spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

Naar de knoppen
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

    Tom Jeltes
    Een journalist van een onafhankelijk universiteitsblad dient zich uiteraard zo neutraal mogelijk op te stellen. Toch is een journalist ook maar een mens. Ik kan dan ook niet ontkennen dat de faculteitsoverschrijdende initiatieven onder de noemer ICMS enig enthousiasme in me wakker maken; de ambitie en gedrevenheid van Bert Meijer cum suis werkt aanstekelijk. Tegen het einde van dit jaar betrekt het ICMS het voormalige Ketelhuis. Ik twijfel er niet aan dat de door Meijer gewenste “thrill” daar in ruime mate aanwezig zal zijn.

    Een opwindende broedplaats aan de voet van de schoorsteen

    16 februari 2011 - Het Instituut voor Complexe Moleculaire Systemen (ICMS) gaat dit jaar een nieuwe fase in. Het nieuwe instituut start deze maand met een eigen Graduate Program waarin ambitieuze studenten na een speciaal masterprogramma kunnen instromen in een (verkort) promotietraject. Tegelijkertijd gaat de slopershamer in het CERES-gebouw op de TU/e-campus, dat nog in 2011 moet zijn getransformeerd tot de nieuwe thuisbasis van het ICMS.


    “Thrill”. Dat is volgens prof.dr. Bert Meijer, wetenschappelijk directeur van het ICMS, het woord dat het nieuwe onderkomen van het instituut moet beschrijven. “Eigenlijk wil ik daar heel weinig aan toevoegen. Het is een gevoel dat je niet te veel met woorden moet proberen te beschrijven. Elk voorbeeld verzwakt de gedachte. Het is het gevoel dat ik krijg als ik de campus van Caltech in Pasadena oploop. Het gevoel dat daar iets bijzonders gebeurt.”

    Uit het gesprek met Meijer en ir. Sagitta Peters, business manager van het ICMS, spreekt een voortdurende zoektocht naar een omgeving, een atmosfeer, waarin onderzoekers optimaal gedijen. Het nieuwe onderkomen van het ICMS, met kantoren, laboratoria en een Advanced Study Center, moet een broedplaats worden van grensverleggend, multidisciplinair onderzoek. Het wordt de centrale ontmoetingsplek voor alle bij het ICMS betrokken onderzoekers en studenten.

    Illustratief voor de intenties voor het nieuwe CERES-gebouw, is de ruimte die is gereserveerd voor een Advanced Study Center. Meijer: “Dat moet je zien als een soort University Club, maar dan net iets anders. In de University Club kun je heerlijk eten en liggen bladen als Cursor, Matrix en het Eindhovens Dagblad. In het Advanced Study Center kun je minder lekker eten, maar liggen tijdschriften als Science, Nature en PNAS. Er wordt gediscussieerd over onderzoek en de technologische uitdagingen voor de toekomst, en gefilosofeerd over de relatie tussen wetenschap en maatschappij.”

    Meijer ziet het ICMS ook als een centrum voor wetenschappelijk debat, waar onderzoekers met wortels in de faculteiten Technische Natuurkunde, Scheikundige Technologie, Biomedische Technologie, Werktuigbouwkunde en Wiskunde & Informatica over de grenzen van hun eigen vakgebied heen kijken. In het Advanced Study Center zullen dan ook inspirerende sprekers van over de hele wereld worden uitgenodigd.

    De kersverse Russisch-Nederlandse Nobelprijswinnaar André Geim is volgens Meijer typisch iemand die in het Advanced Study Center zou moeten komen spreken. “Ik heb Geim laatst gezien in Veldhoven. Hij gaf daar een ongelooflijk inspirerende lezing. Geestig, maar ook een beetje schopperig. Heel boeiend.” Geim is bij uitstek een wetenschapper die buiten de gebaande paden denkt. Niet voor niets kreeg hij niet alleen de Nobelprijs -voor het vervaardigen van grafeen, een enkele laag koolstof die hij met plakband(!) wist te isoleren-, maar ook de IgNobelprijs voor buitenissig onderzoek - voor het laten zweven van een kikker in een magneetveld. “De hoop is dan natuurlijk dat daar niet alleen fysici op afkomen, maar iedereen die geïnteresseerd is in de toekomst van de technische natuurwetenschap.”

