In totaal 29 jonge wetenschappers kregen de beurs waarmee ze maximaal twee jaar internationale onderzoekservaring kunnen opdoen. Zestien van hen promoveerden in het buitenland.
Promovendi van de Universiteit Leiden scoren het best: vier krijgen er een beurs. In totaal dienden 240 pas gepromoveerde wetenschappers een subsidieaanvraag in, waarvan twaalf procent werd gehonoreerd. Opvallend genoeg ontbraken in deze ronde subsidieaanvragen van jonge TU/e onderzoekers.
Duitsland is de populairste onderzoeksbestemming met vijf beurzen. Naar de Verenigde Staten en Groot-Brittannië gaan elk vier onderzoekers. De jonge wetenschappers doen onder meer onderzoek naar gokverslavingen, de genetische variatie van bedreigde diersoorten en naar de vraag waarom sommige kinderen beter kunnen delen dan anderen.
Het Rubiconprogramma geldt als de kraamkamer van de prestigieuze Veni-, Vidi- en Vici-subsidies voor topwetenschappers. (NT/HOP) |