spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
    De ontwerpersopleiding als ultiem innovatie-instrument
    23 september 2010 - Met het vorige week uitgereikte drieduizendste diploma levert het Stan Ackermans Institute (SAI) al bijna 25 jaar een belangrijke bijdrage aan innovatie in Nederland, stelt SAI-directeur prof.dr. Kees van Hee. Daarom ziet hij voor de opleidingen ook een belangrijke rol weggelegd in de Europese kenniseconomie.


    De TU/e is de afgelopen kwart eeuw verantwoordelijk voor bijna tweeduizend van de afgestudeerde ontwerpers-in-opleiding. Delft en Twente ieder voor ruim vijfhonderd. In 1986 gingen de drie TU’s van start met de ontwerpersopleidingen. De studieduur van ingenieursopleidingen ging terug van vijf naar vier jaar. Het bedrijfsleven vond dat te kort, er moest nog iets bovenop. Dat werden tweejarige opleidingen die bij het goed afronden daarvan de graad Professional Doctorate in Engineering (PDEng) opleveren.

    Volgens directeur Kees van Hee staan die drieduizend afgestudeerden voor een gigantische investering in innovatie vanuit universiteiten en bedrijven. Van Hee: “De overheid zet een premie op het afleveren van een PDEng - de opleiding wordt door de staat mede bekostigd. De bedrijven waar de trainees hun ontwerpproject doen, doorlopen een innovatietraject van een maand of tien, waarvoor ze zo’n veertig à vijftigduizend euro betalen. Wanneer je deze bedragen optelt, kom je op een bedrag van grofweg 300 miljoen euro! Dat is de afgelopen 25 jaar geïnvesteerd in innovatie. Dit is een verborgen budget - het komt in geen enkele statistiek voor.”

    Per jaar studeren ongeveer honderd trainees af bij de elf opleidingen, waarvan er acht aan de TU/e verbonden zijn en drie aan de TU Delft. De Universiteit Twente biedt op dit moment nog geen opleidingen aan. In het eerste jaar leert de student, trainee genoemd, zaken die niet in een masteropleiding aan bod komen, maar die essentieel zijn voor het succesvol ontwerpen in de industrie. Het tweede deel werkt de trainee een jaar bij een bedrijf waar hij of zij iets ontwerpt dat het bedrijf daadwerkelijk wil gebruiken. Dat kan een apparaat zijn, maar ook software, organisatiestructuren of een logistiek systeem. Het betreft volgens Van Hee altijd actuele technische vraagstukken. Het is de ambitie van de drie TU’s om het aantal studenten de komende jaren fors te laten groeien. “De industrie zit op dit soort mensen te wachten”, beweert Van Hee stellig. “We willen groei realiseren door voor de bestaande opleidingen meer studenten enthousiast te maken. Daarnaast zetten we nieuwe opleidingen op in zowel Eindhoven, Delft als Enschede.”

    In Eindhoven bestaat het voornemen een nieuwe opleiding te starten onder de naam Automotive Systems Design. “De TU/e is zeer actief op dit vakgebied, zowel in onderwijs als in onderzoek, met de nieuwe masteropleiding Automotive Technology als unieke multidisciplinaire opleiding”, vertelt prof.dr.ir. Maarten Steinbuch, kartrekker van de nieuwe opleiding. “In deze regio is de branche sterk aanwezig in de vorm van toeleveranciers voor de industrie, DAF, TomTom R&D, een High Tech Automotive Campus in Helmond met onder meer de automotive activiteiten van TNO.”

    De insteek van de opleiding is hetzelfde als die van de master Automotive Technology. Steinbuch: “Die is uniek in zijn soort, omdat die het systeemdenken en disciplinair werken stimuleert. De ontwerpersopleiding zal hier ook op steunen en ze zal verdiepen.” Studenten doen een eerste module bij het Embedded Systems Institute (ESI) waarbij ze systeemdenken in het ingenieursvak brengen. Later gaan ze met een deelgebied van hightech automotive aan slag, zoals elektrisch rijden en human-machine interaction. In het tweede jaar doen ze de ontwerpopdracht, bij voorkeur in multidisciplinaire teams in de industrie. Steinbuch bekijkt of hij dit tweede jaar in de industrie gedeeltelijk gefinancierd kan krijgen door innovatieprogramma’s zoals High Tech Automotive Systems (HTAS). “Daarmee sluiten we inhoudelijk aan bij de programma’s en het is tegelijk zeer aantrekkelijk voor het bedrijfsleven omdat deelname van de kennisinstelling ook met kortere periodes is in te plannen.”

    De Universiteit Twente (UT) stopte een aantal jaar geleden met haar laatste ontwerpersopleiding, maar besloot onlangs met vier nieuwe opleidingen van start te gaan. “Het is mooi om mensen op te leiden die direct bijdragen aan innovatie en waarmee wij als universiteit aan de industrie kunnen laten zien waar we toe in staat zijn”, zegt prof.dr. Rikus Eising, decaan van de faculteit Construerende Technische Wetenschappen aan de UT. Er komen opleidingen in de industriële bouw, in revalidatie en robotica, in de bouw van complexe apparaten, onder meer voor de procestechnologie, en in civiele techniek, waarin de drie hoofdspecialisaties van de UT vertegenwoordigd zijn: bouwinfra; verkeer, vervoer en ruimte; waterengineering en management.

    Er bestaat bij het SAI ook de ambitie om aan te sluiten bij het European Institute of Innovation and Technology (EIT). Het EIT heeft begin 2009 drie thema’s geselecteerd: energie, ict en klimaat. Op elk van deze gebieden is een zogenoemde Knowledge Innovation Community (KIC) gestart. De TU/e neemt deel aan twee KIC’s - energie en ict, die beide een fysieke locatie in Eindhoven hebben. De Eindhovense inbreng in deze KIC’s zal onder meer bestaan uit een nieuwe ontwerpersopleiding. “Deze opleidingen zouden toegankelijk moeten worden voor studenten van alle Europese universiteiten die aan de KIC’s deelnemen”, zegt Van Hee. Maar hij gaat nog een stap verder. “Mijn droom is dat aan de andere universiteiten ook ontwerpersopleidingen naar model van het SAI worden opgezet.” De graad die een afgestudeerde aan het SAI krijgt - Professional Doctor in Engineering (PDEng), zou volgens Van Hee op termijn een algemeen Europees erkend doctoraat voor de industrie moeten worden.

    Van Hee verwacht ook veel van de nieuw op te richten Graduate School aan de TU/e. Daarmee wil de TU/e de masteropleidingen beter afstemmen op de opleidingen die daarop volgen, zoals een PhD en een ontwerpersopleiding. Van Hee: “Daarbij moeten mooie combinaties te maken zijn, die ook nog tijdwinst opleveren. Bijvoorbeeld door een master te combineren met een PDEng, die je dan in drieënhalf jaar doet. Buitenlandse studenten zullen naar verwachting zeker geïnteresseerd zijn in zulke gecombineerde opleidingen.”

    Interview |
    Chriz van de Graaf
    Foto | Bart van Overbeeke
    Last week saw the Stan Ackermans Institute’s (SAI) 3000th graduate. According to the head of SAI, prof.dr. Kees van Hee, the institute has been an important contributing factor to innovation in the Netherlands for almost 25 years. He therefore feels its courses will be of importance for Europe’s knowledge economy.