     

    CERES

    Sinds de officiële start van het ICMS in 2008 huist het instituut in het souterrain van het Hoofdgebouw. De beschikbare ruimte daar, ingevuld met enkele kantoren en een vergaderzaal annex koffiekamer, is echter niet langer voldoende om het snel groeiende instituut te herbergen. Daarom is gekozen voor een nieuw, eigen gebouw, voorzien van een aanvullend state-of-the-art laboratorium, veel ruimte voor onderzoekers, studenten en gasten van buitenaf om elkaar te ontmoeten en plek voor de Animatiestudio en de kernleden van het instituut die er fulltime hun intrek zullen nemen.

    Voor de locatie viel het oog op het oude Ketelhuis, officieel het Centraal Energie en Regelstation (CERES), dat decennialang de gebouwen op de campus (met uitzondering van het Paviljoen) van heetwater heeft voorzien voor de verwarming. In de hoogtijdagen waren zo’n zestien machinisten in ploegendienst bezig om het ketelhuis in bedrijf te houden. Later werd de installatie in het Ketelhuis geautomatiseerd, tot dat enkele jaren geleden de verwarming van gebouwen op de campus werd gedecentraliseerd. Sinds 2005 is het Ketelhuis buiten gebruik. Er restten slechts twee noodstroomaggregaten en twee persluchtinstallaties. Deze laatste zijn inmiddels naar een ander gebouw verplaatst, maar de noodstroomaggregaten blijven in de nieuwbouw behouden.
    Volgens Boudewijn Elmans, projectmanager bij Dienst Huisvesting, was de keuze voor CERES vanzelfsprekend. “Het gebouw heeft een centrale plek op de campus, was niet meer in gebruik en ook het beschikbare aantal vierkante meters kwam goed overeen met de wensen van het ICMS.”

    Eind 2009 werden het Eindhovense architectenbureau diederendirrix, constructief adviseur Aronsohn en installatieadviseur Deerns gecontracteerd om een ontwerp te maken voor het nieuwe studie- en ontmoetingscentrum van het ICMS. Gezien het historische karakter van het Ketelhuis heeft het architectenbureau in het ontwerp rekening gehouden met adviezen van onderzoeksbureau Urban Fabric, dat de TU/e-bebouwing cultuurhistorisch heeft doorgelicht. Elmans: “We hadden geen vrij spel, maar hebben zorgvuldig moeten handelen om het gebouw in ere te houden.” De karakteristieke schoorsteen die jarenlang de rookgassen van de ketels heeft afgevoerd blijft daarom behouden als een baken voor eenieder die de weg naar het ICMS zoekt.

    Deze maand is de sloper aan de slag gegaan om asbest, de ketels en de leidingen in het gebouw te verwijderen, zodat in april twee aannemers (een voor de bouwkundige aspecten en een voor de installaties) met de inrichting kunnen beginnen.

    Architect ir. Rob Meurders van diederendirrix, alumnus van de TU/e, is verantwoordelijk voor het ontwerp. “Het was niet eenvoudig, want het Ketelhuis heeft nu een gesloten karakter en is toegerust voor een heel andere functie. Hoe ga je om met een gebouw dat een gebrek aan daglicht en openheid in zich heeft, terwijl ICMS hier juist om vraagt. We hebben de beperkingen opgepakt als nieuwe mogelijkheden. Daarom hebben we ervoor gekozen om de zuidgevel te transformeren in een communicerende gevel met veel glas. Zo creëren we een interface tussen de binnen- en buitenwereld. Aan de andere kant krijg je in zo’n gebouw al een prachtige ruimtelijkheid cadeau, een waanzinnige verdiepingshoogte, en daar hebben we ook optimaal gebruik van gemaakt”

    Het nieuwe CERES krijgt een lab met twee ruimtes op de begane grond, twee collegezalen en ruimte voor het Advanced Study Center. Boven zijn er kantoren met een relatief open karakter met uitzicht op het centrale atrium dat met een tribunetrap verbonden is met de eerste verdieping, die via de bekende loopbruggen op zijn beurt weer in verbinding staat met de rest van de campus. Meurders: “Door het atrium en de centrale trap wordt het een exclusief kantoorgebouw. CERES is nu een soort geheim dat na de verbouwing ontdekt kan worden. In die ontdekking zit ook de ‘thrill’ waar Bert Meijer het over heeft.”

     

    Graduate Program

    Geheel passend in de ICMS-filosofie -goede mensen bijeenbrengen in een inspirerende omgeving en ze vervolgens zoveel mogelijk vrijheid geven- is ook het Graduate Program in Complex Molecular Systems dat deze maand van start gaat. Het biedt ambitieuze studenten, ingeschreven als masterstudent aan een van de faculteiten, de mogelijkheid om een aanvullend programma te volgen van dertig studiepunten. Dat is bovenop de reguliere master, zegt wetenschappelijk directeur prof.dr. Bert Meijer: “Je moet het zien als een soort honoursprogramma, dat de studenten naast hun gewone studie volgen. Het is ook niet de bedoeling dat de student hierdoor langer over zijn master doet.”

