/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 0 nummer 2

jaargang 44, 13 september 2001


Opinie

Untitled Document

En ik vind...

Nog een keer
Máxima

Het was een leuke dag die vierde september jongstleden.
Een testvoertuig van de TU/e inclusief gat in het dak mocht uiteindelijk toch ingezet worden voor de regenachtige toertocht van Maxima en Alexander. Van tevoren ging er toch het een en ander mis. De RVD zag het niet zo zitten; dat kleine gat in het dak zou niet veilig zijn.
En dat viel ons zwaar zo net een half uur voor aankomst. Je probeert je toch wat te vermannen en dan krijg je ineens een camera voor je neus. Er wordt een goede vraag gesteld maar het verkeerde antwoord gegeven. Het zou hier om een testvoertuig gaan dat hoort bij het 'mooiste' project van de TU/e. De volgende dag heb je het pas door. De uitzendingen op omroep Brabant had ik nog niet gezien omdat we 's avonds nog lang elkaars ervaringen moesten herhalen uiteraard.
Collega's gaan je toch op je opmerking wijzen en na verloop van tijd blijken alle regionen van de TU/e de koffie niet op te drinken zonder deze uitspraak nog eens aan te halen.
Dat laat je niet koud, vandaar deze rectificatie waarin ik me wil verontschuldigen voor de uitspraak van 4 september. Ik had
me anders willen uitdrukken. De mededeling dat de toertocht waarschijnlijk niet door zou gaan, overmeesterde de ratio waardoor ik op ontactische wijze het EcoDrive project onterecht als mooiste bestempelde.
Er zijn heel veel mooie projecten op de TU/e. Daar zijn wij TU/e voor, oeps daar ga ik weer, maar deze keer mag het wel.
Ik denk niet dat het slecht is dat je trots bent op je project maar zorg ervoor dat je geen overtreffende trappen uitspreekt voor de camera.

Alex Serrarens,
EcoDrive

 

Untitled Document

Ach en Wee

cartoon: Paul Weehuizen
Untitled Document

Cursief
Uni. zkt. kennism. m. royaal bedr.


De opening van het Academisch jaar, vorige week maandag, zorgde weer voor het oplaaien van een oud en vertrouwd discussiepunt binnen het universitaire milieu. Hoever mag een respectabel wetenschappelijk bolwerk gaan bij het verwerven van onderzoeksgeld? Ietwat plastischer uitgedrukt: hoe komt een universiteit vandaag de dag aan de broodnodige pegels die nodig zijn om haar wetenschappers, laboratoria en onderzoeksambities te bekostigen?
Annemarie Jorritsma, minister van Economische Zaken, weet raad. Vanuit de aula van de universiteit van Utrecht liet ze weten dat er met name voor het onderzoek meer contact gezocht moet worden met het bedrijfsleven. Sterker nog, universiteiten moeten volgens de minister gestimuleerd worden om meer te voldoen aan de kennisvraag van bedrijven, en zonodig moeten ze op dat dorstlessend vermogen worden afgerekend. Want, zo vervolgde zij, onderzoeksgeld wordt in Nederland niet verdeeld op basis van kwaliteit en prestaties, maar op basis van historie en traditie.
Voor wat betreft dat stimuleren; betekent dat gewoon dat de overheid op dit gebied de geldkraan moet dichtdraaien? Volgens onze eigen oud-rector magnificus Martin Rem wordt die vorm van doping al langdurig en in ruime mate verstrekt door minister Loek Hermans. Zijn noodkreet luidde op 3 september dan ook: 'Minister, investeer in Nederland kennisland en in technologisch onderzoek'. Lees: geef ons meer poen, want anders redden we het niet, en zijn we overgeleverd aan het bedrijfsleven, dat ons ziet als een mooi verlengstuk van hun eigen research-afdelingen, die zijzelf jarenlang hebben verwaarloosd of zelfs opgeheven. Rem pleit voor krachtige sturing van het universitaire onderzoek vanuit Zoetermeer, en niet vanuit de top van het Nederlandse bedrijfsleven. En hij staat hierin niet alleen. Zo voerde een groep Groningse studenten vorige week maandag uit protest tegen de steeds verdergaande commercialisering van hun alma mater een heuse bezettingsactie uit.
Laten we echter ook nog even de toekenningscriteria volgens mevrouw Jorritsma onder de loep nemen. Kortgezegd komen die erop neer dat het toewijzen van onderzoeksgeld in Nederland eigenlijk berust op een grote koehandel. Als we ten- minste in dit verband de termen 'historie' en 'traditie' mogen vertalen als vriendjespolitiek en vastgeroest regentengedrag van toekennende instanties. Dat kunnen NWO, STW en FOM mooi in hun ­ ongetwijfeld diepe ­ zakken steken.
Waar de discussie echter steeds weer op uitdraait, is onze tweeslachtige kijk op dat ellendige slijk der aarde. Om het verlangen naar rijkdom hoeven we ons echter helemaal niet te schamen, konden we afgelopen zaterdag lezen in het Volkskrant Magazine. Een Amerikaanse filosoof, Jacob Needleman, legde het uit. We leven in twee werelden; één waarin prachtige idealen en overtuigingen de overhand hebben en een andere waarin geld de beslissende factor is. In Needlemans theorie heb je simpelweg veel geld nodig om überhaupt aan die verheven zaken toe te komen. Je hoeft je niet te schamen om veel geld te willen vergaren. Zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar. Schuilt daar misschien de oplossing voor universitair Nederland? Zet iemand met verstand van geldverdienen aan de top en laat de mooie wetenschappelijke vergezichten over aan de gedreven onderzoeker. Jammer dat universiteiten niet meer mogen beleggen, anders wist ik nog wel iemand.

Han Konings














Website Cursor