spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

    De ‘geheime’ plekjes van de TU/e

    2 december 2010 - De TU/e-campus kent talloze spannende en onontdekte plekken. Veel medewerkers en studenten komen echter alleen op hun eigen werkplek in hun eigen gebouw. Cursor toont een aantal van de meest bijzondere plekken op de campus.

    WKO-installatie

    Wie heeft zich niet ooit afgevraagd wat zich toch onder die metalen luiken bevindt die je overal op de campus tegenkomt? De ‘dozen’ in het grasveld voor het Auditorium vallen het meest op, maar er zijn in totaal 32 metalen luiken te vinden op de campus. Die zijn ook nog eens met elkaar verbonden, en zelfs de koeltorens achterop het TU/e-terrein zijn erop aangesloten.

    Wie in 2002 al over het terrein rondliep, heeft kunnen zien hoe dit netwerk werd aangelegd. Het is een warmte- en koudeopslagsysteem (WKO-systeem) dat, zoals de naam al doet vermoeden, warmte en koude uitwisselt met de bodem. De werking is relatief eenvoudig. Warmte en koude worden opgeslagen in een waterhoudende laag in de bodem. Er worden warme en koude bronnen gemaakt, waar afhankelijk van het seizoen water in of uit wordt gepompt. Dat gebeurt met pompen die zich onder de metalen luiken bevinden, en tot tachtig meter diep reiken. Warmtewisselaars zorgen ervoor dat warmte en koude kunnen worden uitgewisseld tussen de bronnen en de gebouwen. Omdat gebouwen meer warmte produceren dan ze gebruiken, zorgen de koeltorens voor extra koeling van het systeem. Veel gebouwen zijn al op het WKO-systeem aangesloten, en met alle nieuwe gebouwen zal dat ook gebeuren. Op die manier wordt jaarlijks ongeveer 3 miljoen kWh elektriciteit en 600.000 kubieke meter aardgas bespaard. Onder de grond speelt zich overigens nog meer af. Er liggen ook hoog- en laagspanningskabels, aardleidingen, kabels voor verlichting, telefoonkabels, glasvezelkabels, drinkwaterleidingen, aardgasleidingen, riolering en meer. Er bevindt zich onder de campus een hele wereld die zich aan het oog onttrekt, met leidingen die, als waren het de wortels van de universiteit, tot diep in de bodem reiken. Het is daarom raadzaam goed na te denken voor men op de campus een gat graaft.

     

    Plasmalab N-laag



    In één van de grauwste gebouwen op de TU/e-campus, N-laag van de faculteit Technische Natuurkunde, is een splinternieuw lab verborgen: het Plasmalab. Afgelopen jaar werd de kopzaal van de G-vleugel omgetoverd van stoffig rommelhok tot modern Plasmalab. In de flexibel ingerichte ruimte verbeelden drie grote foto’s de verschijningsvormen van plasma en fusie. Op kleine tafels staan opstellingen voor fundamentele en spectaculaire experimenten waarin vooral oplichtend plasma de show steelt.

    Drie groepen van de faculteit, Elementaire Processen in Gasontladingen (EPG), Plasma and Materials Processing (P&MP) en Science en Technology of Nuclear Fusion (Fusion), zullen gebruikmaken van het Plasmalab. Studenten kunnen er kennismaken met de fundamentele aspecten van plasma en fusie. Maar ook studenten van andere faculteiten en universiteiten en zelfs middelbare scholieren moeten het lab gaan gebruiken. Saai zijn de experimenten die er plaatsvinden in ieder geval niet. Plasma blijft met zijn spectaculaire effecten boeiend om naar te kijken.

    Dr.ing. Hans Oosterbeek, projectleider van het Plasmalab, is niet te beroerd om een demonstratie te geven. Hij vertelt bovendien graag over zijn eigen vakgebied, fusie. “Het is nu duidelijk dat kernfusie opwekken op aarde zeker mogelijk is, er moet alleen nog een hoop gebeuren voor het daadwerkelijk gebruikt kan worden”, zegt hij. De belofte van kernfusie als schonere en efficiëntere energiebron is groot. Er wordt op internationaal niveau samengewerkt om de grote technologische moeilijkheden te overwinnen. Het Plasmalab is daar maar een klein deel van, maar het is wel de plaats waar het allemaal begint.


