Untitled Document
Geknipt
Een nieuw kapsel? Om de week wordt een student of
medewerker van de TU/e geknipt door de TU/e-Knipkapsalon (tst.
2115) en door onze fotograaf.
"Het hoeft toch niet paars of zo, hè?",
vraagt Nellie Smedts nog even vlug voordat er een afspraak met
de kapster wordt gemaakt. De receptioniste, één
van de vertrouwde gezichten bij de hoofdingang van het Hoofdgebouw,
bedankt dus voor maffe kleuren, maar geeft de kapster verder de
vrije hand. "De fotograaf zei nog: 'we moeten wel verschil
kunnen zien, hoor'. Ik zei tegen de kapster: 'zie maar, maak er
maar iets moois van'."
En daar heeft ze daags na haar bezoek aan de kapsalon allerminst
spijt van. "Het is echt een heel verschil. Het is veel korter
dan ik het eerst had en aan de achterkant is het opgeknipt."
Ook het thuisfront is dik tevreden over Smedts' nieuwe look. "Ze
vinden het allemaal prachtig. Mijn buurmeisje zei: 'je ziet er
echt veel jonger uit'. Ik ben misschien niet zo fotogeniek, maar
mijn haar zit in elk geval goed. Nu moet ik alleen nog proberen
om het zelf ook zo mooi geföhnd te krijgen"
Foto's: Bart van Overbeeke
|
Untitled Document
Oranje-magazijn
"Ik doe een beetje
met de sfeer mee", vertelt Peter van Kuijen van het magazijn
van de Gemeenschappelijke Technische Dienst. Wie regelmatig naar
beneden kijkt vanaf de loopbrug in de
W-hal, weet dat Van Kuijen iedere gelegenheid aangrijpt om het
magazijn te versieren. Zo ook het huwelijk van Willem-Alexander
en Máxima. "Zo'n huwelijk komt toch maar één
keer in de zoveel jaar voor, dus ik vond dat ik daar iets mee
moest doen." Sinterklaas, Kerstmis en Pasen zijn vaste momenten
in het jaar waarop de versieringen voor de dag komen. "Eventueel
als er iets te doen is in het voetbal, maar dat zit er voorlopig
niet in", lacht Van Kuijen.
Foto: Bart van Overbeeke
Untitled Document
Effe zeuren
/Fred Steutel
De Verenigde Staten mogen zich de laatste maanden politiek niet
populair hebben gemaakt, van de Amerikaanse universiteitscampussen
kunnen we nog veel leren. Iedereen die wel eens gewandeld heeft
op de campus van Stanford, Cornell of Johns Hopkins, begrijpt
wat ik bedoel: dorado's voor wandelaars en de enkele fietser.
Geen hinder van snelverkeer, want de parkeerplaatsen zijn ver
van de gebouwen en de enkele auto die toch over het terrein moet
is ongevaarlijk, want er is een lage maximum snelheid.
Hoe anders is het hier! Er mogen bordjes staan met teksten als
'Het parkeren is alleen toegestaan op plaatsen waar zulks niet
verboden is'; overal staan auto's. Met name de onderdoorgang
aan de noordzijde van het Hoofdgebouw, waar het altijd stormt,
is levensgevaarlijk voor fietsers: aan weerszijden verboden parkeerders
en daartussenin, ook aan weerskanten, onbehouwen routesluipers.
Handhaven van parkeerverboden en een maximumsnelheid zou al veel
verbeteren, maar onze 'campus' wordt werkelijk voor alles gebruikt:
uitlaatterrein voor valse honden, kampeerterrein, opslagplaats
voor vervuilde grond en bouwmateriaal, parkeerterrein voor circuswagens,
weidegrond voor circuspaarden en jachtgebied voor stropers. Verder
wijzen allerlei attributen erop dat ons struikgewas niet alleen
wordt gebruikt als verpoosplaats voor ondankbaren, maar ook als
ongeregistreerde afwerkplek voor dames die in romantischer tijden
wel 'madammekes' werden genoemd. De campus dient open te staan
voor de Eindhovense burgerij, maar ook voor de middelzware en
lichte cavalerie?
Overigens lijkt het niet goed toeven in het struikgewas; het staat
vol brandnetels en braamstruiken en ook de paden die het ene struikgewas
verbinden met het andere zijn dikwijls onbegaanbaar: modder, diepe
plassen, omgewoeld door vrachtverkeer.
Er zal nog heel wat modder door de Dommel moeten stromen voordat
wij kunnen concurreren met Stanford, Cornell of Johns Hopkins;
of zelfs met Twente.
|
|