spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB



Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Debat rector Van Duijn met studenten
“Nominaal studeren ziet men als excellent, maar het moet de nórm zijn”

20 mei 2010 - Ruim honderd studenten waren woensdag 12 mei present in de Senaatzaal van het Auditorium om met rector Hans van Duijn een achttal stellingen over studiegedrag en -voortgang binnen de TU/e te bediscussiëren. Het bracht de partijen niet altijd nader tot elkaar, maar het leidde over en weer wel tot meer begrip voor elkaars standpunten.
Victor Dolk (W), Lisanne Havinga (B), discussieleider Lucas Asselbergs en rector Van Duijn.
Foto: Bart van Overbeeke

“De universiteiten hebben met minister Plasterk afspraken gemaakt over zaken als het verbeteren van studierendementen en het terugdringen van de studie-uitval. Als we ons daar niet aan houden, worden we er uiteindelijk op afgerekend.” Rector Hans van Duijn maakt direct duidelijk dat zijn oproep om meer tijd te steken in de studie en niet alles opzij te zetten voor bestuurswerk, geen impulsieve oprisping van zijn kant is. Zeventig procent van de studenten die aan hun tweede jaar beginnen, moet straks binnen vier jaar hun bachelor behalen. Want na die vier jaar ontvangt de universiteit voor hen geen vergoeding meer van de overheid. Is het dan te rechtvaardigen om die studenten een hoog collegegeld van 5.500 euro te laten betalen? Van Duijn vindt van wel. “We geven er een signaal mee af: stel je prioriteiten, anders moet je extra bijlenen.” Bouwkundestudente Lisanne Havinga lijkt het niet haalbaar. “Ik zet vraagtekens bij de studeerbaarheid van onze opleidingen. Onze studenten zijn niet lui. Om het niveau van ingenieur te halen, is nu eenmaal meer tijd en inspanning noodzakelijk.” Van Duijn blijft toch een grote groep studenten zien die verzaakt en die hij niet kan bereiken.

Nog een ergernis van de rector: studenten die slecht voorbereid aan een tentamen deelnemen. Hij noemt het prijsschieten. “Een docent steekt tijd en energie in het opstellen van vragen en het nakijken, dan moet de student zich ook serieus voorbereiden. Dat is een kwestie van respect.” Zijn voorstel: het eindcijfer van een vak wordt het gemiddelde van álle tentamenpogingen. Het valt niet in goede aarde. Studenten kunnen een black-out hebben, wat dan? Daarbij, als een tentamenweek gevuld is met vijf zware vakken, moeten er keuzes gemaakt worden. Heeft de rector daar begrip voor? En hoe moet het met die excellente student die de eerste keer een zeven haalt, terwijl hij op koers ligt voor cum laude afstuderen? Van Duijn belooft er nog eens goed over na te denken.

Onacceptabel
De studie een jaar stilleggen in verband met bestuurswerk vindt Van Duijn echt onacceptabel. “Je eerste prioriteit ligt bij je studie. Het kan niet zo zijn dat het bij bestuurwerk volledig onmogelijk is om ook nog een deel van je studie te doen. We geven jaarlijks tweehonderd bestuursbeurzen weg. Dat is veel en we moeten dan ook kritisch gaan kijken welke functies binnen een bestuur echt zwaar zijn.” Havinga, zelf actief bij studentenvereniging SSRE, zegt dat bestuurswerk bij haar vereniging meer dan een fulltime baan is. “Je mag het vergelijken met de baas zijn van een bedrijf. De bestuursbeurs is tegelijk een motivatie om het te gaan doen en een compensatie voor de studievertraging die het oplevert.”

De stelling dat voor nominale studenten een beurs beschikbaar moet komen voor het volgen van een internationale stage, wordt ook niet door de hele zaal gewaardeerd. Leidt dit niet tot de vorming van eilandjes? Daar de nominale student met beurs en daar de groep die niet nominaal studeert en dus geen beurs krijgt. Van Duijn: “De nominaal studerende student wordt nu gezien als een excellente student. Maar dat is niet zo, nominaal studeren moet de norm zijn. Excellente studenten zijn degenen die sowieso nominaal studeren en daarbij achten en negens halen.” (HK)/.