spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

Blanco, geel of rood?
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

    Monique van de Ven
    Journalistiek en voorlichting: al aan de hogeschool gaan de twee studentenstromen uitdrukkelijk hun eigen weg. Ook binnen het Communicatie Expertise Centrum, waarvan Cursor organisatorisch deel uitmaakt, botsen de bloedgroepen wel eens. De van nature kritische blik waarmee onze redactie de universiteit beschouwt, is de collega’s van voorlichting en marketing niet zelden een doorn in het oog. Die doorgaans gezonde spanning houdt scherp - maar zét soms óók op scherp. Over de onafhankelijke waakhond en ‘his masters voice’:
    Vechten voor onafhankelijkheid
    25 november 2010 - Relletjes over de onafhankelijkheid van universitaire bladen in Wageningen, Leiden, Amsterdam, Utrecht en recent ook in Nijmegen. Hoe is het gesteld met de onafhankelijkheid van de universitaire pers in ons land?


    In november 2008 werd Vox Magazine, het universiteitsblad van de Radboud Universiteit Nijmegen, op last van het College van Bestuur (CvB) van de universiteit verwijderd, omdat er een snuivende student op de cover stond. De foto zou wel eens verkeerde associaties kunnen opwekken bij bezoekers van de voorlichtingsdag die middag. De beslissing werd na twee dagen teruggedraaid.

    Ook aan de Vrije Universiteit vond het CvB het in het verleden nodig hardhandig in te grijpen in de keuzes van het universiteitsblad. In 2002 werd een interview uit Ad Valvas geweerd onder druk van het college. Het betreffende interview met Anton Wessels, tot 2002 hoogleraar godsdienstwetenschappen aan de VU, was in ruzie geëindigd en Wessels dreigde niet op te komen dagen bij de dies natalis van de VU als het interview zou worden gepubliceerd. Het CvB koos de kant van Wessels.

    Het is een kleine greep uit de vele incidenten die de universitaire pers kent. Incidenten die raken aan de kern van redactionele onafhankelijkheid: zonder vooraf overleg en op eigen verantwoordelijkheid kunnen publiceren, met inachtneming van de journalistieke mores van betrouwbaarheid en deskundigheid. Universiteitsbesturen proberen steeds meer grip te krijgen op de inhoud van universiteitsbladen, vooral op wat de bladen over de eigen universiteit schrijven. De communicatieafdelingen dijen uit, de bladen proberen manhaftig hun onafhankelijkheid te bewaren. Vooral de afgelopen maanden heeft de universitaire pers flink wat tegenslagen te verduren gehad.

    Het meest recent zijn de conflicten in Utrecht en in Nijmegen. Nadat de Utrechtse protesten om de papieren versie van het U-blad (universiteitsblad van de Universiteit Utrecht) te behouden, niet mochten baten en in Nijmegen dit najaar ook commotie ontstond over de status van het blad Vox Magazine, is er opnieuw controverse ontstaan over de status van de universitaire pers. De bladen, dertien in totaal, worden betaald door de universiteiten en zijn daarmee feitelijk bedrijfsbladen. Hoe onafhankelijk is de universitaire pers eigenlijk? En op welke manieren kan redactionele onafhankelijkheid worden gewaarborgd?

