spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Internationale gemeenschap: intercultureel bewustzijn aan TU/e kan beter

1 juli 2010 - De TU/e heeft een grote, snel groeiende internationale gemeenschap. Ruim een vijfde van de masterstudenten is niet-Nederlands. Bij de werknemers is dat bijna één op drie en onder wetenschappelijk personeel maar liefst bijna één op twee. De samenwerking met Nederlanders in werk en studie gaat goed. Qua sociale contacten wil het echter nog niet zo vlotten, zo blijkt uit de International Student Barometer.

Dat het contact tussen internationale en Nederlandse studenten verbeterd moet worden, is een van de belangrijkste aanbevelingen die dit jaar voortkomen uit het onafhankelijke, internationale onderzoek International Student Barometer. Ruim driehonderd internationale TU/e-studenten vulden de vragenlijst in. De tevredenheid over het contact met Nederlanders is 57 procent, tegen 89 procent tevredenheid over sociale contacten met andere nationaliteiten. Als het gaat om echt vriendschappelijk contact is de score nog lager: 49 procent tevredenheid.

De TU/e onderzocht ook zelf de ervaringen van internationale studenten. Van de 88 deelnemers aan een enquête van het Onderwijs en Studenten Service Centrum (STU) gaf 79 procent aan dat er harder gewerkt moet worden aan het intercultureel bewustzijn aan de TU/e. Twintig procent antwoordde neutraal en slechts één student vond dat niet nodig. Het eigen intercultureel bewustzijn werd beduidend hoger ingeschat dan dat van Nederlandse medestudenten.

Op de vraag hoe hoog de sociale integratie van niet-Nederlandse en Nederlandse studenten op de agenda staat van het STU, wijst projectmanager Internationa-lisering Inge Adriaans naar een punt hoog boven haar hoofd: “Zo hoog!”. Ze benadrukt dat er al veel gedaan wordt om studenten uit het buitenland zo goed mogelijk wegwijs te maken in de Nederlandse studiecultuur. Sinds drie jaar is er een speciaal introductieprogramma. Daarin zijn vier dagdelen ingericht voor de training Dutch Culture and Cooperation, waarbij wordt ingegaan op de Nederlandse cultuur, sociale vaardigheden en het werken in projectgroepen.

Ook voordat studenten vanuit het buitenland naar Nederland komen, is er al veel aandacht voor ze. Vanuit STU wordt in een telefonisch gesprek bekeken of een student de juiste instelling en sociale vaardigheden heeft om in Nederland te studeren. Via de Facebook-pagina TU/e International Student Team kunnen ze alvast contact leggen met hun medestudenten en allerlei vragen stellen. In zowel de International Student Barometer als het eigen onderzoek door STU geven de internationale studenten aan dat ze zeer tevreden zijn over het voorbereidingstraject, de ontvangst in Nederland en het introductieprogramma.

Zaak is nu dat er ook in het vervolgtraject meer aandacht is voor de sociale integratie tussen Nederlandse en buitenlandse studenten. Een project waar Inge Adriaans veel van verwacht, is een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte in de Bunker, de common room. “We hopen dat de verenigingen die al in de Bunker zitten (cultuur- en studentenverenigingen, red.) gestimuleerd worden om zich wat meer te richten op de internationale studenten, en dat er wat meer gemengde activiteiten zullen ontstaan.” De common room wordt naar verwachting in september of oktober geopend. Verder is STU bezig met het opzetten van een buddyproject aan de faculteiten. De bedoeling is dat een buitenlandse en een Nederlandse student aan elkaar gekoppeld worden. Binnenkort zullen gesprekken van start gaan over de precieze invulling hiervan. Bij Scheikundige Technologie heeft al een pilot voor het buddyproject plaatsgevonden.

De integratie van TU/e-medewerkers is tot nu toe nog niet onderzocht. Maar volgens Willem van Hoorn, die zich voor de Dienst Personeel en Organisatie (DPO) bezighoudt met opvang en begeleiding van internationale medewerkers, zijn er voldoende signalen dat er werk aan de winkel is. Er is al een speciale introductiedag voor nieuwe buitenlandse medewerkers. Voor zowel medewerkers als studenten is er de online ‘TU/e Meeting Place’. Van Hoorn weet verder te vertellen dat ook de personeelsvereniging bezig is om zich meer te richten op haar internationale doelgroep. Maar hij constateert ook: “Nu hébben we een internationale gemeenschap. Het zou leuk zijn als we er over vijf jaar eentje zíjn.”
De vraag is inderdaad of al die aandacht voor ‘de internationale gemeenschap’ daadwerkelijk resulteert in een betere integratie zolang er niet actief wordt ingezet op vermenging. Om het contact tussen de internationale en de Nederlandse TU/e-populatie te verbeteren, zal er ook aan de Nederlandse kant iets moeten gebeuren./.

