spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Sluitstuk

Veilig genieten van bonkende bastonen
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

    Kleine aanpassingen in huis houden demente bewoner langer zelfstandig
    Weg uit de biologische duisternis

    11 november 2010 - Het aantal mensen met een vorm van dementie verdubbelt in de nabije toekomst tot 400.000 in het jaar 2050. Om de zorg voor deze groep menswaardig en betaalbaar te houden, zijn dringend oplossingen nodig. Volgens promovendus ir. Joost van Hoof kunnen een paar simpele aanpassingen aan een woning al uitkomst bieden. Het draait vooral om comfort, veiligheid, structuur en herkenbaarheid. “Het kost hooguit duizend euro om mensen met dementie twee tot drie jaar langer zelfstandig te laten wonen.”
    Joost van Hoof. Foto | Bart van Overbeeke

    Het thema dementie en wonen is door veel wetenschappers doorgelicht. Opmerkelijk genoeg leverde dat tot op heden alleen maar versnipperde resultaten op. Joost van Hoof is de eerste die alle vragen van bewoners inventariseerde om daar vervolgens oplossingen uit de bouwwereld aan te koppelen. Dat technologie hierbij uitkomst biedt, is volgens hem een complete misvatting. “Van woningen vol met technische snufjes ben ik helemaal geen voorstander. Dat leidt alleen maar tot argwaan, angst en een hele hoop problemen voor de bewoners. Vooral ouderen, laat staan mensen met dementie, hebben totaal geen behoefte aan al die techniek. Dat wil niet zeggen dat een camera- of sensorsysteem geen hulp kan bieden, maar dan moet het wel heel erg op de achtergrond draaien zonder dat bewoners controlepanelen hoeven te bedienen. In de praktijk blijkt dat veel functies bij domotica niet worden gebruikt.”
    Van Hoof richt zich liever op praktische en begrijpelijke oplossingen die aansluiten bij de behoeften van de doelgroep. De herkenbaarheid van de apparatuur in de woning speelt een grote rol. “Je moet zorgen dat de bediening ervan past bij de tijdsperiode die mensen met dementie beleven. De thermostaatkraan in de badkamer is het bekendste voorbeeld. Zo’n moderne kraan zegt ouderen met dementie helemaal niets. Die draaien ze kapot of ze breken er hun pols mee. Je moet dus terug naar de ouderwetse mengkraan met een blauwe en rode knop. Die herkennen ze en weten hoe die werkt. Hetzelfde geldt voor afstandsbedieningen die veel te complex zijn en met trillende handen en slechte ogen nauwelijks zijn te bedienen.” Volgens Van Hoof gaat het bij de aanpassingen vooral om labelen, structureren, herkenbaar maken of gewoon wegdoen. Het zijn goedkope, maar effectieve maatregelen om mensen met dementie langer thuis te laten wonen. “Dementie verslechtert, op een gegeven moment houdt het op. Eens in de twee maanden zou je daarom een evaluatie moeten houden. Haal je dingen weg of moet je iets toevoegen aan de woning?”

    Dementie is meer dan alleen vergeetachtigheid. Het gaat ook om problemen met activiteiten in het dagelijkse leven en gedragsproblematiek. Dat laatste zorgt voor een ongelooflijke belasting voor mantelzorgers die dementerenden begeleiden. De stemmingswisselingen zijn vooral terug te voeren op omgevingsprikkels. “Als je die prikkels weet te verminderen, heb je ook minder gedragsproblematiek en zijn dementerenden veel beter te verzorgen door de partner, familie of vrienden. Vooral met temperatuur en licht kunnen we een hele hoop doen waardoor mensen met dementie minder last hebben van gedragsproblematiek. Ze zijn minder rusteloos en agressief en hebben geen last van vluchtgedrag, dwalen en verstoring van het dag- en nachtritme.”

    Wat het binnenklimaat betreft, is Van Hoof duidelijk; haal de moderne thermostaat aan de muur weg. Er zit een vertraging in het systeem waardoor niet meteen warmte wordt afgegeven. Hierdoor is de kans groot dat vergeetachtige mensen de verwarming nóg hoger zetten. “Na een paar uur is het in hun woning bloedheet en bellen ze in paniek met familie en thuiszorg. De radiators kunnen ook beter het huis uit. Mensen met Alzheimer bijvoorbeeld verliezen hun evenwicht vaker en ik heb heel wat ellendige valpartijen meegemaakt. Het is beter om vloerverwarming aan te brengen.”

