spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB


“Zodra schepen varen door emission control areas, zoals de Noordzee, schakelen ze over op minder vervuilende brandstoffen”
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Ongeveer negentig procent van alle goederen wordt met schepen vervoerd naar de plaats van bestemming. In internationale wateren varen de schepen meestal op zeer vervuilende stookolie. De effecten van hun uitstoot moeten beter in kaart worden gebracht en student Technische Natuurkunde Geert Vinken werkt hieraan mee.

“Zodra schepen varen door emission control areas, zoals de Noordzee, schakelen ze over op minder vervuilende brandstoffen”, weet Vinken. “Maar varen ze langs de haven van Hong Kong, dan stoten ze de grootst mogelijke rommel uit.” Vinken doet zijn onderzoek bij het KNMI. Over de uitstoot van de internationale scheepvaart bestaan nog nauwelijks mondiale afspraken, vertelt hij. “Maar om tot nieuw beleid te kunnen komen, moeten we beter kunnen inschatten hoe erg de vervuiling nu is.”

De schepen stoten grote hoeveelheden stikstofoxides uit, wat bijdraagt aan de vorming van giftig ozongas. Het huidige model dat deze vervuiling op wereldschaal beschrijft, is niet nauwkeurig. Een belangrijk minpunt is bijvoorbeeld dat het model een resolutie heeft van 200 bij 250 kilometer. Dat betekent dat gebieden van die afmeting worden opgevat als homogene zones, waarover de uitstoot van de schepen evenredig wordt uitgesmeerd.

“In werkelijkheid komen de stoffen geconcentreerd vrij uit een schoorsteen”, zegt Vinken. “Het chemische effect daarvan is heel anders dan wanneer dezelfde stoffen onmiddellijk worden verdund over een groot gebied.”

De student ontwikkelde allereerst een model dat de verspreiding van de rook over de omgeving beschrijft, gedurende vijf uur na het vrijkomen uit de schoorsteen van het schip. Het beschrijft bovendien hoeveel ozon er in die tijd wordt gevormd, en hoeveel stikstofdioxide is afgebroken. Hij ontwikkelde het model tijdens zijn stage aan Harvard University, waar het bovendien werd getoetst aan vliegtuigmetingen. Dat kleine model past Vinken nu toe in een chemisch transportmodel, dat de mondiale vervuiling door internationale scheepvaart omvat. Om te toetsen of het model klopt, zal hij de uitkomsten vergelijken met satellietwaarnemingen.

“Satellietbeelden tonen een duidelijke streep vervuiling door bepaalde zeeën van Azië”, zegt Vinken. “De scheepvaart is daarvan de enige mogelijke oorzaak, omdat daar verder geen industrie zit. Eromheen is de oceaanlucht schoon. Dat zijn dus goede toetsgebieden.”

De uitkomsten van het onderzoek kunnen indirect bijdragen aan een schonere oceaanlucht en kustgebieden. “Ook in Kopenhagen is er geen enkele afspraak gekomen over de internationale scheepvaart”, zegt de student. “Als we de scheepvaartvervuiling beter kunnen inschatten, zal er misschien ooit nieuw beleid komen.”

Tekst: Enith Vlooswijk
Fotomontage: Rien Meulman


Heeft u tips voor deze serie; mail ze dan naar cursor@tue.nl .