    De studenten volgen niet alleen colleges, maar worden ook betrokken bij werkbesprekingen, workshops en andere activiteiten die met het onderzoek van het ICMS samenhangen. Wordt dit aanvullende masterprogramma met goed gevolg afgelegd, dan kan de student binnen het instituut aan de slag met een promotieonderzoek, waarvoor hij of zij zelf het onderzoek mag schrijven - uitzonderlijk binnen de natuur- en technische wetenschappen. Meijer: “Ze zijn natuurlijk wel gebonden aan kaders, zoals de aanwezige onderzoeksfaciliteiten, maar onderzoek hoort te draaien om de jonge mensen die het werk doen. Zij zijn eigenaar van hun eigen project. Het is niet de bedoeling dat ze taken uitvoeren die de hoogleraar heeft bedacht. Als iemand een briljant idee heeft, zelfs al valt het volledig buiten de onderzoekslijn, wie ben ik dan om te zeggen dat dit niet kan? De structuur van dit instituut is er om mensen te helpen en niet andersom; de mensen zijn er niet voor de structuur.”

    Volgens Meijer is het noodzakelijk om studenten enthousiast te houden voor hun studie. “In het eerste jaar zijn de meeste studenten nog enthousiast; alles is nieuw. Halverwege de studie zakt de motivatie ver weg en zetten ze vaak alleen nog door omdat ze er al zoveel tijd in hebben gestoken. Maar als ze eenmaal in een onderzoeksgroep komen voor hun eindproject, dan worden studenten nog veel enthousiaster dan ze aan het begin van hun studie waren.” Als het aan Meijer ligt, worden studenten dan ook zo vroeg mogelijk betrokken bij het onderzoek. Het Graduate Program is daar een nieuw onderdeel van en sluit goed aan bij het Meijers Spinozalab, waar jongerejaars studenten en zelfs middelbare scholieren al in aanraking komen met wetenschappelijk onderzoek.

    Doordat de Graduate-studenten al tijdens de master worden voorbereid op het promotieonderzoek, kan dit laatste traject met zeker een half jaar worden ingekort, denken ze bij het ICMS. Voor het volledige programma -master en promotie- wordt daarom gestreefd naar een duur van vijfenhalf jaar. Niet iedereen kan zich zomaar inschrijven voor het Graduate Program. Om te beginnen moet de student zijn toegelaten tot een van de kwalificerende master van de aangesloten faculteiten (TN, ST, BMT, W, W&I). Om de kwaliteit te garanderen bepaalt een toelatingcommissie of de student op basis van motivatie en cijfers (in principe gemiddeld meer dan een acht tijdens de bachelor) kan instromen in de master, zo staat in de informatiefolder beschreven.

    Maar die cijfersoep wordt niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend. Ook studenten die voor hun vakken minder dan een acht hebben behaald maken volgens Meijer nog wel een kans, als ze aanleg blijken te hebben voor onderzoek. Uiteindelijk draait het om het perspectief op een succesvolle academische carrière. “Sommigen zijn analytisch heel sterk en halen allemaal negens voor hun vakken, maar zijn niet sterk in onderzoek. Voor onderzoek is ook creativiteit en intuïtie belangrijk, en dat blijkt vaak pas tijdens een afstudeeronderzoek.”

    Geld is nooit een probleem, zegt Meijer als hem wordt gevraagd hoe je kunt garanderen dat geslaagde masterstudenten kunnen instromen in een promotietraject. De universiteit steekt in tien jaar vijftien miljoen in het instituut en de staf van het ICMS is druk doende beurzen te regelen voor masterstudenten die willen promoveren. “Ik kan me niet voorstellen als hier tien, twintig, dertig, veertig jonge mensen met overtuiging en passie willen werken, dat we met de huidige staf niet in staat zijn om dat geld te regelen. Laat ze maar komen. Dat past ook in de ambitie van de universiteit om te groeien.”

    CERES | Tom Jeltes
    Foto’s | Bart van Overbeeke
    Illustratie | diederendirrix
    The Institute for Complex Molecular Systems (ICMS) will be entering into a new phase this year. This month, the new institute will be starting its own Graduate Program, a (shortened) PhD that ambitious students can enroll in after a special Master’s program. On top of that, the CERES building on TU/e campus will be demolished and is to be transformed into the new ICMS headquarters before the end of 2011.