    Volgens Jo Bardoel, hoogleraar journalistiek en media aan de Radboud Universiteit Nijmegen, lopen er drie discussies door elkaar heen. “Universiteiten moeten steeds meer concurreren om studenten te trekken”, legt Bardoel uit. “Een goed imago is daarom van groot belang. Daar ontstaan conflicten over en dan heeft de universiteit snel de neiging eigen media tot his masters voice te maken.”
    Volgens Bardoel is de eerste vraag hoe een blad zich tot de universiteit verhoudt. Die discussie speelt nu in Nijmegen. Daar heeft het CvB besloten dat Vox nog maar eens per twee weken verschijnt en dat de website onderdeel wordt van de afdeling communicatie. De redactieraad stapte al op en de protesten duren voort, maar uiteindelijk trekt het CvB aan het langste eind. “Dan zijn er technologische ontwikkelingen”, vervolgt Bardoel, “die de vraag oproepen of print nog wel geschikt is of dat alles nu ook digitaal kan.” Dat is wat er is gebeurd in Utrecht waar het papieren blad heeft moeten wijken voor een digitaal platform. Ook aan de TU/e wordt erover nagedacht meer online te werken, zie het kaderstuk ‘Stand van zaken bij Cursor’. “Tot slot zijn er financiële problemen van universiteiten. Als er bezuinigd moet worden, dan is er grote kans dat bladen een van de eerste slachtoffers zijn waarin flink gesneden zal worden.”

    Ad van Liempt, journalist en aanstaand eredoctor aan de UvA, benadrukt dat universiteitsbladen zich moeten realiseren dat ze in feite bedrijfsbladen zijn. “De bladen worden betaald door de universiteiten en wie betaalt, bepaalt.” De spanning die ontstaat tussen de wil van het CvB en de wil van de redactie, is inherent aan het werken voor een universiteitsblad, meent ook Bardoel, al kan bedrijfsjournalistiek aan de universiteit volgens hem op twee manieren worden beschouwd. “De universiteit kan vinden dat een blad moet passen binnen de corporate communicatiestrategie, wat betekent dat er niet kritisch over de eigen instelling geschreven mag worden. Universiteiten kunnen er ook voor kiezen wel onafhankelijkheid te verlenen, zeker omdat de universitaire wereld een open gemeenschap is waarin debat gestimuleerd wordt en kritische geesten worden opgeleid.”

    Dat laatste gebeurde in de jaren zestig en zeventig op grote schaal onder druk van sociale bewegingen die pleitten voor pluriformiteit en onafhankelijkheid. “Daarvoor waren universiteitsbladen bij uitstek een mededelingenplatform van de universiteit”, zegt Huub Wijfjes, bijzonder hoogleraar geschiedenis van radio en televisie aan de UvA. De roep om onafhankelijkheid ging samen met de roerige jaren zeventig waarin de ontzuiling zijn hoogtepunt bereikte en studenten de barricades op gingen om actie te voeren tegen bezuinigingen, minder autoritair onderwijs en meer pluriformiteit.

    De afgelopen twintig jaar lijken universiteiten steeds meer terug te komen op de garantie van onafhankelijkheid, weet Wijfjes te vertellen. “Als er negatieve verhalen verschijnen over de universiteit, over bezuinigingen of frauduleus handelen, dan betaalt de universiteit mee aan haar eigen imagoschade. En dat terwijl beeldvorming in deze tijd juist steeds belangrijker wordt.”

    De voorbehouden die universiteiten graag maken zijn goed terug te vinden in de redactiestatuten van de verschillende bladen. Een redactiestatuut, een document met daarin de beginselen over doelstelling, machtsverhoudingen en uitgangspunten van een medium, is in feite een beschermingsconstructie voor bladen om een zekere mate van journalistieke onafhankelijkheid te genieten, maar het kan ook de verwevenheid met de afdeling communicatie illustreren. Zo is in de statuten van Resource (Wageningen) en Delta (TU Delft) te lezen ‘dat de redactie zich beseft dat de journalistieke onafhankelijkheid niet los gezien kan worden van het belang van de universiteit als geheel.’ Het statuut van Resource maakt het zelfs nog explicieter: ‘Het uitgeven van het medium Resource is een onderdeel van de communicatiestrategie van Wageningen UR.’