 

Peter van de Lageweg, Nederland
Masterstudent Bouwkunde


Peter van de Lageweg (23)

Peter van de Lageweg is masterstudent Bouwkunde en tevens penningmeester van studievereniging CHEOPS. In het eerste jaar van zijn master werkte hij samen met buitenlandse studenten in een speciaal internationaal project. Iedereen was verplicht om samen te werken in een duo met iemand van een andere nationaliteit. Hoe ging die samenwerking? “Bepaalde dingen zijn anders dan met Nederlanders. Het hangt sterk van de nationaliteit af. Als je bijvoorbeeld afspraken wilt maken moet je soms heel duidelijk zijn over hoe laat je elkaar treft en wat je precies moet meenemen. Sommige buitenlandse studenten zijn daar veel losser in. Ik vind dat niet erg, ik merk dat ik de neiging heb om me aan te passen en zelf dus ook wat makkelijker te zijn. Verder vind ik het leuk om te zien dat buitenlandse studenten erg geïnteresseerd zijn in de Nederlandse architectuur. Ze weten er heel veel over.”

Peter ziet eigenlijk geen nadelen in de samenwerking met niet-Nederlanders. “Het betekent een verbreding van je eigen kijk op dingen. Het is niet zozeer dat je meer leert over je vakgebied, maar het is wel heel goed voor je algemene ontwikkeling.”

Buiten zijn studie om heeft Peter geen sociaal contact met buitenlandse studenten. Maar dat komt vooral doordat dit pas het eerste jaar is dat zijn faculteit officieel masterprogramma’s in het Engels aanbiedt. Omdat hij nu zelf een bestuursjaar doet, volgt hij geen onderwijs en kent hij dus geen internationale medestudenten. “De buitenlandse studenten waarmee ik contact had waren Erasmusstudenten, en die zijn er dus maar kort. Wat dat betreft moet het internationale hier nog een beetje van de grond komen.”

 

Catarina Esteves, Portugal
UD bij Scheikundige Technologie


Catarina Esteves (33)

Dr. Catarina Esteves kwam in 2006 naar Eindhoven voor een postdoc-traject. Ze liet haar man achter in Portugal met het idee dat ze na twee jaar weer terug zou keren. Maar vier jaar later werkt ze met veel plezier als universitair docente Materiaal- en Grensvlakchemie aan de faculteit Scheikundige Technologie en woont ze samen met haar man in Eindhoven.

“Ik kan alleen maar positief zijn over mijn sociale leven hier. Omdat het in eerste instantie tijdelijk zou zijn, kwam ik hier met een open mind en een gevoel van avontuur. Dat bepaalt je instelling en het helpt je om open te staan voor een nieuwe cultuur en een nieuwe baan. Ik werd makkelijk opgenomen door mijn Nederlandse collega’s en vrienden, ook buiten het werk. Als je er iets voor doet, gaan deuren makkelijk open. Maar het moet wel van jou uitgaan.”

Als docente merkt Esteves dat studenten met verschillende achtergronden allemaal op een andere manier studeren en verschil-lend omgaan met bijvoorbeeld sociale situa-ties. Volgens haar hoeft dat een soepele omgang helemaal niet in de weg te staan. Haar motto is: “Leer ermee leven. De ene manier is niet beter dan de andere. Ik zou zelf niet willen dat elke student hetzelfde was. Dat zou dingen makkelijker maken, maar niet interessanter.” Dat principe gaat volgens haar ook op bij vriendschappen. “Ik heb zowel Nederlandse als buitenlandse vrienden. Maar ik voel geen verschil. Het gaat om het acceptéren van de verschil-len. En daarvoor hoef je geen drempel over.”

 

Yili Hu, China
Masterstudente Electrical Engineering


Yili Hu (23)

Yili Hu kwam in de zomer van 2008 vanuit China naar Nederland voor de masteropleiding Electrical Engineering. Toen Cursor haar destijds tijdens de Introductieweek dagelijks interviewde, was Yili nog een bescheiden meisje dat zich wat afwachtend opstelde. “Ik was erg verlegen, vooral over mijn Engels. Toen ik een keer met een paar medestudenten naar de McDonalds ging, wist ik niet eens hoe ik moest bestellen. Dus ik wees naar de jongen die vóór mij had besteld en zei op goed geluk: ‘The same.’ En toen bleek dat hij echt een gigantisch menu had besteld”, vertelt Yili lachend.