    Op het gebied van licht en dementie is veel onderzoek verricht. Het is een vrij jong vakgebied waar de parameters volgens Van Hoof niet voldoende zijn beschreven. “Veel research is gedaan door medici. Daarbij zijn bijvoorbeeld mensen blootgesteld aan een lichtsterkte van 10.000 lux. Leuk en wel, maar door de bril van een bouwfysicus komt vooral de vraag op: hoe maak ik hier een bruikbare lamp van? Dat werd nooit omschreven. Net zo min als de afstand tot de lichtbron en het kleurenspectrum.”

    Van Hoof deed daarom zelf twee veldstudies in verpleeghuizen in Eindhoven en Gilze Rijen. Om te kijken in welke mate kleurtemperatuur van een tl van invloed was op de effecten in de praktijk. “Daar waren we de eerste mee in Nederland. We keken niet alleen naar de verlichtingsterkte, maar ook naar het spectrum van de lamp. We hebben enkele weken het gedrag geobserveerd van twee groepen van twintig personen. Ook dat was nieuw, omdat veel lichtstudies zich tot nu toe richten op de relatie dag- en nachtritme en actief en passief gedrag. Uit onze gedragsobservaties bleek eigenlijk dat lichttherapie een mythe is. Een hele hoop van de gewenste effecten zoals die worden beschreven in de literatuur -mensen zijn rustiger, vrolijker of minder agressief- zijn nauwelijks zichtbaar. De lichtoplossingen die nu commercieel beschikbaar zijn, werken wel, maar niet in de hoedanigheid die we graag zouden willen. Je ziet dat het rusteloze gedrag verbetert en wellicht is er een invloed op depressieve klachten, maar er zit nog veel meer in het vat. De verlichtingssterkte moet omhoog en het kleurenspectrum dient te veranderen.”

    Van Hoof gebruikte voor zijn studie hoofdzakelijk tl-verlichting met een kleurenspectrum tussen 2700 en 6500 kelvin. In het hoogste bereik geeft dat een groenblauwe uitstraling die onder meer invloed heeft op de biologische klok van een mens. “Het ideale spectrum zit volgens ons tussen 6500 en 8000 kelvin. Je zult dan wel veel meer armaturen aan het plafond moeten hangen, want mensen met dementie leven in een soort biologische duisternis. Zowel thuis als in het verpleeghuis. Ik weet zeker dat het binnen tien jaar standaard is voor verpleeghuizen om speciale verlichting te hebben.”

    Van Hoof legde huisbezoeken af en sprak met diverse patiëntenorganisaties en Alzheimer Nederland. In combinatie met zijn onderzoeksresultaten ontwierp hij daarna een modelwoning voor mensen met dementie. “Het is een soort integratie van alle hoofdstukken in het proefschrift. Oplossingen verzinnen is heel leuk, maar past het ook in één woning? Het ontwerp is gebaseerd op zichtlijnen, omdat kleefgedrag een van de belangrijkste problemen is van dementerenden. Zoals jonge eendjes die continu achter hun moeder aanlopen. Er breekt paniek uit als ze iemand uit het oog verliezen, maar een mantelzorger kan daar horendol van worden. Daarom is de basis een open woning met veel zichtlijnen en schuifdeuren naargelang je privacy wilt. Amerikaanse studies wijzen uit dat dementerenden hierdoor ook langer continent blijven. Als ze de wc blijven zien, houden ze een prikkel om hun behoefte te doen. Ze keren dan niet halverwege terug naar hun luie stoel omdat ze zich niet meer herinneren dat ze op weg waren naar het toilet.”

    De modelwoning kenmerkt zich verder door korte looplijnen, aparte bedden zodat de partner aan zijn slaap toekomt, en een badkamer onder meer voorzien van inloopdouche, vaste föhn,bovenlader (wasmachine) en een bad met korte doucheslang zodat de vloer niet onderloopt. De woning, toegerust met speciale verlichting en vloerverwarming, wordt binnenkort op proef gebouwd in Woerden.
    “Volgens een berekening van het ministerie van VWS levert het 16.000 euro op als iemand met dementie een jaar langer thuis kan wonen. Daar zijn alle kosten voor institutionele- of thuiszorg al bij opgeteld. Volgens mijn voorspelling kun je voor duizend euro iemand met dementie twee, misschien drie jaar langer thuis laten wonen. Dat is natuurlijk afhankelijk van het uithoudingsvermogen van de mantelzorger, maar ik denk dat VWS wel iets kan met mijn onderzoek.” (FvO)

    The number of people suffering from some form of dementia will soon be doubled to 400,000 in 2050. To ensure care for this group can remain both humane and affordable, solutions are needed fast. According to researcher ir. Joost van Hoof, a few simple adjustments in the home can already make things much easier. The focus is on comfort, safety, structure and recognizability. “Having people with dementia living independently for two to three extra years will cost one thousand euro tops.”