    Ter vergelijking: in de statuten van het UT Nieuws van de Universiteit Twente wordt redactionele onafhankelijkheid wel gewaarborgd. ‘Vergaring, selectie en presentatie van nieuws geschiedt onafhankelijk van de mening van universitaire bestuursorganen en andere groepen of personen. De redactie treedt niet op als spreekbuis van enigerlei orgaan of groep.’ Ook in het statuut van Mare, het universiteitsblad van de Universiteit Leiden, staat dat het blad ten doel heeft ‘de leden van de universitaire gemeenschap op journalistiek verantwoorde wijze en met inachtneming van de regels van de journalistieke gedragscode te informeren (…) over de gebeurtenissen en ontwikkelingen aan de Leidse universiteit’.

    De bladen van de universiteiten van Groningen, Maastricht en Amsterdam, respectievelijk UK, Observant en Folia, hebben een tweede beschermingsconstructie om onafhankelijk van de CvB’s te opereren. Bij deze drie bladen zit er een stichting tussen het geld dat de universiteit betaalt om een blad te maken en de redactie. ‘Een buffer,’ zoals Wijfjes het noemt - al merkt hij wel op dat ook een stichting geen garantie biedt. “Daarin hoort bijvoorbeeld geen lid van het CvB te zitten.”

    De praktijk blijft een grijs gebied, want zowel aan deze buffer, als aan de afspraken in een redactiestatuut is in de praktijk op allerlei mogelijke manieren te ontkomen. En daarin schuilt het gevaar. Wijfjes: “Een onafhankelijke positie komt in de praktijk neer op de persoonlijke kwaliteiten van de hoofdredacteur. Hij of zij moet bereid zijn het journalistieke belang te bevechten met het CvB. Vaak wordt kritiek subtiel verpakt en doet iemand van de afdeling voorlichting een dringend beroep op de redactie of hoofdredacteur om iets niet te plaatsen of aan te passen. Er wordt ook veel aan zelfcensuur gedaan. Welke hoofdredacteur laat zich tegenwoordig nog ontslaan om zo’n principieel punt als journalistieke onafhankelijkheid?”

    Dat persoonlijke eigenschappen een belangrijke rol spelen, beaamt ook Bardoel. “Er wordt door universiteiten minder vaak geselecteerd op journalistieke achtergrond. Als je als universiteit een hoofdredacteur aanneemt die jouw marketingstrategie onderstreept, dan gaat onafhankelijkheid ook een steeds minder grote rol spelen.”

    De heersende cultuur binnen een instelling kan ook invloed hebben op de mate van onafhankelijkheid. “Vooral de jonge universiteiten van Tilburg, Rotterdam, Maastricht en Twente hebben daarmee te maken”, zegt Wijfjes. “Die hebben geen traditie in het hebben van onafhankelijke bladen. Dan is het ook moeilijker daarvoor te vechten.”

    Het lijkt erop dat de strijd om echte onafhankelijkheid een voortdurende strijd zal zijn, inherent aan de positie die universiteitsbladen hebben; betaald door de universiteit. Ook moeten studenten, onderzoekers en alle medewerkers van de universiteit ervan doordrongen zijn dat een onafhankelijk blad ook hun ten goede komt. Wijfjes: “Ik geef les aan de master journalistiek in Groningen en daar zie ik dat studenten in eerste instantie geneigd zijn mee te denken in het belang van de universiteit. Die vinden het heel normaal dat de universiteit met een eigen glossy komt.”

    Toch is het niet alleen maar pessimisme. Bardoel: “Wat er nu bij veel bladen gebeurt, is ook een gevolg van de tijdgeest. Dat kun je positief bekijken, want dat betekent dat het in de toekomst ook weer ten goede kan keren.”

    Dit artikel is overgenomen uit Folia, het blad van de UvA. Het kwam tot stand met medewerking van Luuk Heezen, Anouk Kemper en Dirk Wolthekker.