    Bibliotheek Magazijn

    In de kelders van het Hoofdgebouw zit een enorme ruimte verstopt, die alleen te vinden is voor wie goed zoekt. Onder een laag, betonnen plafond staan lange rijen boekenkasten opgesteld. De weinige bezoekers van het magazijn van de bibliotheek komen elkaar zelden tegen. Dat is maar goed ook, want in de smalle ruimte tussen de kasten kan men elkaar nauwelijks passeren.

    Vanaf andere bibliotheeklocaties worden hier oude, afgedankte boeken naartoe gebracht. Zo is in de loop der jaren een meterslange rij boeken verzameld over de meest uiteenlopende onderwerpen. Maar hier zijn niet alleen boeken te vinden, ook oude afstudeerverslagen worden in het magazijn opgeborgen. De verslagen van Bouwkunde krijgen een aparte plek, omdat die vaak de vreemdste formaten hebben. Veel van de ruimte in het magazijn wordt ingenomen door kasten met antieke tijdschriften, gebonden in gescheurde en vervallen kaften. Helemaal achterin wordt op verzoek de kast met bijzondere oude boeken geopend door een medewerker. Daar zijn alleen boeken te vinden van vóór 1900, het handige ‘Des Ingenieurs Taschenbuch’ uit 1887 bijvoorbeeld.

    De beduimelde boeken in het magazijn worden zelden uitgeleend. Ze wachten hier, om zo nu en dan eens te worden verplaatst. Sommigen gaan uiteindelijk naar een antiquair. Een groot deel zal echter vroeg of laat worden vernietigd. Waarschijnlijk zal niemand ze missen.

    In het magazijn wordt op dit moment hard gewerkt aan het opruimen van de collectie. Als het magazijn over enige tijd verhuist naar de nieuwe W-hal, kan slechts een deel van de boeken mee.

    De kelder krijgt een andere functie in het gebouw dat ooit het definitieve onderkomen moet worden van de faculteiten Industrial Design en Industrial Engineering & Innovation Sciences.

     

    Medewerkersruimte gaslab

    Een echt lab is het allang niet meer, maar geëxperimenteerd wordt er nog wel, zij het op cultureel gebied. Het Gaslab is sinds 2002 in gebruik als cultureel podium, maar de sporen die het gebouw overhield aan zijn vorige functie zijn nog steeds duidelijk te zien. Inmiddels is het Gaslab bij de meeste mensen redelijk bekend. De ruimte boven, waarvoor de naam ‘medewerkersruimte’ eigenlijk wat oneerbiedig is, blijft vaker onontdekt.

    Het Gaslab wordt beheerd door Studium Generale, dat er een breed aanbod aan activiteiten programmeert. In het gebouwtje, dat onder voorwaarden ook door derden kan worden gebruikt, vinden optredens, voorstellingen en debatten plaats, en ook de landelijke cultuurquiz werd er gehouden. De ruimte op de eerste verdieping doet vaak dienst als voorbereidingsruimte, maar er vinden ook cursussen plaats. “De organisatoren en de bezoekers zijn door de bank genomen erg enthousiast over het Gaslab”, vertelt dr. Lucas Asselbergs, hoofd van Studium Generale. Dat komt vooral doordat de ruimte multifunctioneel is. “Het nadeel daarvan is dat het niet altijd overal de ideale ruimte voor kan zijn”, legt Asselbergs uit. Bovendien moet er nodig iets gebeuren aan de uitstraling van het Gaslab. De entree zal daarom nog dit collegejaar worden verplaatst en opgeknapt.

    De bijzondere sfeer van het Gaslab blijft bij de opknapbeurt gelukkig behouden. Wie goed oplet, kan zich nog lang verwonderen over de vele buizen die door het gebouw lopen en de gaskraantjes die her en der nog uit de muur steken. Tussen technische installaties slingeren wat schilderijen van een cursus in het verleden. Het contrast tussen de ruwe techniek en de vluchtige cultuur maakt van het Gaslab één van de plekken waar de identiteit van de universiteit het duidelijkst voelbaar is.

