Een gloednieuw laboratorium
Met de vijf tukkers heeft de TU/e een topgroep binnengehaald. Niet alleen op nationale schaal, ook op Europese schaal komt hiermee het zwaartepunt van de procestechnologie in Eindhoven te liggen. Het zijn ook geen kleine jongens waarvoor de TU/e de deur openzette: Niels Deen brengt een European Research Council (ERC) Starting Grant van anderhalf miljoen euro mee, Hans Kuipers kreeg een ERC Advanced Grant van tweeënhalf miljoen en Martin van Sint Annaland had al een Vidi ter waarde van zes ton in zijn zak.
Met in hetzelfde cluster twee ERC Advanced Grants voor prof.dr.ir. Jaap Schouten en prof.dr. Volker Hessel heeft procestechnologie bijna tien miljoen te besteden. En niet te vergeten is er, weliswaar niet voor de procestechnologie, maar wél binnen dezelfde faculteit, ook zo’n Advanced Grant aan prof.dr. Bert Meijer uitgereikt in november 2009.
“Het is een unicum in Europa. Er is geen enkele andere technische universiteit binnen Europa die deze bundeling van grants heeft ”, zegt Van der Hoef beslist. “Het grote onderzoeksgeld ligt in Europa. Terwijl de Nederlandse regering almaar bezuinigt, valt er in Brussel meer en meer te halen. Daar moeten we ons op richten, en dat doet de TU/e ook al heel goed.”
Martin van der Hoef
Met dit geld kunnen de subgroepen Multiscale modeling of multiphase flows (Kuipers, Deen en Van der Hoef) en Chemical proces intensification (Van Sint Annaland en Gallucci) in de voorhoede van multiphase reactoronderzoek bezig blijven en een leidende positie innemen. “De onderwerpen waar wij aan werken zijn zo complex”, zegt Niels Deen, “dat wanneer je daar echt een stap wilt maken, je er met veel mensen aan moet werken. En dat is precies wat die ERC Grants ons mogelijk maken. Er zijn al direct twaalf aio’s aan gekoppeld.”
Om reactorconcepten te ontwikkelen die minder energie vreten, minder bijproducten leveren en tegelijk veiliger en duurzamer zijn, hebben de procestechnologen een modern laboratorium ter beschikking. Het is eigenlijk een verzameling pilot-plants geworden. Het vorige lab in Helix is helemaal gestript. De labtafels en zuurkasten hebben plaatsgemaakt voor cabines waarin proefopstellingen compleet met afzuiging, gastoevoer en elektrische besturing voor langere tijd kunnen blijven staan. En die de ruimte hebben om uitgebreid te worden. Van Sint Annaland herinnert zich dat in Twente voor het maken van een nieuwe opstelling eerst gekeken moest worden welke er kon worden afgebroken en zelfs waar de materialen konden worden opgeslagen. De TU/e heeft aanzienlijk geïnvesteerd in een nieuw laboratorium. De mannen uit Twente zien het als een blijk van waardering.
Ze zijn ook nadrukkelijk betrokken bij het onderwijsprogramma. Ze geven zes vakken in het regulier onderwijs en diverse cursussen voor aio’s. Niels Deen en Martin van der Hoef zijn ondertussen mentor van eerstejaars studenten. Ook hebben al vijf studenten voor een afstudeeropdracht aan de deur geklopt. “We voelen ons samen verantwoordelijk om de beste chemisch technologen op te leiden.”
Ze kunnen en willen niet anders dan de TU/e -CvB en het faculteitsbestuur ST- complimenten maken over de strategie en de uitvoering ervan. “Slagvaardig”, noemt Van Sint Annaland het CvB. “Top”, zegt Kuipers over de implementatie van multiphase reactors. “Professioneel”, wil Van der Hoef nog kwijt over de ondersteuning. Niels Deen vat het gezamenlijke gevoel mooi samen: “Het voelt alsof de rem er eindelijk af is!”
Maar ze zijn ook in een heel mooie faculteit terechtgekomen, vinden ze. “Heel opmerkelijk: In Delft en Twente hebben ze scheikunde ondergebracht bij Technische natuurwetenschappen. En beide hebben vergelijkbare problemen, ook financieel. Dat komt omdat die monsterfaculteiten lastig te besturen zijn. Hier in Eindhoven zijn er nog kleine zelfstandige faculteiten, heel typerend. Het voordeel is dat je weet wat er gebeurt en dat er een groot wij-gevoel onder de mensen is.”
Martin van Sint Annaland
|