Biokunst reageert vaak op nieuwe technologie: ivf, transgene dieren (de stier Herman) en genetisch gemodificeerd voedsel. Regelmatig maken biokunstenaars omstreden kunstwerken om discussie uit te lokken. Ze zoeken ethisch geladen grenzen op en vinden ethische discussies te vaak ontaarden in moralistische ja/nee- oordelen. Door hun vrijbrief mogen kunstenaars meer dan wetenschappers. Dat geeft ze juist de mogelijkheid om die debatten te aan te zwengelen. Het bekendste voorbeeld is de Amerikaan Eduardo Kac, die het fluorescerende groene konijn Alba maakte.
Filosoof dr. Robert Zwijnenberg richtte in 2005 het Arts & Genomics Centre op aan de universiteit van Leiden. Daar introduceert hij de ‘Artists in het lab’. waar hij kunstenaars laat rondkijken, werken en kunst maken. Zwijnenberg, eerder in de Volkskrant: “Dat doet niet alleen iets met de kunstenaar, ook met de wetenschapper. Maar, daar zitten wetenschappers niet altijd op te wachten. Die vinden meestal dat hun werk, bijvoorbeeld dierproeven, een hoger doel dienen: de wetenschap.”
Voor kunstenaars geldt dat niet, zij bevragen die houding juist. Volgens Zwijnenberg zijn wetenschappers bang voor die discussies: “Dan zouden je argumenten wel eens niet zo goed kunnen zijn. Wetenschappers en kunstenaars stellen dezelfde vragen, maar kunstenaars geven andere antwoorden. Ze kunnen ethische thema’s aansnijden die wetenschappers niet kunnen.” (GV)
De lezing van Robert Zwijnenberg is op woensdag 6 oktober om 11.45 uur in De Zwarte Doos. |