fred Steutel