In het collegejaar 2012-2013 waarin aan de TU/e de harde knip wordt ingevoerd en de overheid de langstudeerdersregeling van start laat gaan, gaat aan de TU/e het bacheloronderwijs ingrijpend op de schop. Rector Hans van Duijn noemde het donderdag tijdens de diesviering de belangrijkste ingreep in de 55-jarige geschiedenis van de universiteit.
De aflopen maanden heeft een taskforce bestaande uit vijf hoogleraren, twee opleidingsdirecteuren, vier studenten en een externe deskundige, de Twentse emeritus hoogleraar Tjeerd Plomp, gewerkt aan een nieuwe opzet van het bachelorcurriculum. Het instroomprobleem is volgens die groep terug te voeren op vier aspecten.
De TU/e trekt nu voornamelijk de student aan die concreet, intrinsiek geïnteresseerd is in bèta (zo’n 66 procent van het totaal). De voornaamste instroom uit Limburg en Brabant gaat door demografische ontwikkelingen stevig dalen. Daarnaast trekt de TU/e te weinig studenten aan uit andere regio’s en te weinig vrouwelijke studenten. Daar komt bij dat de uitval in het eerste jaar met 40 procent zeer hoog is en de rendementscijfers juist zeer laag: slechts 35 procent van de studenten haalt op dit moment de bachelor in vier jaar. Door de teruglopende instroom komt ook het voortbestaan van bepaalde opleidingen in gevaar en verliest de TU/e op nationaal vlak marktaandeel. Dat laatste alleen al gaat de TU/e jaarlijks miljoenen kosten, zo waarschuwde Van Duijn.
De oplossing moet volgens de taskforce gezocht worden in het aanbieden van een veel flexibeler in te vullen curriculum en een goede coaching tijdens de studietijd. Volgens Van Duijn moet het mogelijk blijven om je als student te kunnen bekwamen in één bepaalde richting, maar heeft de maatschappij ook behoefte aan ingenieurs die in de techniek een carrièreperspectief zien. “Die worden leraar, arts of manager en kiezen op weg daar naartoe een technische route”, aldus Van Duijn. Ook moeten er mogelijkheden zijn voor generalisten. Van Duijn: “Mensen die zich zorgen maken over de wereld en die willen werken aan grote maatschappelijke thema’s, zoals op het gebied van energie, gezondheid en mobiliteit.”
Studiepunten
De aanpassingen moeten leiden tot de vorming van een Bachelor School, waarbij in het curriculum veel aandacht komt voor sociale wetenschappen en menswetenschappen (30 studiepunten). Er komen majors met een omvang van 90 studiepunten, die ook aantrekkelijk moeten zijn voor andere types ingenieurs en meisjes. En er komt een substantiële maatschappelijke component in van 30 studiepunten. Elke student krijgt ook nog een keuzeruimte van 60 studiepunten.
Er wordt ook gedacht aan varianten, zoals een major Natuurkunde met een flinke keuzeruimte bij Bedrijfskunde, of een major Biomedische Technologie met een keuzeruimte die gevuld wordt met medische vakken van partneruniversiteit Utrecht. Volgens Van Duijn wordt de nieuwe slogan hierbij: ‘Design your own studies’. In de nieuwe opzet zal het huidige minorenstelsel sneuvelen, zo liet hij weten. (HK)
In de Cursor van 12 mei verschijnt een uitgebreid interview met rector Van Duijn over dit onderwerp. |