     

    Stand van zaken bij Cursor

    Op dit moment ligt er bij het Eindhovense College van Bestuur een voorstel voor een nieuw redactiestatuut, waarover binnen afzienbare tijd gesproken gaat worden met de redactieraad van Cursor. Het bestaande statuut dateert nog van begin jaren negentig en is een aantal jaren later op enkele punten geactualiseerd. Het nu voorliggende statuut is door de redactieraad vormgegeven op basis van een voorstel dat is opgesteld door het hoofd van het Communicatie Expertise Centrum (CEC), de dienst waar Cursor en de daarvoor verantwoordelijke redacteuren functioneel zijn ondergebracht.

    Binnen het CEC is dit jaar een discussie gestart over de samenstelling van een nieuwe mediamix voor de TU/e. Hieronder vallen alle uitingen in print en online waarmee de universiteit haar doelgroepen wil bereiken. De bedoeling is een meer gestructureerde samenhang te krijgen tussen de bestaande media, waartoe ook Cursor behoort. Een projectgroep, waarvan ook de hoofdredacteur deel uitmaakt en waar de redactieraad bij betrokken zal worden, gaat komend jaar aan de slag om voor de onafhankelijke nieuwsvoorziening aan de TU/e, zowel in print als online, een formule op te stellen. (HK)

    Incidenten rondom de universiteitsbladen

    In 2003 werd columnist Louis Boon van Observant, het blad van de Universiteit Maastricht, op last van rector Arie Nieuwenhuijzen Kruseman de laan uit gestuurd. Boon, die op dat moment werd benoemd tot decaan van het University College Maastricht, zou in zijn columns te fel zijn geweest over het disfunctioneren van het ICT-servicecentrum met krachttermen als ‘Sovjet-bureaucratie’ en ‘elektronisch Tsjernobyl’ (ter duiding van de pogingen om een computerprogramma te actualiseren). Nieuwenhuijzen Kruseman had Boon al eerder op de vingers getikt toen hij uithaalde naar de omstreden plannen tot invoering van de chipknip.

    In 2007 besloot het CvB van de Universiteit Leiden dat Mare nog maar eens in de twee weken zou mogen verschijnen (in plaats van wekelijks) en dat de krant geen nieuws meer zou mogen brengen. De nieuwsfunctie zou worden overgenomen door een nieuwsbrief van de universiteit zelf. Een grootschalig protest in Leiden verhinderde de plannen van het CvB en Mare verschijnt nog steeds wekelijks en volgt met een kritische blik het nieuws.

    In 2009 ontstond er bij VU-blad Ad Valvas commotie over een tweet. Na een bijeenkomst over diversiteit twitterde de redactie een citaat van collegevoorzitter René Smit waarin hij zei dat de VU moest oppassen voor het imago van zwarte universiteit. Vanwege de geringe lengte van een tweet, paste alleen het citaat, zonder context. Het gevolg was dat landelijke media erbovenop doken, zonder de context van de uitspraak -namelijk dat de VU diversiteit stimuleert, maar dat vooral de beeldvorming nogal eens scheef kan groeien- daarbij te vermelden. Heftige discussie tussen het CvB en de redactie volgde. Dat had geen formele inperkingen tot gevolg, maal wel een interne afspraak dat gevoelige uitspraken niet meer zonder context worden getwitterd.

    De enige keer dat Cursor is teruggefloten, in 2002, betrof het een voorgenomen publicatie die na 12,5 jaar terugkeek op de ‘affaire Buck’. De weggestuurde hoogleraar en de TU/e hebben echter een juridische overeenkomst getekend waarin beide partijen toezegden niet meer over het voorval in de openbaarheid te treden. Cursor mocht, als onderdeel van de TU/e, dus ook niet meer schrijven over de affaire.

    Positie universiteitsbladen | Floor Boon
    Illustratie | David Ernst
    University boards increasingly want to take control of university magazine content, especially where news about their own universities is concerned. Communications departments are expanding while the magazines are bravely trying to maintain their independence. The past months have been especially hard on university press. Exactly how independent is university press in this country, anyway?