     

    Togakamer Auditorium

    Onder de collegezalen van het Auditorium vindt een paar keer per week een ware metamorfose plaats. Zelfs de stoffigste hoogleraren veranderen er, ter gelegenheid van academische plechtigheden, in keurige heren in toga.

    Vroeger was de kamer op vloer -1 van het Auditorium een opnamestudio. Na de brand in het Auditorium in 1994 werd de togakamer verplaatst van de eerste verdieping naar de huidige stek. “Na vijftien jaar ziet de togakamer er nog steeds keurig uit”, vindt Henk Naterop, coördinator audiovisuele faciliteiten van Dienst Interne Zaken. De ruimte maakt onderdeel uit van het ‘rode’ gedeelte van het gebouw, met rode vloerbedekking, waar vooral veel promoties plaatsvinden. Collegezalen 4 en 5 horen daar ook bij, die worden volgend jaar opgeknapt.

    In de togakamer hangen in 130 kluisjes ongeveer 250 toga’s, die hoogleraren meestal zelf aanschaffen voor zo’n negenhonderd euro per stuk. Er hangt ook een aantal leentoga’s en reserveoverhemden en -dassen voor noodgevallen. Verder is voorzien in een douche, toilet, wastafels en grote spiegels. Net voor de opening van het academisch jaar is het dringen geblazen in de togakamer, als het grootste deel van de hoogleraren van de TU/e zich omkleedt voor het cortège.

    De togakamer is niet vrij toegankelijk; bezoekers of klusjesmannen moeten zich van tevoren melden. “Desondanks sluipt er soms wel iemand binnen”, geeft Naterop toe. De bijzondere aantrekkingskracht die de kamer heeft op studenten blijkt uit het feit dat hij er wel eens een stel heeft aangetroffen in compromitterende toestand. “Zo tegen de avond. Ach ja, ik ben ook jong geweest, hoor”, zegt Naterop lachend.


    Hoogspanningslab Corona

    In de schaduw van het reusachtige Potentiaal ligt Corona, een klein gebouw van de faculteit Electrical Engineering. Het is gebouwd rondom een groot hoogspanningslab dat gevuld is met indrukwekkende apparaten. Daarmee worden experimenten gedaan die de gemiddelde leek vooral fantasievol in de oren zullen klinken.

    Corona ontleent zijn naam aan het effect dat ontstaat als een gas door een elektrisch veld wordt geïoniseerd. Hiermee wordt in het hoogspanningslab geëxperimenteerd. Met behulp van corona-ontladingen kan onder andere lucht worden gereinigd. Maar in Corona wordt ook onderzoek gedaan op heel andere gebieden. Zo is er iemand bezig met het Miller- experiment, een onderzoek naar het ontstaan van aminozuren, en dus het leven, uit anorganisch materiaal. Vuong Nguyen vertelt in het lab over zijn promotieonderzoek, waarvoor hij experimenten doet met bliksem. “Er is veel dat we nog niet weten over bliksem, mijn onderzoek heeft daarom met allerlei fundamentele dingen te maken. Zoals het feit dat er röntgenstraling vrijkomt bij atmosferische ontladingen.” De grote toren die hij gebruikt om bliksem te produceren, ziet er imposant uit. Het hoogspanningslab wordt omgeven door een grote doos van metaal, die elektrische velden tegenhoudt. Om de buitenwereld niet te storen met de experimenten, maar ook om niet gestoord te worden. Zo kunnen passerende treinen een wisselend elektrisch veld tot resultaat hebben. “In het verleden hebben onderzoekers wel eens per ongeluk het hele spoorboekje van de NS opgemeten. Dat is natuurlijk niet de bedoeling”, grapt Nguyen. De metalen doos is overigens niet voor iedereen toegankelijk. Dat heeft uiteraard te maken met de gevaarlijke hoogspanningsapparatuur.

    Ontdek je plekje | Myrthe Buijs
    Foto’s | Bart van Overbeeke
    TU/e’s campus knows numerous exciting spots that are yet to be discovered. Unfortunately, most students and staff know only their own workspaces in their own buildings. Cursor presents a selection of some of the most special places on campus: the staff area at Gaslab, the WKO installation, the High-voltage lab at Corona, the Plasma lab, the toga room and the library repository in the Hoofdgebouw’s basement.