Inmiddels redt ze zich prima in Nederland. “Ik ben directer, naar anderen maar ook naar mezelf. Ik weet beter wat ik wil. In China kies je een studie waarmee je veel geld kunt verdienen en dus een beter leven kunt leiden. Hier kies je je studie omdat je het leuk vindt, en het is je eigen verantwoordelijkheid. De druk is minder groot en je wordt goed begeleid. Dat waardeer ik hier heel erg.”

Hoewel ze het prima naar haar zin heeft en graag in Nederland wil blijven om te werken, is Yili nog niet helemaal tevreden over het contact dat ze heeft met Nederlanders. “Ik woon in een huis met Chinese vrienden, daar breng ik ook meestal mijn vrije tijd mee door. Als ik met Nederlandse collega’s praat, merk ik dat ze vaak niet verder komen dan de standaardvragen: hoe gaat het met je stage? Vind je het leuk hier? Wat vind je van het Nederlandse eten? Wat vind je van het weer? Dat vind ik jammer.”


Oorzaken voor gering sociaal contact

Uit gesprekken met de Dienst Personeel en Organisatie, het Onderwijs en Studenten Service Centrum, studieverenigingen, internationale studenten en medewerkers komen een aantal oorzaken naar voren voor het geringe sociale contact:

Nederlanders hebben vaak al hun eigen sociale netwerk op het moment dat ze internationale collega’s of medestudenten krijgen. De behoefte om nieuwe vrienden te maken is bij de buitenlandse nieuwkomers meestal groter.

Met name niet-westerse nieuwkomers moeten, zeker in het begin, flink wennen aan de Nederlandse omgangsvormen zoals de beruchte, aan botheid grenzende directheid en het informele contact/gebrek aan hiërarchie tussen studenten en docenten of baas en medewerkers.

Buitenlandse studenten komen hier vaak met een beurs waaraan de voorwaarde verbonden is dat ze hun programma nominaal afronden. Om alles op tijd te halen, zijn ze meer tijd kwijt aan hun studie dan Nederlandse studenten.

In Nederland bestaat een sterke scheiding tussen werk en privé. Daardoor zijn
collega’s/medestudenten hier niet automatisch vrienden.

Bij veel activiteiten ligt de focus op buitenlandse studenten óf op Nederlandse studenten. Bij activiteiten door Nederlandse initiatiefnemers weten buitenlandse studenten bovendien vaak niet dat zij daar ook welkom zijn, of ze voelen als buitenlander een drempel om mee te doen.

Nederlandse studenten komen vaak via kijkavonden in ‘Nederlandse’ studentenhuizen terecht. Internationale studenten worden voornamelijk door de TU/e gehuisvest in aparte woonvoorzieningen. (Volgens Inge Adriaans van STU gaat dit in de toekomst veranderen. Er wordt nagedacht over een flinke uitbreiding van de woonruimte op de campus en het creëren van een woonvriendelijkere sfeer die ook Nederlandse studenten moet aantrekken, onder andere door de vestiging van winkeltjes en restaurantjes en bijvoorbeeld langere openingstijden van de bibliotheek.)

Projectgroepen: bij sommige faculteiten mogen studenten zelf hun groep samenstellen. In de praktijk trekken dan de Nederlanders naar elkaar toe en de internationalen eveneens. Vrijwel alle studenten (zowel Nederlandse als internationale) geven desgevraagd aan dat het de integratie zou bevorderen als de docent de projectgroepen indeelt.

Het blijkt in veel gevallen lastig om internationale studenten te bewegen om zich actief in te zetten voor bijvoorbeeld hun studievereniging. Bij CHEOPS (Bouwkunde) en GEWIS (Wiskunde & Informatica) is het afgelopen jaar bijvoorbeeld geprobeerd om een internationale commissie op te zetten. Bij allebei is dit mislukt wegens gebrek aan belangstelling onder buitenlandse studenten.

In sommige vakgroepen of opleidingen zitten domweg geen of heel weinig Nederlanders. Bij de post masteropleiding Process & Product Design bijvoorbeeld zit niet één Nederlandse student.

Tekst/Sjoukje Kastelein
Illustraties/
Jeannette Bos
Foto’s/Bart van Overbeeke